De 'kleyne luyden' - pagina 22
16 stierven in die dagelijksche omgeving, die ons Nederlandsch
burgerleven zoo
maakte.
rijk
Van zelf bracht dit met zich, dat deze kleyne luyden meer op 't land dan in de steden hun kracht konden ontwikkelen. Het leven in de natuur trekt ons sterker naar de Bron van alle goed, en doet met weer en ontij dieper onze afhankelijkheid van dien God, die 't al beheerscht, gevoelen, dan het drukke, meest uit 's menschen doen opkomende leven in ons stedenverkeer. Van de kleinere steden gewaag ik nu niet die lijken vaak maar al te zeer op vlek of dorp. Maar in de groote handelssteden, in de steden met zeeverkeer, in steden met een breed opgezet gildenleven, was te veel dat aftrok. Op ;
't
platteland ging zes tiende der bevolking eiken
waar
Zondag
ter
de groote koopsteden geen drie tiende was. Het huislijk leven was op 't platteland zooveel inniger, de drukte van kroeg en herberg zooveel minder. Men vond er geen tooneel dat verontzedelijkte. Men at er saam en bad er saam. Het saam lezen in Gods Woord was er onvoorwaardelijke gewoonte. Er lag een beslag op geheel de samenleving, zooals dit in de steden van grooter allooi toen reeds niet gekend werd. Hieruit nu verklaart het zich, dat er ernstiger levenstrant heerschte dat men veel rijker en teerder 't levensverband met zijn God gevoelde; en dat er bij alle levensvoorval veel sterker drang was, om zijn band aan zijn God te laten uitkomen, en er zelfs prijs op te stellen, dat door dien band ook heel het maatschappelijk leven gesierd en geheiligd werd. Veel meer dan in de steden hield zoo op platteland een bezielde traditie stand. Schier elke week 't betrad men er de om het kerkgebouw gelegen graven. Zoo bleven de gestorvenen meer in herinnering. Men hield vast aan zijn historie en traditie. En wat niet minder machtig het leven beheerschte, men kende elkanders leven en doen. Waar in de grootere steden schier een ieder schuilt en zich in 't onbekende verliest, kende men op 't platteland zoo goed als hoofd voor hoofd al zijn medebewoners van 't dorp. Men leefde er voor aller oog. Men was onderling met naam en toenaam aan elkaar bekend. Die controle sneed zooveel ongerechtigheid af en gaf aan heel de saamleving een zooveel hooger type. kerk,
't
in
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's