Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 331
DR.
KUYPER ALS REFORMATOR DER KERK.
309
u y p e r met het gezin te Zandvoort vertoefde en Dr. K u y p e r in Zwitserland was, aangetast door een ziekte die hem ten grave
K
sleepte.
Toen Dr. K
u
yp
e r uit Zwitserland
met de zijnen enkel naar het graf van
hij
was wedergekeerd, kon gaan,
zijn lieveling
om
daar
geknield in het gebed het geprangde hart uit te storten! In hetgeen Dr.
leefd heeft,
K
u y p e
gunt ons
het verliezen zijner echtgenoote door-
r bij
zijn „In
Jezus ontslapen", een van
zijn vele
bun-
voorwoord heet het: „Zoo er in deze Méditatiën een toon weerklinken mag, die weldadig roert en heilig dels Méditatiën een blik. In het
stemmen
kan, verklaart zich dit eeniglijk uit den doorleefden rouw,
ze ingaf. In dagen van zulk een zielsbenauwing worstelt het
die
hart tot het in
God
zijn
rouwe
te
boven komt. Uit een de profundis
de diepte) verheft het zich door het sursiim corda (het hart om-
(uit
hoog)
tot
en dan zijn,
een gloria
is: in
in excelsis (eere
zij
God
in
de hoogste hemelen), Als er anderen
Jezus ontslapen! kreet van triomf"
wier hart nog doorworstelen moet, wat het mijne doorworsteld
heeft, druppele er uit
deze Méditatiën balsem voor de wonde hunner
ziel."
En welke
vertroosting genoot
hij in
zijne
smart? Hij wil „niet een zich
heenzetten over de smart, niet een verbloemen van rouwe. Integen-
meer
deel;
God
we
onze smart wegzinken. De werkelijkheid moet met
in
de Heere wordt
te
verheerlijkt;
hoe dieper en voller helder, diep
bewustzijn, in al haar bitterheid doorleefd en gevoeld worden. als uit
den weemoed en de rouwe van een zoo
tot in het diepste
En des
wezens gewond hart, dan eindelijk toch de toon van lof en van liefde, van dank en aanbidding opklimt, «dan, maar dan ook eerst, geniet het Vaderhart daarboven, wat het van het hart van zijn kind vraagt, „En dieper bezien en wat onzen God zoo ten volle toekomt." hangt dat toch geheel af van het standpunt, waarop wij ons voor 's Heeren oog stellen, of wilt ge van de vraag, of bij het graf onzer dooden de klacht voegt, dat God ze nu reeds van ons nam, dan wel
—
de toon des danks, dat Hij ze ons schonk en ze ons zoo lang liet. Zijn wij het middelpunt, en hadden wij onszelven verrijkt door het
van man of vrouw of kind voor onszelven te scheppen, en komt God nu wreed tusschenbeide om ons dat heerlijk bezit te ontrooven?
bezit
\
hij gansche pakken brieven van aanzienlijke personen vernietigd had, vond men in zijn nalatenschap de potloodbriefjes nog bewaard, die dit jongske hem had toegezonden."
petekind terug, en terwijl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's