NAAR HET RIJSENBURGSCHE BOSCH!
Tot blijdschap der Regelingscommissie heeft de Gemeenteraad van Rijsenburg weer gunstig beschikt op haar verzoek om den negentienden Zendingsdag op de bekende plaats te mogen houden ; op de plaats, waar wij reeds vele malen samenkwamen op den eersten Donderdag van Oogstmaand en beluisterden de toespraken en opzongen de woorden Gods; op de plaats, die in één adem genoemd wordt met onzen Zendingsdag en waaraan vele aangename herinneringen verbonden zijn en waarvan menige zegen is weggedragen.
Het Gemeentebestuur van Rijsenburg brengen wij al vast langs dezen weg onzen hartelijken dank' voor de groote bereidwilligheid, waarmede oris verzoek ook nu weer is toegestaan,
En zullen wij nu nog moeten opwekken om Donderdag 5 Augustus naar de voor den „Gereformeerde Zendingsbond" historische plek in het schoone Rijsenburgsche Bosch te gaan?
Wij weten het, velen, zeer velen, honderden hebben 5 Augustus al weer bestemd voor Rijsenburg. Maar er zijn ook nog weifelenden, er zijn er ook nog, die aansporing behoeven, niet genoegzaam overtuigd, dat het zendingsbevel niet van een mensch is gekomen, maar van den grooten
Zendeling, van Jezus Christus. En daarom : Op, naar het Rijsenburgsche Bosch!
Laat ons evenwel bedenken, dat. het niet genoeg is naar Rijsenburg te gaan; maar dat het: Hoe gaan wij er heen ? van de grootste beteekenis is. Zal het wel wezen, dan moet er biddende voorbereiding zijn. Biddende voorbereiding bij sprekers en hoorders, bij allen, die zich ten dienste stellen van het zendingswerk. Zóó is er zegen te verwachten, zegen voor de persoonlijke ziel, zegen voor de zending, gedreven door den „Gereformeerde Zendingsbond".
Mocht onze zendingsdag door zeer velen, onder begunstiging van schoon weer, door duizenden, worden bezocht, een aangenaam en rustig verloop hebben, door geen echt wereldsche wanklanken ontsierd worden en rijke vrucht afwerpen voor Gods Koninkrijk ! Verplaatse hij ons in den geest naar de Toradja-landen en leve in ons hart de bede:
Heer'! „steun hen, die aan verre stranden Als vredeboden eenzaam staan; Zijn zij vermoeid, beur op hun handen, Versterk hun knieën onder 't gaan. Zij werken Heer'! op Uwen akker, Roep door hun stem de dooden wakker."
De Secretaris v.d. Regelingscomm., Westbroek.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1926
Alle Volken | 16 Pagina's