Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN HET ARBEIDSVELD. Poeang Matoea, de Hemelheer, de Schepperder wereld.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN HET ARBEIDSVELD. Poeang Matoea, de Hemelheer, de Schepperder wereld.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vervolg van zendeling Zijlstra).

Daar staat nog de oude, den hemel ondersteunend, Den koepel dragend op zijn hoofd; Niemand die spreekt als de aardbewoners te voorschijn komen, Want de storm loeit met kracht, Een vierde gedeelte gaat hij binnen, Een achtste gedeelte doorwaait hij; De menschen beginnen te spreken, De aardbewoners vangen aan te spreken; Poeang Matoea zet de hemelladder op, Hij richt den trap op in het midden van het heelal;

Hij klimt naar boven in den eersten hemel, Boven op den boog van het hemelgewelf; Hij bouwt een huis schoon van stijl, Hij richt op het juk, juist van vorm; Gereed is het huis, schoon van stijl, Opgericht is het juk, juist van vorm ; Dan maakt Hij een rijstschuur op acht palen, Richt op de rijstschuur, wel ineengevoegd, Alleen vleit Hij zich neer op het vlechtwerk, zonder oneffenheid, de Althoos (Grijze Op het gladde vloertje, zit Poeang Matoea, de Verhevene ;

Luisterend naar de Zoetlachende, Hoorend naar de Vrolijk Schaterende, Nu richt Hij een blaasbalg op, Plaatst Hij den dubbelen bamboekoker, Op den steen van graniet, De rots, onwrikbaar hard; De Zoetlachende wordt zichtbaar, De Vrolijk Schaterende vertoont zich; Nu richt Hij een offerstel op, Ook zet Hij de zes enaubladeren er neer, De steen van graniet springt uiteen, De harde rots barst uit elkaar; j De Zoet Lachende komt er uit, | De vrolijk schaterende treed naar buiten; - | Ontvouwen wordt een kleed, ; Gespannen wordt een mawa:1 De huwelijksadat wordt verricht, De trouwplechtigheid wordt voltrokken;

Volgens dit verhaal was God, voor de schepping nog sluimerende tusschen hemel en aarde. De hemel lag nog als een. dik kleed op de aarde terwijl dikke duisternis alles omhulde.

Door het blaffen van den „Dirappan", wordt Poeang Matoea echter uit zijn slaap opgewekt, en richt Hij zich op. Hierdoor wordt de hemel opgelicht, draagt Hij de hemelkoepel op zijn hoofd, en zijn hemel en aarde daardoor voorgoed gescheiden.

Zon, maan en sterren worden te voorschijn geroepen, alsook bergen, dalen en rivieren.

Als dit gereed is, roept Hij zijn broeders om de macht te verdeelen. Dit is in het verhaal weergegeven door het verdeelen van de sago weer en arengpalm. De sagoweer wordt getapt, van de arengpalm. De bedoeling is dus dat in beide zinnen het zelfde gezegd wordt, zooals wij dit steeds in de literatuur aantreffen, _ n.1. de tweede zin is een herhaling, of nadere omschrijving van de eerste.

Poeang Matoea wordt hier dus gedacht als hebbende drie broeders, waarvan Pong Toelang. Denna de rivieren bewoont. In den volksmond is Hij bekend als Pa'poeangan, die tijdens het baden of oversteken der rivier, den niets kwaads vermoedende met de plotseling aanbruisende bandjir meesleept en wegvoert naar zee.

Pong Radeng woont aan den oorsprong van de Sa'danrivier en straft de hoogmoedigen en gewetenloozen, Terwijl Pong Lalondong in het zuiden aan de monding der rivier verblijf houdt. Daar bewaakt hij het doodénrijk, en onderzoekt de gestorvenen. In den tekst staat: „te bosi ongi'na", hetgeen beteekent „dengenen wiens steel zijn verrot". De dooden worden vergeleken met vruchten die rijp van den boom vallen.

Geen mensch kan aan Pong Lalondong ontkomen, zijn groote hond houdt trouw de wacht. Om dezen laatste te misleiden wordt dikwijls een hond geslacht voor de(n) doode, opdat deze met de hond van Pong Lalondong zal vechten, terwijl de doodenziel dan ongehinderd kan voorbijgaan.

Ook wordt wel verteld dat een diepe kloof het doodénrijk scheidt, waarover de ziel eerst zelf een brug moet spannen van zijn (haar) eigen haar hetgeen dan meteen moet verklaren, waarom de Toradja lang haar draagt. Breekt deze brug, dan is dit een teeken dat de doode zich tijdens het aardsche bestaan, heeft misdragen, en stort daarom naar beneden in een diep ravijn, waar schorpioenen, duizendpooten en allerlei ongedierte de(n) zondaarfes) voortdurend kwellen.

Pong Lalondong zouden wij daarom kunnen noemen de verpersoonlijking van de vergeldingsidee. Bij vergelding moeten wij hierbij niet slechts denken aan het straffen en beloonen van zedelijk kwaad. Vooral de overtreders van de adat, de gebruiken en gewoonten door de voorouders hen over-

geleverd, wordt zwaar toegerekend. Daartegenover zal dapperheid en rijkdom de doodenziel zeker een voorname plaats in het schimmenrijk verzekeren.

Als ieder van zijn broeders diens plaats is aangewezen, dan staat Poeang Matoea nog steeds daar met het hemelgewelf rustend op zijn hoofd.

Eerst nu spreekt het verhaal over het ontstaan van menschen. De wind zal hier wel bedoeld zijn, als levenwekkend, evenals de adem Gods den eersten mensch het leven gaf. Bijzonderheden worden verder hier niet gemeld.

Nadat Poeang Matoea alzoo zijn taak op aarde volbracht heeft en ieder zijn plaats is aangewezen, besluit Hij zich in den hemel te vestigen. Hiertoe richt hij een ladder op die reikt tot aan den hemel, waarlangs Hij vervolgens naar boven klimt. Op den hemelkoepel vestigt-Hij zich en bouwt daar een huis en rijstschuur.

Een ander verhaal vermeldt dat hij daar vier sawahs heeft. Hij voelt zich echter zeer eenzaam, omdat hij geen vrouw heeft. Op zekeren dag wordt hij echter getroffen door het zoete lachen eener vrouw, die blijkbaar 111 een steen verblijf houdt. Om den steen te splijten, neemt hij een blaasbalg en stelt die nabij dezen steen. Zulk een instrument, zooals die bij de smeden thans in gebruik is, bestaat uit twee dikke uitgeholde bamboekokers naast elkaar, van ongeveer 1 Meter hoogte, waarin zich de zuigers bevinden. Door het op en neer bewegen der zuigers wordt het vuur aangeblazen.

Zoo ook deed Poeang Matoea, door de hitte van het vuur den steen te splijten, na echter eerst een offer gebracht te , 'hebben.

Als de „Zoet Lachende" haar steenen woning verlaten heeft, huwt zij met Poeang Matoea, en vieren zij het huwelijksfeest (rapanan kapa' = het losmaken van de kapa', eigenlijk boete bij echtbreuk opgelegd). Hiermee wordt meteen den grond gelegd voor de huwelijksadat.

De litanie, waarvan ilf hierboven een klein gedeelte vertaalde, geeft verder nog allerlei bijzonderheden, die wel niet allen in direct verband staan met ons onderwerp, maar toch zoo interessant zijn dat ik ze hieronder wil mededeelen.

Het verhaal vermeldt verder hoe uit het huwelijk van Poeang Matoea zes kinderen geboren werden.

Een aardige geschiedenis is het volgende ; Nadat de kinderen groot zijn geworden besluit de Hemelheer aan ieder van zijn kinderen een sawah te geven. Een van hen genaamd Indo Pare-Pare is daar geheel . niet mee tevreden en ontrooft daarom haar vader een weeftoestel. Het duurt echter niet lang of zij komt rijst vragen bij een harer zusters, genaamd Indo Sama Denna. want zij heeft onduldbare honger. Haar zuster lacht haar echter uit en verwijt haar haar eigen domheid. Waarom ook niet de sawah aangenomen, die haar vader had aangeboden.

Indo Pare-Pare wordt hierover echter erg boos op haar zuster en wil dat een Godsoordeel uit zalmaken wie gelijk heeft. Haar zuster stemt toe en beide zullen zij zich in de rivier onder water dompelen. Wie dit het langst uithoudt zal in het gelijk worden gesteld. Indo Pare-Pare is echter de eerste die boven water komt en is dus overwonnen.

Zij laat zich echter alles behalve hierdoor overtuigen en beiden zullen zij daarom nogmaals de goden laten beslissen door hun handen in kokend water steken. De handen van Ino Pare-Pare worden door het warme water evenwel geheel ontveld, terwijl haar zijster geen letsel bekomt.

Hierover vertoornd zal Indo Pare-Pare omkomen. Thans is zij geheel verslagen en vlucht zij naar de maan. Daar woont zij nog steeds tot op heden en met volle maan ziet gij haar bezig voor het weeftoestel.

Indo Sama Denna, hier bóven reeds genoemd, en haar zuster Indo Loembang Koko krijgen ieder drie kinderen.

Deze zes kinderen zal nu door vrije keuze ieders plaats worden aangewezen.

Tusschen zes voorwerpen mogen zij kiezen en wel tusschen een steenen bord, een etensbak v. karbauwen, een klapperdop om rijst te meten, een varkenstrog, een stok met afgeplatte punt en een gedroogd pinangblad (voor deksel van manden enz. gebruikt).

Hij die het bord koos werd verheven tot den adelstand „Poeang". Zulk een bord wordt daarom alleen door den adel gebruikt.

De etensbak v. karbauwen, bracht den bezitter ook voordeel, want hij werd ingedeeld bij de rijken. Deze bak toch wordt alleen gebruikt door hen die veel buffels bezitten.

Hij, die den klapperdop koos, was echter minder gelukkig, want hij en zijn nakomelingschap zou altijd als slaaf moeten dienen. Het werk van een slaaf is namelijk het opscheppen van de rijst voor hun heer.

De bezitter van den varkenstrog werd

de voorvader van den gewonen man, die, niet* zoo arm is dat hij er nog een eigen varken op na kan houden.

De stok werd voor den bezitter het tee-•ken van zijn waardigheid als priester.

Degene die het pinangblad koos was echter wel beklagenswaardig, want hij werd doodeninwikkelaar, een werk dat door ieder wordt verafschuwd.

Hier wordt dus de afkomst der verschillende ambten en standen verklaard. Eigenaardig is hier dat verondersteld wordt dat alle menschen in God hun oorsprong hebben, hetgeen ingaat tegen andere verhalen die den Poeang van den hemel laat neerdalen, terwijl de slaven uit de aarde voortkomen.

Want deze laatste opvatting is een belemmering voor den evangelisatiearbeid. Alleen de erkenning dat allen in Adam gezondigd hebben, kan hen verzoening in Christus doen zoeken.

Zendeling-Leeraar

SANGALLA, 24 November '25.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1926

Alle Volken | 15 Pagina's

VAN HET ARBEIDSVELD. Poeang Matoea, de Hemelheer, de Schepperder wereld.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1926

Alle Volken | 15 Pagina's