Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De 'kleyne luyden' - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De 'kleyne luyden' - pagina 21

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

15 zijn,

maar

helaas,

al

velen,

te

die

God

en Zijn eere ver-

zaken en uit dien hoofde met het volk van God niets hoegenaamd uitstaande hebben. Neen, „de kleyne luyden" waren, althans in de toenmalige dagen, zij die buiten de rij der Machtigen, Edelen en Wijzen stonden. Geheel die breede klasse was er meê bedoeld, die geen ander karakter dan van den gewonen burger bezat. Die, ja, rondkomen konden met wat hun jaarlijks ten deel viel, doch alleen door zuinig sparen iets konden overleggen, en die althans niet meetelden, als er sprake was van de geldelijk machtige en door fortuin schitterende leden der maatschappij. Dus óók de armen, óók de bedeelden, óók de volstrekt behoeftige weduwen. Alleen maar volstrekt niet dezen alleen, doch slechts als onderdeel van die geheele, zoo breede klasse, die gewoonweg leefde, zonder hoogere stelling in het leven in te nemen. Brave, goede burgers, maar vreemd aan alle geleerdheid iets wat destijds te gereeder uitkwam, overmits al wat hooger ging, de Latijnsche taal vroeg. Niet alzoo de Edelen, die van hooge herkomst waren, en zich op heel een reeks van privilegiën beroepen konden. Niet de in officie gestelden, die door hun ambt zich onderscheidden. Niet de in Raad geroepenen, op wier advies de Regenten vaak af moesten gaan. Het was veeleer die breede groep in de maatschappij, die van alle hoogere vlucht in het saamleven had af te zien. Doortastende, ijverige burgers, die steeds doende en bezig waren, om van den dag op den morgen te leven. Ze waren aan zedelij ken ernst gehecht, in de samenleving op stille deugd prijsstellend, en alzoo mannen en vrouwen, die juist uit dien hoofde de religie in eere hielden, in trouwe hun Overheid dienden, zich aan hun vaderland toewijdden, en in Christus' Kerk heul zochten voor wat ook hen in de saamleving verdroot ;

en

lijden deed.

kwam

dezen stand onder het volk uit. Eenerzijds was hun de weg nog niet geopend voor het Tweeërlei

alzoo

bij

naar hooge betrekkingen. Het pad der geleerdheid betraden ze nog niet. Het zich verliezen in vreemde talen was hun nog vreemd. En al droeg hun opvoeding een staan

nog bij de visschers op Marken uit hun omgeving waren opgetild vaak zoo heerlijk uitkomt, ze toen nog niet. Ze werden geboren, ze leefden en ze

degelijk

stempel,

gelijk

dit

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917

Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's

De 'kleyne luyden' - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917

Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's