Dagen van goede boodschap - pagina 77
In den kerstnacht.
WANT
HIJ IS KLEIN.
Heere, er
vergeef toch; wie zou
Heere,
van Jacob
staan
blijven
Op wat
;
want
Amos
is klein.
7
hij :
2.
op wat veracht en ingezonken is, op wat welbehagen des Heeren. „o. Red ons, o onze God," roept de profeet in zijn smeeken, „want we zijn geworden als die niets zijn geheel in den staat der nederheid weggevallen Jacob is klein /" klein,
nederligt in het stof, rust het
;
;
Zóó
is het.
De Heere
toornt
tegen wat hoog
is; zijn
mogendheid
tegen „allen hoovaardige en hooge; tegen allen verhevene dat hij vernederd worde tegen allen hoogen
stelt zich
;
toren
;
tegen allen vasten muur
de hoogheid des menschen gebogen en de hoovaardij der mannen vertreden zij !" Hij
Hem
;
duldt
ven zijn. Vandaar klein
niet,
verheffe.
dat
iets of
;
tot
iemand zich naast of tegen
Hij alleen, de Heere onze
zijn
maakt; en
God
welbehagen aan wat klein in
wil verhe-
zijn
de gestalte der kleinen voor
wil;
zich.
zijn
aan-
gezicht komt.
Zie het aan Maria! Of zong ze niet: „Hij heeft de /zeder-
heid
dienstmaagd aangezien?" Maar ook, zie het aan Hem, die zichzelven vernietigd, zichzelven vernederd heeft, tot den dood, ja, tot den dood des kruises, en die daarom, zegt de apostel. zijner
beter aan het Kindeke Jezus zelf
Kerstnacht
;
5
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1922
Abraham Kuyper Collection | 168 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1922
Abraham Kuyper Collection | 168 Pagina's