Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 267
DR.
KUYPER ALS GELEERDE.
245
was, en wat hij voor haar had mogen zijn. Veel sterker dan de schets van hetgeen het kunstraam worden zou, greep Dr. Kuyper de mededeeh'ng aan, dat aller oiid-leerlingen sympathie zich in dit
prachtgeschenk saamtrok. Er lag toch tusschen „Souvereiniteit in waarmede de jubilaris in de Nieuwe Kerk debuteerde en de gedenkdag van 29 Oct. 1917 een zoo machtige golving van afwisselende historie in, dat zoo licht de sympathie in de herinnering eigen kring"
der oud-leerlingen had kunnen gesmaldeeld, zoo niet gehalveerd
hem daarom zoo goed aan het hart 't nog te mogen beleven dat trouwe sympathie in sympathie vloeide. Dr. K u y p e r schetst daarna hoe heilig enthousiasme onze mannen worden. Het deed
tot kloek
en doortastend optreden aandreef toen de nieuwe wet Hooger Onderwijs toonde aan wat slavenband men de ontwikkeling der jongere geslachten wilde vastleggen. Van een binden van dat Onderwijs aan den Christus was geen sprake meer; 's menschen geest zou voortaan eeniglijk het hooger-op gaand onderwijs binden. „Maar die schoone periode van het eerste heroïsme ligt nu achter
op
't
ons, en in de tweede periode waarin
we thans verkeeren, is bij de jongeren veelal vergeten, wat in de eerste bezielde als het echte schoon. De jongeren leefden niet meer in de feiten waarin eertijds onze glorie sprak".
Kuyper toont een zelfde verschijnsel aan in de geschiedenis van ons land. „Vergelijk den toestand van 1648, toen de Vrede van Munster geteekend werd, met het moment waarop, bijna een eeuw vroeger, Prins Willem tegen Spanje doorbrak, en het was immers voor wie Cats met onze Geuzeliedekens vergeleek, een afkoeling Dr.
en verproza-eering, die u nog onze
rijke
historie terug
wenschen
doet".
Het zou dan ook te verstaan zijn geweest zoo het hooggespannen enthousiasme was gedaald. Dr. K u y p e r weet uit zijn eigen studiejaren, hoe juist de studententijd onvast maakt en er toe doet neigen
om
van de stalen beginselen naar de scheppingen van
vernuft over
't
spelend
te glijden.
„De ziels verwrikking die nog in mij nawerkt, als ik terug denk aan den ongeestelijken overmoed, waarin ik toen uitgleed, kan mij zelfs op mijn ouden dag nog zoo bang zijn. Ik heb te Leiden warm en luid geapplaudiseerd, toen de toenmalige hoogleeraar R au wenfa o f f op zijn publiek college brak met alle geloof aan Jezus' ver-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's