Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorbereidend werk voor de Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorbereidend werk voor de Zending.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een stuk in de Java-Bode, een Indisch dagblad, doet ons een aardigen blik werpen op hetgeen er noodig is vóór en aleer met goed en blijvend gevolg onder de Heidenen kan worden gewerkt.

De inzender had dr. Adriani, die 17 jaren onder de Toradja's heeft gewerkt, bezocht. In 't versiag van zijn onderhoud deelt hy mede, hoe dr. Adriani, na eerst gepromoveerd te zijn tot doctor in de talen van den Indischen Archipel, in 1895 zich naar Celebes begaf, waarheen de Zendeling A. C. Kruyt een jaar te voren was vertrokken.

Om een idee te geven van de afstanden in midden-Celebes, noemde hij een afstand als van het oostelijk deel onzes lands naar Ierland, wilde men van Gorontalo, het Noordelijk schiereiland van Ctlebes, naar het land der Toradja's komen.

De taal der Toradja's kenden zy niet. Die moest dus eerst geleerd. De Zendelingen deden alsof zy niets wisten.

Ze wezen naar de zon en vroegen wat dat was.

Dat begrepen de inlanders niet. Hadden zy dan in het land van waar zy kwamen, geen zon ?

En toen de Zendelingen vroegen wat de zee was, toen kende hunne verbazing geen grenzen. Zy waren toch over het groote water gekomen.

Zoo werd hun taal geleerd, die veel verwantschap heeft met het Boegineesch en Makassaarsch (in 't Zuiden van Celebes), en daarmede hetzelfde taaltype vertoont.

't Ging heel moeilijk den Toradja's aan 't verstand te brengen, waarvoor zij kwamen. Dit spruit voort uit hun godsdienst, die vooral bestaat in aanbidding van afgestorven familieleden. Spraken de Zendelingen van God, dan vroegen de Toradja's of dat familie van hen was.

De Toradja's laten de lijken van hun betrekkingen in kisten uit boomstammen zoolang staan, totdat het gebeente er gemakkelijk uitgenomen kan worden. De beenderen zijn alleen het wezenlijke. Die worden dan feestelijk vereerd, terwijl men luide weeklaagt. En daar zoo'n feest nog al veel uitgaven vereischt, wachten ze gewoonlijk tot er eenige stellen beenderen te verzamelen zijn.

Behalve deze aanbidding van familieleden worden ook nog ZOD, maan, wind en andere dergelijke als machten beschouwd, die door priesteressen als bemiddelaarsters te hulp te roepen zijn.

'tGing natuurlijk in den beginne erg moeilijk om in de taal der Toradja's hun mededeelingen te doen. Maar 't hielp nog al, dat ze het vertrouwen konden winnen.

De hoofden vonden, daar de Zendelingen nog te veel hakkelden, de vertellingen niet erg smakelijk. Maar slaven, die ze zonden en welke graag kwamen, omdat ze altijd iets kregen, maakten hun gehoor uit. Allengs kwamen de stamhoofden ook weer, ondanks het kwaadspreken der Mohammedaansche lieden van de kuststrook.

En ze konden ook tot oprichting van scholen komen, want een Indisch Christenonderwijzer uit de Minahassa, die de taal der Toradja's had geleerd, verleende zijn medewerking.

Nu werkt op die scholen zelfs een Toradjaonderwijzer, een bekeerling. De eerste bekeerling kwam pas in 1909 na 14 jaar arbeid.

Wel zijn er nog onlusten geweest van naburige stammen, maar het Gouvernement bedwong deze. Onderwijl was het den Zendelingen aangenaam het Gouvernement te kunnen toonen, dat de Toradja's ordelievende onderdanen werden, die geregeld hun belasting betaalden en zorg gingen dragen voor het aanleggen van wegen, het stichten van dorpen (verzamelingen van gehuchten) enz.

Thans zijn er een 1000 Toradja's gedoopt. Spoedig zal een werk in drie deelen over de Toradja's verschijnen. De heer Kruijt schreef er twee van over de „Land-en Volkenkunde", dr. Adriani bewerkt het derde , Taal-en Letterkunde".

R.

D.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1912

Alle Volken | 8 Pagina's

Voorbereidend werk voor de Zending.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1912

Alle Volken | 8 Pagina's