Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 266
KUYPER ALS GELEERDE.
DR.
244
der leerstellige Godgeleerdheid zwevend was. Laat ons er aan toewij in dezelfde quaestie licht gezocht
voegen dat
hebben
in verschil-
lende oude schrijvers en Gereformeerde dogmatici, doch wat vonden wij
steeds? Dat
zij
wezen op
het voorbeeld der
onder Israël die den Baals-dienst uitroeiden en
vrome Koningen dit
ten voorbeeld
hun tijd. Doch zij leverden uit Gods Woord het bewijs niet dat de Koningen onder het Nieuwe Testament dezelfde roeping hebben als die onder de Oude-Bedeeling, toen stelden aan de vorsten van
Israël eene Theocratie, d.
i.
een staat onmiddellijk door
God gere-
geerd, was.
Het stuk van Ds. Ferwerda eindigt met een opwekking woeling van het leven
te
staan als Christenen, en
daarom
het allerwege zichtbaar blazoen onzer Geref. belijdenis.
om
in
de
met Daarvoor juist
moed noodig te midden van een wereld die het Evangelie steeds meer gram is. „Welnu maakt dan het heerlijke Sankey 1'ed tot uw zielsmuziek. K u y p e r citeert het zelf eenmaal in een is
heilige
asterisk: clare to be a Daniël (Durf een Daniël te zijn)".
Daar we
K
u
y
p e
r
zelf niet het te
zitten,
zal
voorrecht genoten aan de voeten van Dr.
men
het in ons verontschuldigen, dat
we
de „begeisterde" woorden van een zijner talentvolle leerlingen over-
namen.
Een ander
leerling,
W.
Ds.
Teerink
te
Amersfoort, deelde ons
eenmaal mede, dat hij Dr. K u y p e r de eere moest geven, dat hij nooit in zijn dankgebed na het college verzuimde den Heere te vragen, dat de waarheden die hij besproken had, mochten doordringen 4.
tot het hart.
Het jongste woord van Dr. Kiiyper
Het zou
tot zijn oud-leerlingen.
niet in ons te verontschuldigen zijn indien
het een en ander
mede
te
deelen van het
we verzuimden
woord dat de
tachtigjarige
aan de Studenten der Vrije Universiteit gericht heeft. Hij deed dit in een stuk dat getiteld is: „Nog in den band van voorheen". Het doet zien, dat hij in „zijn grijzen ouderdom nog vrucht draagt en vet en groen
is".
(Ps. 92.15).
Hij laat daarin uitkomen,
welk een
blijde verrassing het
hem was
toen het plan werd voorgelegd tot het plaatsen van een kunstraam in het
Hospitium,
nering af
te
om
daarin door bevoegde kunsthand een herin-
beelden aan wat de Vrije Universiteit voor
hem geweest
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's