Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 263

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 263

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR.

God

zelf uitgaan,

KUYPER ALS GELEERDE.

dus Theocentrisch

zijn. In

God

toogd, dat het denkbeeld alsof

niet

maar door den Middelaar is bewogen werpelijk is. De verzoening is uit het ëenigen God naar Zijn eeuwigen Raad

K

u y p e

r

E Voto

241 vinden wij

tot

vergiffenis, geheel ver-

voortgevloeid, dat leert Dr.

op grond van de Heilige Schrift, waardoor het verwijt

alleen door het zien van het bloed zijn

om

te

vergeven,

be-

hart des Vaders, den Drie-

of wij er een „Bloedtheologie" op na houden, volgens

geworden

o.a.

de zonde wilde vergeven,

als-

welke God

van den Middelaar geneigd zou ongegrondheid wordt ten toon

in zijn

gesteld.

Dr.

K

yp

u

e r bleef

ook

in

dogmatisch opzicht zich zelven

Slechts in enkele punten wijzigde

hij

zijn

het aandringen op het laten doopen zoodra als

men

te

wachten, bleef niet even sterk;

zijn

bijv.:

de bediening van

het Sacrament hebben kan, zonder op het herstel van de

des kinds

gelijk.

gevoelen eenigszins,

moeder

standpunt ten opzichte

van de gezangen is niet meer zoo absoluut als vroeger; het creatianisme (de leer dat de zielen der menschen door God worden geschapen, terwijl de traducianisten meenen dat allezielen der menschen te gelijk in Adam geschapen zijn geweest en dus de ziel van den eenen mensch op den anderen overgaat) werd minder streng vast gehouden; de stelling dat het spreken van een „geist-leiblichheit", gelden moet als een bewijs, dat de bacil van het pantheïsme was

doorgedrongen, werd zoo kras

in

„de Voleinding" niet meer gepo-

neerd; in het begin dezes jaars was er eene uitdrukking

Heraut"

te

vinden die er op scheen

te

duiden,

dat

in

„De

de leer der

conditioneele-onsterfelijkheid op de booze geesten toepasselijk was,

namelijk dat deze

bij

de voleinding

(welk punt echter volgens Dr. toegelicht)

doch

zijn

K

De

yp

het niet zouden wegzinken

e r's belofte

nader zal worden

deze punten, die óf met de dogmatiek

verband staan óf er toe behooren,

3.

u

in

niet

in

van ondergeschikte beteekenis?

bezielende kracht van Dr. Kuyper's colleges.

Voorts schetst Ds. Ferwerda de bezieling die er van de Colleges Dogmatiek uitging aldus: „Het dogma, zooals hij het ons leerde kennen, had zoo niets van dorre abstractie, van koel verstandelijke bespiegeling, of van scholastieke, intellectualistische haarkloverij. Het kwam op ons af, als een macht, als de macht van de waarheid 16

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's

Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 263

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919

Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's