Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indische godsdiensten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indische godsdiensten.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het Buddhisme.

„Het Buddhisme is de godsdienst van vele millioenen menschen in Azië, en wel in dat gedeelte van het werelddeel dat Oostwaarts gelegen is van de Mohammedaansche wereld.”

In onze dagen, waarin zoo groote aandacht wordt gewijd aan het Mohammedanisme en zijn machtige uitbreiding mag wel eens aan het Buddhisme herinnerd, waarom met gretigheid ter hand genomen het werkje van Prof. Dr. J. S Speyer, Hoogleeraar te Leiden, zoo pas verschenen in Groote Godsdiensten, Baarn Holland ia-Drukkerij, getiteld „Het Buddhisme”.

Boven aangehaalde woorden zyn de eerste van het interessante geschrift, waarin hij in de eerste plaats op de geschiedenis van het Buddhisme wijst, hoe het uit het Westen en Zuiden van Azië is verdrongen en vooral in Oostelijk Azië zyn meeste aanhangers heeft.

Het Buddhisme schetst dr. Speyer dan vervolgens als de verlossingsleer, door den Buddha aan de schepselen geopenbaard om den weg ter Verlossing aan te wijzen uit den eindeloozen kringloop van geboren worden, leven en sterven, opnieuw geboren worden, opnieuw leven, opnieuw sterven enz., met al het leed, dat aan die verschijningsvormen ia de zichtbare wereld onafscheidelijk verbonden is.

Buddha ia geen eigennaam, maar eene be titeling, het wil zeggen: de verkondiger van het Buddha-evangelie.

Vóór den verkondiger van de laatst verschenen Buddha zijn er nog vele andere Buddhas geweekt.

De laatste, in de 5e eeuw vóór onze jaar-

telling, was (^akyamuni, dat is de Asceet (tot vroomheid zich oefenende) uit het geslacht der C^& kyas, ook wel Gautama Buddha genoemd. Zyn eigennaam was Siddbartha.

Hij leeft voort in de herinnering van het nageslacht als de ideale figuur van het hoog verheven, tot het Buddhaschap voorbestemde wezen, den Grooten Man, den Bodhisattwa, die, na in tallooze vroegere geboorten zich door bovenmenschelyke geestesloutering en bovenmenschelyke deugdoetrachting daartoe te hebben voorbereid, in zyn laattte existentie of bestaan, door eigen inspanning die hooge waardigheid bereikt heeft.

Alwetend en alwys, bezitter van de hoogste kennis, die hy ten behoeve van de schepselen, die in duisternis en jammer gedompeld zyn onverpoosd verkondigt, is Hy de Hoogste in de wereld van goden en menschen, de Tatbagata.

Het vast geloof in herhaalde wedergeboorte van hetzelfde individu (persoon op zichzelf) is de ondergrond van het Buddha-begrip. .Het geheele verhaal van het leven dezes Grooten Mans is geene geschiedenis, hoezeer er ook onder vermengd, maar een product van de fantasie.”

Zoo acht prof. Speyer.

En dan zal het wel zoo wezen, want hy is een uitnemend kenner van het Buddhisme.

Niet om den geheelen gang van het werk van den hoogleeraar na te gaan is het thans te doen. De geschiedenis van het optreden des Grooten Indischen Meesters, wiens prediking zoo insloeg en naar wiens raad door vorsten werd geluisterd, is belangryk genoeg om er eens kennis van te nemen, maar dan zou het geheele geschrift moeten worden in hoofdzaak teruggegeven.

En ieder belangstellende kan het zich voor 40 cent aanschaffen.

Hierop dient echter de aandacht gevestigd, dat de leer van het Buddhisme wezeniyk niet veel verschilt van wat door de meesten als het Christendom of zyn leer aan de volken wordt voorgesteld.

Niet dat het Buddhisme dezelfde geschiedenissen doet verhalen, als de veeltyds voorgestelde Christelijke leer. Maar in het wezen der zaak is het een zelfde poging om door menschelyke krachtsinspanning zich te verheffen uit het duister bestaan.

Niets heeft de Buddha (j'& kyamuni gemeen met den Christus Gods. Hoezeer ook vele gebeurtenissen uit zyn leven, als: merkwaardige bekeeringen die hy maakte, wonderen die hy wrocht, scheuring onder zijne discipelen, die hij bezwoer, verraad van zyn snooden neef Dewadatta, vaak op den voorgrond worden gesteld om eenige treffende gelijkenis op de Nieuw-Testamentische geschiedverha len te doen uitkomen.

Toch is dit alles maar een werk van in deze wereld zich staag openbarende machten om als het kan, den Gezalfde Gods van Zyn Troon te rukken.

Ook om er op te wijzen, dat men met een Christus van menschelyke vinding bij de door het Buddhisme behperschte volken niet behoeft aan te komen, is het hier de gelegenheid. Want zij hebben in dezen Buddha reeds een verlosser leeren kennen die even groot zich voordeed.

De Christus des Evangeliums, Die ons geworden is Wijsheid van God, Rechtvaardigheid, Heiligmaking en Verlossing, draagt een geheel ander karakter.

Hjj is niet uit Zich zei ven slechts opgekomen. Hij is de van den Vader gezondene. Hy verkondigt niet slechts wijsheid, maar Ho is de Wijsheid.

Hij is Jehovah onze Gerechtigheid. Hy is aan de Rechterhand der Majesteit GoJs in de hoogste hemelen en regeert van daar uit, en doet in Hemel, afgrond, zee en aard Zyn macht kennen.

In de persoonlijke gemeenschap met Hem als het Hoofd en Zyn geloovigen de leden des lichaams oefent Hy Zijne werking, zij hebben in Hem de opstanding en het leven, het leven, dat zy nu reeds kennen en niet eerst na vele nieuwe geboorten deelachtig worden.

Schitterender steeds komt by alle verge lyking de heerlijkheid uit van onzen Koning, Die den Troon Davids beklom. Vooral ook als Hij in dit alles gekend wordt als Die or.s in Zijn bloed heeft ge wasschen van onze zonden.

Daar weet Buddha niets van.

Welgelukzaligzii, dienaar Zyn reine leer, in den Christus Gods al hun heil kennen. Welken God gesteld beert tot een erfgenaam van alles, door Welken Hy ook de wereld gemaakt heeft.

Dewelke alzoo Hij is het afschijnsel Zyner heerlijkheid en het uitgedrukte beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het Woord Zijner kracht, nadat Hy de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de Rechterhand Ider Majesteit in de hoogste hemelen.

Verre boven alle overheid, en macht, en kracht en heerschappij, en allen naam, die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende.

R.

D.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1911

Alle Volken | 8 Pagina's

Indische godsdiensten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1911

Alle Volken | 8 Pagina's