Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 170
DR.
148
lutionaire partij. Dr. terwijl
van
KUYPER ALS STAATSMAN.
Kuyper klaagde
liberale zijde
er in
„De Standaard"
over, dat
de kopstukken zich avond aan avond
in
verkiezingsmeetings hadden laten hooren, dit van antirevolutionaire
was geschied. Er werd een ware kruistocht tegen
zijde niet aldus
niseerd.
Ketelaar, Bigot, Smeenge,
om
het Ministerie-Kuyper georga-
De frontmakers voor de Overheidsschool Roodhuyzen
—
de heeren
enz. trokken het land door
door dikwerf valsche voorstellingen de kiezers afkeerig
Plate tegen de Tarief wet;
De Louter voor de
te
maken;
Staats-Universiteiten;
Roodhuyzen ook voor de tappers; Troelstra tegen de dwangwetten. Het was een laster-campagne. De liberale Leidsche Hoogleeraar Dr. A. E. J. Holwerda protesteerde er tegen in een brochure getiteld: „Kunnen wij niet anders worden? Een woord vooral tot zijn liberale landgenooten".
Maar ook
dit zou nog te overkomen zijn geweest. Dat het Minismoest aftreden lag dan ook minder in de sterke machtsontwikkeling van Links, dan wel aan de afvalligen van Rechts. De heer Staalman in 1902 als anti-revolutionair gekozen, begon aanstonds oppositie tegen het Kabinet-Kuyper te voeren. Hij wilde de
terie
oplossing van het Kieswetvraagstuk vooropzetten, tot
Grondwetsherziening aan
om
onverwijld
te sturen.
Het Kabinet verlangde dien weg
niet te
bewandelen,
in
de over-
tuiging dat als men het kiesrechtvraagstuk op den voorgrond drong, noch de onderwijswetten, noch de Drankwet e.a. aangenomen, noch de sociale ontwerpen noch dat voor het Tarief in gereedheid waren gekomen. De heer Staalman wilde vóór alle dingen kiesrechtuit-
breiding en zag anders weer liever de liberalen aan het bewind komen. Het district Enkhuizen ging daardoor voor de anti-revolutionairen verloren. En naast Staalman werkte, met ander bedoelen, maar met hetzelfde resultaat, een kleine groep de Friesch-Christelijk-Historischen, met Ds. Wagenaar van Rotterdam aan het hoofd. De Friesch-Christelijk-Historischen konden zich namelijk met het stelsel van parallelisme, het stelsel van rechtsgelijkheid, waarbij de Overheid onzijdig blijft in de religie op haar eigen terrein en aan
de Christelijke en niet-Christelijke levensbeschouwing
gelijk
recht
wil gunnen, niet vinden. Zij verlangden het herstel der Christelijke religie
op het terrein van den staat
— voor
heid van religie en conscientie bestaanbaar
is.
zoover
dit
Dat men
met de
uit
vrij-
deze laat-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's