Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 212

DE HOOGE OVERHEID.

204 loos te maken,

overgroote

de

maar vooreerst toont de massa

óf

dit

beoogde

niet

van

historie

alle

eeuwen, dat

vermocht

óf niet

;

en ten

andere

brengt diezelfde historie ons een vernietigend oordeel over

zulken

toeleg.

Ook nu

verzet ten dezen tegen

het voor oogen, hoe alle

en ondergang

wil, in demoraliseering

De menschheid

ontwijken straf vindt.

niet te

men

toch weer ziet

Gods

al

zijn

nu eenmaal geen ag-

is

glomeraat van atomen, maar bestaat als een organisch lichaam, en een der hoofdbanden voor de saambinding van dit lichaam in zijn organisch

verband

het elkaar zoeken van de geslachten.

is

Zulk een verband zou daarom

huwelijk ook dan nog liggen,

in het

men de geboorte van den eenen mensch uit den anderen zich kon wegdenken. Het sexueel verschil, dat God in onze natuur inschiep, bindt altoos. Maar natuurlijk wordt de saambindende kracht, die van zoo

huwelijk uitgaat, nog oneindig veel sterker door de geboorte van

het

Ook

het kind uit vader en moeder.

vader, noch

optrad,

loos

overige

Met

geweest.

lijkheid

het

was geen

dat

moeder had, en dat ook de vrouw, die hij ontving, ouderstaat de mogelijkheid vast, dat op gelijke wijs ook alle

menschen

tot aanzijn

waren gekomen, en dat

daad van den man, noch van een dragen van

eele

volstrekte noodzake-

voor oogen, dat de eerste man noch

feit

ooit eenige sprake

zou

zijn

geweest. Hoe

dit

er 't

noch van een sexu-

kind door de vrouw,

ons menschelijk leven zou

verarmd hebben, behoeft wel geen betoog, maar dat het gekund had, is

niet te

weerspreken. En nu

maar dat integendeel 't

om

kind",

niet

't

het

is

de band,

feit,

„die

leven gevlochten

dat het zoo /2f>Ms ingesteld, harte bindt, van

't

wederom

ligt,

niet

moeder aan

ónze voorziening,

ónze vinding, zelfs niet óns begeeren of ónze lust geweest, maar

Gods oppermachtige beschikking, mede hangt 't tevens saam, dat hulpelooze wichten

te

zijn,

iets,

Zijn wilsuiting en Zijn daad. wij,

wat met

Adam

en Eva niet het geval

was, en evenmin met ons het geval zou geweest

onze

menschheid op de manier van

Zoo hebben we nu reeds het sexueel verschil van

mensch

uit

Adam

hier in de derde plaats

maar

als

hulpeloos

eenenmale van

de

wicht

bijaldien geheel

ware gekomen.

factoren. De eerste was De tweede was, dat elk nieuw

en vrouw.

een menschenpaar, dat er reeds

komt

zijn,

tot aanzijn

saambindende

drie

man

Hier-

menschen, beginnen, met eerst

bij,

ter

dat de

wereld

is,

geboren wordt. En nu

mensch

komt,

en

niet als uit

volwassene,

dien hoofde ten

zorge van vader en moeder in zijn eerste levens-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen