"Dat niemand u op eenigerlei wijze misleide!" - pagina 5
een woord voor onzen tijd, naar aanleiding van wat door Dr. A. Kuyper in "De Heraut" van 3 Juni 1917 geschreven is
menschenleeftijd de Parousie klaarlijk
te
dat er aan Jezus'
uit,
wachten ware,
en spreekt het
in,
wederkomst nog zoo ontzettende
hij, moet „de groole komen, en dan moet geopenbaard worden de mensch der zonde, de zoon des verderfs." Hiermede kan niet anders dan
dingen moeten voorafgaan. Eerst toch, zegt afval
de
Anti-christ
en
verheft
een
God
dezen
door anderen
*)
dat
in
hij
:
„die zich tegensfelt
den tempel Gods
zichzelven vertoonende dat
reden
Jezus'
zich in
hij
Er volgt toch
alzoo,
hij
nu mag ondersteld, dat Pautus
was van
waar
zijn.
God,
zitten,
zal
opzichte
hoogte juist
bedoeld
boven
1
God
tweeden
Te
over de Parousie, doch dat
hij,
Thess. IV: 15 zoo vreemd had uitgelaten,
gewezen
en nu hierop met hoogen ernst ingaande, opzettelijk
zijn,
als
op de
eerst niet
profetie omtrent de Parousie zal
op de
is."
in zijn
aan dezelfde Kerk van Thessalonika, de ware positie
brief
gegrepen en de
juiste
verhouding
het licht heeft gesteld."
in
Door deze woorden wordt ten eerste het gezag des Woords en daarmede ook de eere Gods aangetast. In de tweede plaats wordt de heerlijke hoop des Christens er door veren
donkerd,
ten
laatste
wordt
blijdschap
diens
door
er
weggenomen. Velen, die den Bijbel als
hebben,
zijn
voor
stond
lief-
door de woorden van den geleerden schrijver
diep geschokt. Dat pal
Gods Woord aannemen en
een kring van geloovigen, waar men en opkwam voor het gezag
in
de
inspiratie
man van erkenden
des Woords, een
invloed op deze wijze
de Schrift ondermijnt, bedroeft velen. Moge het volgende, eenvoudige getuigenis den geleerden Schrijver tot nadenken, ja meer, tot inzicht en een openlijk
herroepen brengen. en
Zij
waarschuwing Tot waarworden afgetrokken
ons woord verder
tot
onderwijzing tevens van andere geloovigen.
schuwing, om op geenerlei wijze te van het ongeschokt en onbeperkt vertrouwen
in
de
letterlijke
ingeving der Heilige Schrift. *)
In
den
(evangelie)
openbaring
geacht
brief
ook van
werden
aan de Galatiërs zegt de Apostel
niet
Jezus iets
van
Christus." (Hfdst. te
God neemt den persoon waren, hebben mij verder
o.a.
:
„Want
ik
heb het
een mensch ontvangen, noch geleerd, maar door
zijn,
—
1:12.)
wie of wat
—
zij
des menschen niet aan, niets medegedeeld."
En: „Maar van hen,
waren, verscheelt mij
—
(Hfdst. 2
want :
zij,
die
niets,
die in aanzien
6.)
(Noot
V.
d.
schrijver.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Abraham Kuyper Collection | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917
Abraham Kuyper Collection | 16 Pagina's