Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Robert Moffat.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Robert Moffat.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Met een slotstukje.)

We hebben zijn opkomst gezien.

Maar nog niet vermeld, dat hij eene moeder had, die hem zoo trouw in de Heilige Schriften den weg had gewezen, en ook veel verteld van de geschiedenis der eenvoudige Christgeloovigen in vroeger dagen.

Toch was het maar een eenvoudige vrouw, zijne moeder, te Ormiston in Oost-Lothian (Schotland).

Daar was Robert nu geboren den 21 en December 1795.

Het is reeds opgemerkt hoe het zaad dus zoo tijdig gezaaid, spoedig zijn aanwezen begon te toonen.

Op den leeftijd van negentien jaar werd hij na ernstige voorbereiding onder den ouden leeraar, door het groote Londensche Zendinggenootschap als leerling aangenomen.

En al spoedig, 31 October 1816 ging hij onder zeil naar Zuid-Afrika. In het begin van 1817 zette hij te Kaapstad voet aan wal.

Maar het ging aanstonds nog niet zoo voorspoedig. De Gouverneur van Natal had bezwaar om zijn verzoek in te willigen, waarbij hij verlof vroeg om het binnenland in te trekken.

Doch geen nood, den tijd van zijn gedwongen verblijf aan de Kaap besteedde hij om zich de Hollandsche taal eigen te maken, in dat gedeelte van Zuid-Afrika het meest toen nog gesproken.

Eindelijk kreeg hij vergunning om het land in te gaan, dat was nu Nemaqualand, aan de Oranjerivier, en meer bijzonder het gebied, waar zeker hoofdman Afrikaner geheeten zijn gezag uitoefende.

Deze was bekend omjzijn barbaarsche handelingen, een schrik voor het land.

Doch ziet Afrikaner werd gewonnen. De Boeren wilden het niet gelooven en voorzagen Moffats ondergang. Deze echter week niet terug voor de onbeschrijfelijke moeilijkheden

en gevaren. Ze wilden hem houden te Warm-Bads, waar een Christen-onderwijzer en het volk er zeer op aandrong.

Hij volgde echter de roepstem op van Afrikaner en kwam 26 Januari 1818 aan de overzijde van de Oranjerivier in Afrikaners kamp, die hem hartelijk ontving, eenige vrouwen beval een huis voor hem te bouwen, waar hij nu zes maanden lang zijn verblijf had.

Daar hield hij school, predikte onder niet weinig overlast van allerlei gedierte, als wilde honden, slangen en ander gespuis.

Ook scheen hem de zon wel wat warm op zijn lijf, en hij had mede niet weinig moeite om zich veeltijds droog te houden onder de geweldige regens.

Maar hij bewerkte dapper het land en kookte zijn eigen pot, ofschoon hij vaak niet veel bijzonders had te koken. Doch hij troostte zich met den Oud-Schotschen Psalmbundel, uit welken hij zong begeleid doorzijn vioolspel.

Afrikaner was een trouw toehoorder, betoonde zich een oprecht Christen, zeer naarstig om te leeren, een waar vriend en helper.

In 1819 ging Moffat weer naar de Kaap om hulp te verkrijgen, en meteen Afrikaner den Gouverneur voor te stellen. Deze ontving den hoofdman zeer vriendelijk, en gaf zijn blijdschap te kennen hem die een „geesel voor het land en de schrik der kolonisten aan de grens" was geweest, zoo veranderd te vinden.

Geen wonder dat Moffat zeer te vreden was over het resultaat. En de kolonisten niet minder, die zich er in verheugden den leeuw als een lam zich te zien gedragen en zeer begeerig om in kennis der Goddelijke Waarheid toe te nemen.

Na ging Moffat Afrika verder in.

Was hij tot heden in het land der Hottentoften werkzaam geweest, thans kwamen de Betschoeanen aan de beurt.

In 1821 was Moffat ook gehuwd.

En met zijn vrouw heeft hij toen 10 jaren lang te Kuruman gearbeid.

Oogenschijnlijk zonder veèl gevolg. Doch hij had voorbereidselen genoeg te treffen, opdat wanneer eenmaal de tijd des oogstes kwam, hij gereed was. Hij legde zich ijverig toe op de studie van de taal dezes volks, vervaardigde taalboeken, schoolboeken, woordenboeken, en begon eene overzetting der Heilige Schrift.

Omstreeks 1130 had hij het Evangelium naar Lukas klaar en liet het te Kaapstad in druk brengen, maar leerde onderwijl zelf de drukkunst, en te Kuruman teruggekeerd had hij zich van een drukpers met al haar toebehooren voorzien.

Nu kwam de tijd van oogsten van hetgeen hij had mogen zaaien.

En .... geen stilstaan ! nadat hij zoo goede gevolgen had gezien ging hij dieper landwaarts in om ook onder andere stammen te prediken.

Ontzaglijke gevaren en de wonderbaarste avonturen moest hij doormaken.

Men kan ze beschreven vinden in het werk „Missionary Labours and scenes in South-Africa" (wat een zendeling te arbeiden had en beleefde), verschenen in 1842 te Londen.

Zoo heeft hij den weg gebaand voor de arbeiders in den wijngaard, die na hem kwamen. Men denke maar eens aan den man, die den sleutel in het slot Afrika's zette, den beroemden Livingstone, die met eene zijner dochters getrouwd was en tot in 1862 met hem in verbinding arbeidde.

In 1838 had Moffat het geheele Nieuwe Testament in het Betschoeaansch vertaald en in 1857 eindelijk, geheel zijn eigen werk, de gansche Heilige Schrift, geheel gedrukt op zijn pers te Kuruman

Kurumans’ kerk, gesticht in 1829 staat daar als een gedenkteeken duurzamer dan wat ter wereld ook, want daar zijn menschen uit de Afrikaansche woestenij herschapen tot het eeuwige leven, leeuwen die stroo eten gelijk de os.

In 1870 kon Moffat niet meer dienen. Door zijn vele werk verzwakt en op zijn leeftijd kon hij niet beter doen dan naar zijn oud-* Vaderland terug te keeren.

Daar trof hem in 1871 het verlies zijner vrouw, die een goede halve eeuw lang deelgenoot en trouwe hulpe als tegenover hem was geweest.

Hoe hij echter, in Engeland, werd erkend, "de man die, toen hij in Afrika kwam er vond het volk van moordzieke wilden en toen hij het verliet hun de voorrechten had geschonken van het bezit eener vertaling der Heilige Schriftuur en al wat daarmee gepaard ging — hoe hij daarvoor de erkentenis mocht inoogsten ?

Ge hebt reeds in het eerste stuk gezien welk een eer hem werd bewezen in de groote vergaderingen te Londen.

Maar ook zijn eigenlijk vaderland: Schotland bleef niet achter.

De hoogeschool van Edinburg maakte hem eershalve Doctor in de Godgeleerdheid.

Daar werd hem tevens een geschenk van £ 6000 = (f 72.000) ter hand gesteld, waarvan hij zeker wel een goed gebruik wist te maken.

Hij was niet alleen een geniaal man, van een wonderbare geesteskracht, maar ook met een heldenmoed des geloofs begiftigd en van een ijzeren wilskracht, zoodat hij alle gevaar en moeite te boven kwam.

Hij stierf den 9en Augustus 1883 te Leigh

den ze te koop zijn.

De Delftsche broeders en zusters waren met dit plan van den „dameskrans' hartelijk ingenomen en van alle zijden — ook van die van waar zij het niet hadden verwacht, werden de bewijzen van sympathie gezonden met dezen eersten bazar van den Geref. Zend. Bond.

Ds. Benes, de voorzitter van de Delftsche hulpvereeniging, hield 's avonds een passende toespraak met het oog op en in 't belang van de goede zaak en beval den arbeid van den „Dameskrans' zeer in de sympathie der vrienden, en vooral van de vriendinnen aan.

Het succes van dezen dag is dan ook bijzonder groot geweest, en het resultaat vertrof ver de verwachting van alle Damesleden van dezen werkzamen en zending lievenden kring.

Om tien uur was alles uitverkocht en met finantieel voordeel van ongeveer 200 gulden kon de secr-penningmeesteres huiswaarts keeren, blijde met de blijden, over zoo gunstigen afloop.

Wij zeggen zeker niet te veel als wij hopen dat Delft tot voorbeeld mag strekken voor vele hulpvereenigingen van onzen Bond.

Wat in Delft kan, kan elders ook ; misschien op andere wijze en in anderen vorm, naar plaats en omstandigheden gewijzigd, maar dan toch even zoo als een uiting van liefde voor den arbeid der Zending, en als stoffelijke bijdrage voor den kas van den Bond.

Hartelijk hopen wij, dat de éénjarige Delftsche dameskrans, mede opgewekt door haar ongedacht resultaat, moge voortgaan op den ingeslagen weg, en vele jaren mag blijven arbeiden in het belang van de Geref. Zending in de Ned. Herv. Kerk.

D. 22-5-11.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1911

Alle Volken | 6 Pagina's

Robert Moffat.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1911

Alle Volken | 6 Pagina's