Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 34
DR.
12 Dr.
K
u y p e
r
KUYPER PREDIKANT.
moest bekennen, dat het hem ook alzoo gegaan was.
maar
Bezielend, boeiend, wegsleepend,
en zwevend
te vloeiend
ning vooral gaf
windselen
los,
zijn
maar
om
te
definitie,
vastheid te geven aan den geest. Gun-
geest wel inhoud, trok zijn
ziel
wel
het kader voor zijn gedachten had
eenvoudige malcontenten. O Hierna werd bij buitenlandsche theologen
van
onvast in de
uit hij
haar
meer
zijn
Lange, Vinet
e.a.
gezocht.
Maar ook
hier
als
vond
Martensen, Nitsch,
hij
„die hutte in den
rotssteen nog niet, die op de rots gefondeerd en uit de rots des
denkens gehouwen, eiken storm belacht en
tart."
Eerst
Calvijn
hem (mee aan de hand van Dr. Kohlbrügge) die vaste, onbedriegelijke lijnen, wier spoor hem tot vol vertrouwen uitlokte. Wel meende hij, dat uitlegkundig, zielkundig en historisch verder ontdekt
moest gegaan worden dan de groote reformator, maar de fundamenten waren gevonden, die, den twijfel bannend, in streng logischen stijl,
het geloofsgebouw vergunden op te trekken,
gevolg,
de strengste ethiek
dat
heerschte.
En nu
in
bleek, dat die in
zijn
met het verrassend
practicale binnenkameren
hun hoek verscholen arbeiders,
hem in hun plat-Betuwsch gezegd hadden, zoo als hem in zijn keurig Latijn te lezen gaf. Calvijn had zóó
het
Calvijn het
geleeraard,
Het verwondert ons niet, dat Dr. K u y p e r in de geschriften van Dr. Gunning geen bevrediging vinden kon. In zijn „Gordel en Wijnkruik", in 1859 uitgekomen, schrijft deze: „Wanneer zal er meer dan anticipatie en profetie zijn in de schoone woorden van Prof. Scholten, in zijne wat haren hoofdeisch betreft, met hart en ziel door mij beaamde redevoering over het docetisme: „O wij gelukkigen, wanneer ons in den persoon van Christus, het volmaakte beeld der menschheid, God openbaar wordt, opdat Hij niet" (ik voeg er bij alleen) „boven de wolken te zoeken zij: en wanneer wij in plaats van een bovennatuurlijken Christus, die bijna niet met ons in betrekking staat, den historischen Christus, in plaats van een vreemden broeder herwonnen zullen hebben, door wiens volmaaktheid en heerlijkheid eerst de rechte verklaring ons gewordt van dat goddelijke woord: in menschen welbehagen!" Dr. Gunning voegt nog daarbij: „Ja het menschelijke en het goddelijke is èèn geworden." Verder spreekt D r. Gunning zijn overtuiging uit, dat de Gereformeerde orthodoxie tot een nieuw en heerlijk leven zou opstaan, onder voorwaarde dat zij alle hare leerstukken door het reinigingsvuur van de groote waarheid der immanentie (de inblijvende kracht Gods) late doorgaan." Juist van die „immanentie" was Prof. S c h o 1 e n vol. En Dr. K u y p e r kwam te Beesd tot de erkentenis dat men hem te Leiden een carricatuurvorm van de rechtzinnige belijdenis ^)
J.
H.
1
had voorgesteld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's