Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uw koninkrijk kome.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uw koninkrijk kome.”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Matth. 6:10a.

Ook deze bede leerde de Heiland zijnen disci' ! pelen bidden. Zoo doet de Heere nog bij allen die waarlijk Hem toebehooren. Ach daar worden menigmaal zooveel gebeden gepreveld die slechts lippentaal zijn, klanken die in de ruimte weg-terven. Helaas het kind van God moet zich menigmaal wegschamen voor zijn God als. hij er bij stilstaat, hoe hij het voor den Heere afmaakt in zijne gebeden. Toch kunnen zü niet ontkennen dat ook de bede „Uw koninkrijk kome" meer dan eens de drang des harten is voor des Heeren aangezicht. Ja, dat het koninkrijk van Gods gebade kome waardoor God zijn raad tot zaligheid volvoert; het koninkrijk waarvan de profeten geprofeteerd hebben, dat door den Heere Jezus in zijn bloed gesticht is en aan de uitbreiding waarvan de Apostelen gearbeid hebben en nu nog door 's Heeren dienaren aan vele plaatsen gearbeid wordt. „Uw koninkrijk, " dat is het koninkrijk Gods, omdat het van God uitgaat — het koninkrijk van den Heere Jezus omdat de Heere Jezus er als koning heerscht, het koninkrijk des hemelen, omdat het hemelsch van oorsprong, aard en bestemming is, waarvan men onderdaan wordt door wedergeboorte uit water en Geest. Is het hier op aarde in strijd, in den hemel is het in zegepraal. In den hémel behoeft het niet meer te komen, dóar is het, maar hier op aarde moet het komen, komen alom waar het nog niet is en waar het is, bevestigd worden naar Gods eeuwigen raad. Het zal" dan toch voltooid zijn wanneer de aarde vervuld is met de 'kennis des Heeren gelijk de wateren den bodem der zee bedekken. Waar de Heere geeft te bidden „Uw koninkrijk kome", dé, & r wordt toch de begeerte voor God uitgesproken dat het moge uitgebreid worden in ons midden, maar ookvanj. • volk tot volk, van zee tot zee. Wordt da£r niet gevraagd: Heere, breek het rijk des ongeloofs en der zonde af, dat velen gewillige onderdanen van koning Jezus mogen worden opdat uw Naam verheerlijkt worde?

Gewis zoo leert elke door Gods genade ontdekte ziel die onderdaan geworden is van dat koninkrijk, bidden. Wij vragen is het wonder dat het de bede en de verzuchting is van al Godsc kinderen?

Is het wonder nog eens dat men in den ouden dag zoo verlangend naar de komst van dit koninkrijk uitzag en dat .de profeten en dichters onder Israël er zoo met geestdrift van gezongen en geprofeteerd hebben!

Inderdaad niets is wenschelijker dan de komst van het genaderijk van den dierbaren Heere Jezus Christus.

Dáár komt het van opstand en weerbarstigheid tegen den Heere tot gewilligheid aan Hem. DSar wenscht men in beginsel niet meer te regeeren maar geregeerd te worden en wel door 's Heeren Woord en Geest. DéAr wordt alle macht die zich tegen den Heere verhpft, verstoord en allebooze aanslagen die tegen Gods heilig Woord bedacht worden, te niet gedaan.

Waar het gevestigd wordt, d& ar daalt de hemel aanvankelijk op aarde, d& ar wordt de mensch met God verzoend, d£ar worden de wapenen neergelegd, dóór komt de vrede tot stand tusschen God en menschen en menschen onderling. Maar' wie kent de heerlijke schilderingen niet . die de profeten ons van dat koninkrijk als het gekomen zal zijn op aarde, geven?

Maar daar is nog meer dat dwingt tot deze bede. Moet en wil en zal de Heere Jezus niet als koning heerschen van zee tot zee?

Al de heidnen, door uw handen Voortgebracht in alle landen, Zullen tot u komen, Heer! Bukken voor uw aanschijn neèr. En uw' naam ter eere leven.

Maar dat zal niet geschieden zoolang het koninkrijk Gods niet geplant wordt onder de volken der aarde en in de barten van zondaren.

Die des Heeren zijn wenschen toch niets vuriger dan dat de Naam des Heeren allerwege geheiligd worde. Maar hoe zal zulks geschieden zoolang Gods koninkrijk niet gekomen is tot en in de harten der menschenkinderen. Wat zeggen wij, zij achten het niet alleen noodig en wen-, schelijk, zij bidden: „Uw koninkrijk kome." En wel in 't besef dat God alleen dat koninkrijk zijner genade kan doen komen tot en in de harten van zondaren. En niet zonder rede. Hoeveel bergen moeten er geslecht en hoeveel dalen ge-vuld worden in het zoo diep gevallen menschenhart, eer de Heere Jezus zijn intocht houden kan. En zou dit anders zyn alom onder de volken en menschen der aarde?

Lieve lezer, vergun mij tot u te komen met eene ernstige vraag. Hebt ook gij deze bede leeren bidden? Hoevelen zeggen ook deze bede gedachteloos op. Zoo is het toch bij allen die zich laten regeeren door de wereldsche begeerlijkheden, vleeschelijke lusten en den Duivel. De natuurlijke, onwedergeboren mensch is inderdaad onverschillig omtrent de eere Gods en de heiliging 'van zijnen grooten Naam. Hoe zou hij, die slechts eigen eer zoekt, liefde gevoelen tot den armen Heiden. Is het nog zoo treurig bij u gesteld? O bedenk dat het in den dag der dagen vreeselijker voor u zal zijn dan voor den heiden, want die den weg heeft geweten en niet bewandeld, zal met dubbele slagen geslagen worden. Moge de Heere uwe blinde oogea openen opdat gij een onderdaan van dat koninkrijk moogt worden en alzoo de heerlijkheid van het koninkrijk van Gods genade leerdet inzien en er liefde tot de eere Gods en tot uwen naaste in uw harte uitgestort worde.

Zijt gij lieve lezer, een onderdaan van koning Jezus geworden? Moogt gij dit betuigen met meerdere of mindere vrijmoedigheid? U is het dan geen onverschillige zaak meer of het koninkrijk van 's Heeren genade op aarde uitgebreid wordt of niet. Immers de liefde tot des Heeren Naam en des naasten heil dringt u daartoe. Naarmate gij zelf de algenoegzaamheid van Jezus genade en de heerlijkheid van de goederen van dat koninkrijk in uwe ziel hebt mogen smaken zal het meer de wensch en bede uwer ziel worden : Uw koninkrijk kome." O, gij die God vreest, die een oog voor eigen behoeften en de behoeften van arme medezondaren hebt ontvangen, dat de Heere u veel geve te bidden om de komst van zijn genaderijk in uw hart, en rondom u en tot aan de einden der aarde. Dat 's Heeren volk veel het wapen des gebeds bovenal moge gebruiken. Geen beter wapen dan dit.

Utrecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1908

Alle Volken | 4 Pagina's

Uw koninkrijk kome.”

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1908

Alle Volken | 4 Pagina's