„ALLE MACHT”.

’t Streven der wereld is naar macht.

Toen het schepsel in Edens hof luisterde naar de lokstem van Satan, lag er in dat luisteren de begeerte ook naar macht. „Gij zult als God wezen", zoo werd hem gezegd. En gewis, de mensch heeft 't ook zco verstaan, dat bij de kennis de heerschappij zou komen.

Sinds zoekt hij eigen sterkte. Kain bouwt eene stad. Nimrod grondde Babel. Een toren zou tot den hemel reiken. Wapenen werden gesmeed. Machtshonger vervult den mensch. En die geesel des oorlogs vermenigvuldigt op aarde de tranen en sma^t. Macht te hebben, te heerschen, alles voor zich te doen sidderen — 't is < !< -' wellust van 't verdorven schepsel, dat als slavenkind des Satans den leugen indronk.

Macht tegen den Hemel, macht tot den hemel. Maar m; .cht in den hemel — neen, dat gevoelt het schepsel, — dat kan niet. Die erkentenis moet toch zijns ondanks van de lippen.

Een slechts is er, Die macht heeft in den hemel: God Drieëenig. En Jezus Christus getuigt, dat Hem die macht gegeven is. Als de overwinningskroon na den strijd.

„Alle macht”.

Macht over de Serafs en Cherubijnen. - Macht over machten, krachten tronen, macht over alle gezaligden, over alles ! Over. winningsmacht, eeuwigheidsmacht, liefdemacht!

Maar zoo dan niet in den hemal, dan toch op de aarde heeft de mensch macht. Macht over het onbezielde, over de visschen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. (Gen. 1 : :28). Macht over zooveel. Die macht toch begeert hij, eigent hij zich toe. Die macht aanbidt hij en verheerlijkt hij.

Als hij schatten vergadert , is 't, opdat hij daarin en daardoor heerschappij zou kunnen openbaren. Als de machtigen de grenzen van hun rijk uitstippelen ver over de vorige landpalen heen, als de zwaarden flikkeren, de vernielingswerktuigen hun vreeselijk werk doen — 't is om de macht! 't Is die macht, die hij uitoefenen wil, als hij devotelijk het hoofd buigt of de handen opheft, en bidt op de hoeken der straten.

Geld is macht, kennis is macht, eer is macht!

Doch alle macht op aarde is geen schepsel beschoren. Allen toch gehoorzamen en zijn onderworpen aan DIEN EENEN, voor wien koning en onderdanen tezamen bukken in het stof, aan DEN DOOD „Waarom woeden de Heidenen en bedenken de volken ijdelheid? Die in den hemel woont, zal lachen, de HE ERE zal hen bespotten”.

Eén heefit macht. JEZUS CHRISTUS! Want Hij overwon. „En deoverheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar ten toon gesteld en heeft door hetzelve (het kruis) over hen getriomfeerd. (Coll. 2 : 15).

Maar de kinderen der menschen zijn tezamen een onmachtig volk!

De discipelen des Heeren bevinden zich met den Verrezen Christus op den berg bijeen. Het gaat op scheiden aan. Zal Hij nu heit Koninkrijk aan Israël weder oprichten? Maar Hij richtte immers een Koninkrijk op, dat geen einde zal hebben! En in DAT Koninkrijk ontvangen de Zijnen macht. Macht, om als gezanten van Christus te getuigen, om te prediken het Evangelie aan alle creaturen.

Dat vermogen zij, omdat Hij alle macht heeft, omdat Hij in en met die macht bij hen is tot de voleinding der wereld.

Een onmachtig volk zijn zij. En toch zoo machtig. Want zoovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven, kinderen Gods te worden, namelijk, die in Zijnen Naam gelooven. (Joh. 1:12).

Hunne macht is Liefdemacht, is Genademacht, is Lijdensmacht. En Overwinningsmacht is ze ook.

De Apostel roemt: n dit illes zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. (Rom. 8 : 37).

In deze dagen zien wij immers in 't bijzonder op tot dien Verhoogden Christus, Wien gegeven is een Naam boven allen naam! En dan opziende, aanbidden wij. „Alle macht" bij U in den hemel en bij U op de aarde. Ach, wij zijn zoo arm, zoo vreesachtig, zco zwak! Maar dan ziet Hij Zijn kind aan en zegt: ijne genade is u genoeg: ant Mijne kracht wordt in zwakheid volbracht (2 Cor. 12 : 9). Fn dan wordt het hoofd blijmoedig opgeheven. Voort dan in den naam mijns Heeren !Ben ik dan zwak? Maar als ik zwak ben, dan ben ik machtig. W r ant ik vermag ALLE DINGEN door Christus. Die mij kracht geeft. (Fil. 4:13).

Z.

L.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen