Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 70
DR.
48
Kuyper
Dr.
's
KUYPER PREDIKANT.
oordeel over dezen stand van zaken
is,
dat de
patricische coterie in 1867, de democratische sinds 1870 een ernstige
heeft begaan. In 1867 heeft
feil
men
het democratisch karakter der
nieuwe beweging miskend, toenadering toonend aan het ongeestelijk Conservatisme, terwijl men aan strengere broeders uit de burgerij zijn
sympathie onthield. Maar ook de bovendrijvende fractie tastte
hierin mis, dat ze niet scherp
en de broeders tieven
liet
uit het
was naar
vallen,
Op hen kan men
genoeg tusschen de Conservatieven
Réveil onderscheidde. Dat eisch
van
men
de conserva-
geestelijke keur gehandeld.
maken; de dwaasheid des Kruises staat altijd in den weg. Maar men had deze Kerkelijke mannen niet met de hooge geslachten uit den Réveil moeten verwarren. Er zijn familiën in elk onzer groote steden, wier naam door banden van trouw, toewijding en liefde te eng aan de zaak des Heeren verbonden is, om ooit, zonder schuld voor Hem die ze ons gaf, hun dienst, patronaat en leiding vaarwel te zeggen. Al keerden de tijden, men mocht daarom niet vergeten, wat deze mannen en vrouwen in dagen van pijnlijke worsteling hebben geofferd, om den Koning der gemeente te dienen. Toch werd door die feilen de loop der historie niet veranderd. De toekomst der Kerk is voor de Democratie. En dit is door Dr K u y p e r niet aanvaard als een noodzakelijk kwaad, maar als door God gewild en in overeenstemming met den aard van het Christendom. „In onze oude wereld dringt het leven der volken en natiën rusteloos en daarom onwederstaanbaar, naar de grenslijn waarachter de Democratie begint. Tegenstand baat niet. Men kan de Democratie in zijn vaart wel ophouden maar niet stuiten, en de keus
is
nooit staat
slechts, of
men haar als verbitterde vijandin wil afwachten, God gezonden bode zal erkennen. Zoo is het
of haar, als een door in
ons Staatsbestuur en
in
de leiding onzer stedelijke belangen, in
nijverheid en landbouw, op het gebied van kunst en wetenschap,
vloot en leger, in de raadzaal en voor de baUe. Het volk al
komt
bij
tot
grooter beteekenis. Het wint in kennis, het wordt zich van zijn
kracht bewust. Het heeft den
macht
te dingen.
De
moed
en de eerzucht
om
naar meerder
logica der feiten stuwt al voort, en noch patri-
cische afkomst, noch fijner beschaving, noch een schat van millioenen is
tegen die drijfkracht opgewassen. Het
maar
dit staat vast,
moge nog
jaren duren,
zoo Europa een toekomst heeft, dan wacht het
die van de Democratie.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's