Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAARLIJK OPGESTAAN!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAARLIJK OPGESTAAN!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere is waarlijk opgestaan. Luk. 24 ; 34a.

Ziedaar, lieve lezer! het Evangelie, dat heinde en ver verkondigd wordt. De Heere is waarlijk opgestaan. Als wij dat w oord waarlijk in de H. Schrift eens nagaan, dan zien wij het op verschillende wijzen gebruikt. In de eerste plaats om daarmede eene bewezen waarheid uit te drukken, de zekerheid van een feit, door verschillende bewijzen gestaafd. Zoo roept de Hoofdman bij het kruis: „Waarlijk, deze mensch was Gods Zoon!" De Hoofdman had daarvoor de bewijzen in de wonderen, die bij het kruislijden en het sterven met Jezus plaats grepen. Zoo ook de opstanding van Jezus! Het bovengeschreven woord werd door de discipelen aan de Emmaüsgangers toegeroepen. En ook zij vonden een bewijs voor Jezus opstanding, want zij voegden er aan toe: „en Hij is van Simon gezien!" Christus' opstanding bewezen! O gewis, daar moesten zelfs de wachters van het grif getuigenis van afleggen. De verschijningen aan zoovele zijner discipelen zijn een cnomstootelijk bewijs! Maar, lezer, het beste bewijs is er, als gij de kracht van Christus' opstanding in uw eigene ziel ervaren inoogt. Wat of dat is? Als gij zijne werkingen in uwe ziel ondervinden moogt. Als gij u onwederstaanbaar voelt getrokken, om de toevlucht te nemen tot het zoenbloed van Christus. Als gij met het cog des geloofs den Christus Gods als uw borg en uw koning ontmoeten moogc. Als gij zijn woord, als honig zoo zoet, mcogt genieten. Als gij Hem daarboven voor u biddende en pleitende werkzaam gevoelt. Als gij door Hem en in zijn naam tot den Vadertroon moogt naderen. In één wcord, als gij eenige geestelijke bevinding hebt, dan ondervindt gij de kracht van de opstanding van Christus.

Maar het woord „waarlijk" komt in de Schrift ook voor om de zekerheid van iets wonderbaarlijks te kennen te geven. Sara zeide: „zou ik ook waarlijk baren, nu ik oud geworden ben? " Maar dan mochten zeker de discipelen wel roepen: „de Heere is waarlijk opgestaan!" Zijne opstanding is toch wonderlijk! Voor het menschelijk verstand ook onbegrijpelijk. De gekruiste Christus, die het hcofd nederbuigende 'den geest gaf, uit wiens zijde bloed en water vloeiden, die in een grafspelonk werd bijgezet, de overwonnene verbrak als overwinnaar de kluisters van het graf en trad te voorschijn. Daarom staat er verecht, dat Hij door de opstanding uit de de oden krachtig bewezen is te zijn de Zoon van God. Alleen goddelijke almacht kon hier triumfeeren. Waarlijk, tegen alle verstand in, ja waarlijk de Heere is opgestaan.

In het woord „waarlijk" ligt ook de bevestiging eener waarschuwing. „Waarlijk, te vergeefs verwacht men het van de heuvelen !" Maar dan mocht dat woord ook wel bij de vermelding van de opstanding \an Christus gevoegd worden. Want in de' opstanding van Christus ligt eene geweldige waarschuwing voor alles wat tegen Christus ingaat. Indien de Heiland door den dood niet gehouden kon worden, indien alle machten der hel niet in staat waren om Hem gebonden te houden, maar hoe zal dan een nietig menschenkind zich met den Christus meten? Waarlijk zijne vijanden vinden dan in den verrezen Heiland, een tegenstander, die hen met den adem zijner lippen doodt.

In het woord „waarlijk" ligt ook de bekrachtiging eener blijde boodschap. Jesaja roept uit: „Waarlijk, hij heeft onze krankheden op zich genomen!" Maar zulk een waarlijk mag dan ook wel gevoegd worden bij de blijde boodschap, dat Jezus is opgestaan. Want de vrucht van de opstanding van Christus is zoo groot. Ten eerste blijkt daaruit de schulddelging. Een gevangene wordt uit de gevangenis niet gelaten, voordat dc straf volkomen betaald

is. Het graf van Christus ging ook niet open voordat de laatste druppel van den beker, die gedronken meest worden, gedronken was. Dat het graf openging, is dus een bewijs, dat de losprijs behaald is, dat er niet het geringste aan ontbreekt. In den verrezenen Christus zijn dus Gods kinderen zonder schuld en zonde. Daarom zegt de Heere: „Troost, troost ir.ijn volk, spreek naar het harte van Jeruzalem en roep het haar toe, dat hare strijd vervuld is, dat hare ongerechtigheden verzoend zijn!" Daarom staat er ook, dat Christus opgewekt is ter rechtvaardigmaking. In Jezus' opstanding blijkt dus de vereffening der schuld, in den opgestanen Christus zijn de zijnen dus rechtvaardig voor God.

Maar er is nog een tweede vrucht. Indien Christus is opgestaan, de banden des doods en der hel verbrak, dan ligt daarin ook de zekerheid van de geestelijke opstanding van al Gods volk. Want zij zijn met Christus vereenigd, zij zijn één lichaam met hem, één gebouw, één wijnstok. Zij zijn dat van eeuwigheid, door de schenking waarmede zij aan den Zoon ter verlossing geschonken zijn. Zij zijn dat bij de wedergeboorte door den band des H. Geestes, die in Christus woont en in al de ltdcn zijner duurgekochte gemeente. En omdat zij dus één zijn met hun Heiland, daarom deelen zij ook in zijne opstanding. Zooals Christus - de banden des doods verbrak, zoo ook verbreekt Hij bij al zijn volk de banden van - den geestelijken duod, waarin zij gezonken liggen. Hij komt over de ziel van zijn uitverkoren kind en zegt: „Ik zeg tot u in uwen bloede leef!" Hij wederbaart ze door zijn Geest. Hij brengt ze tot die hartelijke droefheid tot God, die eene onberouwelijke bekeering met zich brengt. Hij troost en leidt en draagt ze, Hij bakent hun levensweg af. Hij kastijdt, maar heelt ook; Hij slaat, maar balsemt ook. Zooals Hij door de hel niet gebonden kon blijven, zoo verbreekt Hij ook de werken der duisternis in de harten zijner kinderen. Hij maakt de macht van satan bij hen tot niet. Ja zelfs, als Hij den satan nog eenige macht overlaat, dan is het juist om die macht tot verootmoediging, loutering en heerlijkmaking zijner kinderen te gebruiken. En zoo is het dan wel een blijde boodschap, dat Christus is opgestaan en daarmede ook al zijn volk aan zijne opstanding deel krijgt, en wel mag men die blijde boodschap bevestigen door het Gcds bekommerde kinderen toe te roepen: „de Heere is waarlijk opgestaan!”

En dan is er nog een derde vrucht. In Christus' openbaring ligt ook ds zekerheid der lichamelijke opstanding. Ook dat is iets dat tegen het verstand indruischt. Wij sterven en worden tot stof. Het stof vermengt zich met de aarde. Ander stof komt door het onze. Hoe zal eenmaal alles weer bij elkander komen? Hoe zal van de martelaren, die eens voor wilde dieren geworpen werden en door hen werden gegeten, ooit het lichaam in cnverderfclijkheid worden opgewekt? En toch Christus' opstanding is het bewijs, dat wat onmogelijk is bij de menschen, mogelijk is bij God. Is Christus opgestaan tegen alle verwachting en tegen atye verstand in, welnu wie zal dan niet zwijgen op het wonderbaarlijke van onze eigene opstanding. Kon Gods heilig kind Jezus geen verderving zien, dan zullen ook de in Hem gekenden geen verderving en vernietiging aanschouwen. Dan zal de zee hare dooden weer moeten geven, en het graf zal zijne dooden weer moeten geven. Dan zal van het gansche wereldrond het stof van Gods ontslapen vromen weer verzameld worden in den grooten dag der opstanding. Zeker, als dat alles de vrucht is van de opstanding van Christus, dan mogen de discipelen wel met een „waarlijk" haar bevestigen: „Dc Heere is waarlijk opgestaan!”

O mochten wij dan eens recht Paschen houden. Mochten wij die kracht van Christus' opstanding aan eigen hart ervaren. Daar zal het toch toe moeten komen. In Israël moest ieder Pascha vieren als eene gedachtenis hoe de Heere uit Egypteland had uitgered. Maar ook gij, lezer! zal het goed met u zijn, zult hier uw geestelijk Pascha moeten hebben, waarbij gij als de vrucht van Christus' opstanding het weet, dat de Heere u uit het Egypte der zonde, van onder de macht van den Pharao Satan, door de roode zee heeft heengevoerd, en u nu leidt naar het geestelijk Kanaan daar boven om het eeuwig Pascha daar te vieren met den Heere, die dood is geweest, maar wederom levend is geworden, die ook voor u dan de sleutelen des doeds en der hel gebruikt heeft, om u van allen dood en nood te verlossen.

De B.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1924

Alle Volken | 12 Pagina's

WAARLIJK OPGESTAAN!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1924

Alle Volken | 12 Pagina's