Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eene banier omhoog!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eene banier omhoog!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezer, stelt gij belang in de zaak der zending ?

Stelt gij er waarlijk belang in?

Ik wil u deze vraag eens met nadruk onder het oog brengen, omdat de ervaring leert, u< u er zoovele menschen ziju, die üe gereformeerde belijdenis van harte zijn toegedaan, en die in allerlei belang stellen behalve in de Zending.

Zij hebben hart voor kerk en kerkelijke belangen, voor zuivere prediking van Gods Woord, de rechte bediening der sacramenten. Zij stellen prijs op geregeld huisbezoek, zij wonen nog wel gaarne een bidstond bij voor dit of voor dat.

Maar zending / Och, wat is dat nu eigenlijk?

Daar komt men zoo niet aan toe! Heidenen ! Die wonen zoo ver! Ze zijn ons zoo onbekend! Men hoort er zoo weinig fn! Wie van Gods volk spreekt nu ooit over of heeft nu ooit werkzaamheden met heidenen ?

Ja, laten wij maar eerlijk zijn, die heidenwereld laat ons eigenlijk gezegd erg koud, en sommigen onder ons komen zelfs zoo ver, dat zij durven zeggen : „die menschen moeten zoo maar leven, — en zoo maar sterven, want de apostel zegt toch ook" en een of andere bekende plaats volgt.

Ik zou u willen vragen, is het toch eigenlijk niet diep treurig? Als gij van 's Heeren volk moogt zijn of kinderen Gods kent, dan zult gij toch wel weten, dat die menschen vaak zoo werkzaam zijn met en zoo druk zijn aan de bekeering van dierbaren of verwanten.

O, als de Heere het eens op de ziel bond, wat konden zij hun bij oogenblikken hun onbekeerden staat met ernst voorleggen en aanwijzen! Wat riepen zij hun toe: „behoedt toch uwe ziel! Gij weet toch den dag uws doods niet! Heden nog, zoo gij Zijne stem hoort, verhardt uwe harten niet!"

Welnu — moet het bij ons zoo nu ook niet zijn ten opzichte van het heidendom?

Het zal toch zeker niet hierom mogen gaan, dat deze menschen van onze familie of kennissen zijn (al acht ik dergelijke banden van hooge waarde^, maar het zal toch zeker moeten zijn, omdat zij menschen zijn, natuurlijke en onbekeerde menschen, die voor een eeuwigheid geschapen zijn, en die zonder kennis der waarheid zeker verloren moeten gaan; — omdat zij menschen zijn, als gij en ik, daarom moet hun voorgesteld worden de eisch der bekeering, ja, daarom moet hun gebracht worden in Gods naam de boodschap: dat er één Naam gegeven is onder den hemel, waardoor zij moeten zalig worden — in hope, of de Heere hun te eeniger tijd nog bekeering mocht geven.

Gij zult mij tegenwerpen maar het

gaat in onzen Ger. Zendingsbond niet om zielen te winnen voor Koning Jezus! Om de eere Gods! Goed, mijn lezer, maar als gij waarlijk eens werkzaam moogt zijn met uwe dierbaren voor den troon Gods, waarom ging het u dan ? Toch zeker allereerst niet om die behoudenis — maar om de eere Gods door die behoudenis verheerlijkt!

Ziet, zoo zou ik het nu willen hebben ook ten opzichte van het heidendom.

En niet ik, maar zoo eischt de Heere het van u in Zijn onbedriegelijk Getuigenis. „Eene banier omhoog!" zegt Jesaja. Wat is dat?

Elders staat te lezen bij denzelfden profeet : „ziet, ik zal Mijne hand opheffen tot de heidenen en tot de volken zal Ik Mijne banier opsteken!"

De Heere heeft eene eigen banier!

Onze tegenwoordige vrome wereld heeft zooveel namaak van banieren. Dat is valsche munt, niet van den echten stempel; het zijn van die wapperende dingen, die bedriegelijk zijn vanwege hun mooiheid.

Maar wij hebben Gods banier noodig!

Weet gij, wat daarop staat? Op die banier heeft de Heere Zijn eeuwigen wil geschreven, Zijn goddelijk welbehagen over de volken, gelijk het vervat is in Zijn eeuwig Getuigenis voor den één ten zegen, voor den ander ten oordeel.

Op die banier staat dit randschrift: „Tot de Wet en tot de Getuigenis!" (of, zoo zij niet spreken, hooren, leven naar dit Woord, het zal zijn dat zij geen dageraad hebben.) Gods eigen vinger wilde er dit op calligrapheeren.

Want, wat er op te lezen staat is schoonschrift voor hem die oogen kreeg om Gods schrift te lezen; 't is vlammend schrift voor zielen, die door den Heiligen Geest werden aangeraakt, 't is troostschrift voor wedergebrachten tot den berg Sions. In één woord, wat de Heere op en door die banier doet verkondigen is: „ziet, hier is uw God, lk ben uw heil!"

Gods bedoeling met de zending is nooit (zooals ik las van iemand): de behoudenis der wereld.

Wie dat op zijne zendingsbanier schrijft, heeft een gestolen opschrift, uit eigen verduisterd verstand genomen.

Maar als er uitgegaan zal worden om den volken „het Licht tot verlichting der heidenen" voor te stellen, dan moet het doel zijn: predikt het Woord! Zegt het den blinden heiden: de Heere is er, Hij zoekt nog wat verloren is, wat diep verloren gevoelt, zondaren, tot eeuwige behoudenis.

Wij willen het aan den Heere overlaten om er één of duizend te bekeeren. Ons doel moet zijn: „Zijn Naam bekend te maken aan de volken !"

En nu is dit zoo heerlijk, mijn lezer!, die banier Gods is in den hemel klaar gemaakt, wordt uit den hemel gegeven, en aan Gods volk ter hand gesteld. Zij zullen den overvloedigen lof des Heeren verkondigen en uitroepen het aangename jaar des Heeren, den gevangenen vrijheid prediken en den gebondenen loslating.

Wij hebben dus niet anders te doen dan die banier omhoog te houden, te ontplooien, en den heidenen te laten zien: zoo is het met de zaak van het Koninkrijk God' gesteld.

Ach, ik vind het zoo jammer, dat vele kinderen Gods die banier liever oprollen. Zij zeggen dan: 't is zoo noodig niet! God zal het zonder mij ook wel doen.

Het is zoo treurig als anderen van Sions kinderen dat goddelijk vaandel verfrommelen. Zij stellen er geen prijs op, geen eer in, eene banier uit den hemel ontvangen te hebben. Ze zien er het mooie niet van, het heerlijke is er al af.

Nog ellendiger is het, als ze die banier verpanden (ik zei haast: verkwanselen) voor het klatergoud van de wereld, door bedriegerijen van satan, om lusten van het zondige hart, om zooveel wat hun vaak naar vleesch en bloed liever is. —

Lezer, stelt gij waarlijk belang in de zaak der zending, Gods zaak?

Steek dan eene banier omhoog! Gods banier voor de volken!

Het moet een banier zijn van wege de waarheid naar psalm 60, niet uit eerzuch^ niet in eigen kracht, niet uit liefhebberij, niet om vuil gewin — maar, vanwege de waarheid, om Christus wille, omdat de nood is opgelegd, omdat God in Zijn Woord het van uwe ziele eischt!

O, dan is het zulk liefelijk werk!

Dan is het zoo'n gemakkelijk werk ook! Wie zoo uittrekt of laat uittrekken, die ziet Jericho's muren vallen voor zijn voet; en het wordt ervaren: gaat door, door de poort! Treedt uit, uit uwe steden!

Komt en nadert tot den berg Sions! j Met den blinden en nu verlichten heiden gaat ! het op Sion aan!

Wat dunkt u, zou met die banier de strijd niet gestreden kunnen worden ? Amalek moet vallen ! Voor Gods banier moet vallen elke uitverkoren heiden; en het zal onwillig bukken zijn, maar volkomen zich overgeven en dienen van een anderen, nu bekend geworden God, van wien zij zich ook nooit meer zullen kunnen losscheuren.

O zeker, heidenen zullen uwe gerechtigheid zien, koningen uwe heerlijkheid, zij zullen met een nieuwen naam genoemd worden.

Daarom, lezer ! de banier moet omhoog! We mogen niet langer wachten! De Heere roept, hoort toch Zijne stem!

O, wie durft deze banier dan ontplooien ? 3eve de Heere ons er genade toe, en verwekke Hij door Zijn' Geest mannen, die het voor Zijne eere durven wagen, mannen, als Mozes, Aaron en Hur, die in den strijd mogen staan, in gehoorzaamheid aan Zijn gebod, in bewustheid van eigen onmacht, in behoefte aan 's Heeren hulp en gebed om Zijne genade — in rijken zegen toegerust tot Zijne verheerlijking!

H.

G. H. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 1907

Alle Volken | 5 Pagina's

Eene banier omhoog!

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 1907

Alle Volken | 5 Pagina's