Starrentritsen - pagina 8

Ging

zoo daalden we, eer we erop verdacht waren, op een nu zou op zichzelf nog geen ondergang spellen, mits

dit proces door,

En

vijftal.

dit

we zeggen konden, dat

bij het

slinken van onze kracht in het Parle-

ment, de kracht en beteekenis van ons beginsel

te sterker triumfeerde. Dit was het geval toen Groen van Prinsterer door zijn vrienden verlaten en bestreden werd, en hij alleen met zijn drietal pal stond. Dit

was evenzoo, toen s

au

t

ik zelf

e r" aanhief.

Maar

de leuze van het „r dit

ecuier pour mieux

zou thans op vlak het omgekeerde kunnen

We

zouden niet alleen parlementair schier verdwijnen, maar ons beginsel dusver wekte, zou in het lot en het schijnsel van de nachtkaars deelen. Dit gevaar ziet een ieder onder ons; en wie 't niet ziet, hield op uitloopen.

ook de

mee

bezieling, die

te tellen.

om onder het diep gevan onze verantwoordelijkheid, saam te onderzoeken, wat de fout in onze organisatie of in ons Program was, waardoor hetgeen nu ons derwijs smaldeelde, mogelijk werd. Ik twijfel dan ook geen oogenblik, of Mr. Heemskerk zal tenvolle bereid zijn, met ons aan dit Onderzoek deel te nemen, en wat dreigt voor die Partij, die ook de liefde van zijn hart heeft, te helpen afwenden. Wie herleest wat Mr. Heemskerk in het „Paleis voor Volksvlijt" sprak, toen De Standaard haar zilveren bruiloft vierde, weet hoe ook hij de belangen van onze partij op het hart draagt, en met ons bezield is van ijver, om die belangen, ook al moest het zijn onder opoffering van eigen voorkeur, te schragen. Hieruit nu vloeit onzer aller roeping voort,

voel

Men

toont dan ook Mr. Heemskerk niet te kennen, zoo men wanen dat het gebeurde hem derwijs zou gegriefd hebben, dat hij de liefde van zijn hart voortaan van onze partij aftrok.

zou,

Wat

hij vermoedde, was bitter. Wie metterdaad, zonder eenigen toeleg of bedoeling, als kamerlid zijn plicht deed, en aan geen Ministerschap noch aan een opzijschuiven van Dr. Kuyper dacht, en dan publiek beschuldigd wordt, door niets minder dan door zulk een min-edelen toeleg bezield te zijn geweest, kon niet anders dan zich ernstig gegriefd gevoelen. Daarom kon 7 niet beter loopen dan 't nu liep. Nu toch bood z ij n

klacht

mij van

zelj

het middel,

klaring zonder voorbehoud

om

onmiddellijk zijn pertinente ver-

aanvaarden, en hiermede binnen vier en twintig uur al wat op persoonlijke veete ook maar leek, te doen te

verdwijnen.

Van

zelf doet

't

mij leed, dat ik mij aan dit nu gewraakte vermoeden

heb

schuldig gemaakt

om

er

; en ik ken Mr. Heemskerk genoeg en te over, geen oogenblik aan te twijfelen, of, nu ik hem hierover mijn leedwezen betuigde, zal er van geen aarzeling sprake bij hem zijn, om

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen