„'T ZAL ALLES DOOR DEN VREDE BLOEIEN".

naar aanleiding van Jesaïa 2:1—5 en Jes. 11:9a.

Deze woorden spreken van Sions toekomstige heerlijkheid en zeggen: le. Wanneer die toekomst zal aanbreken, n.l. „in 't laatst der dagen", d.i. de tijd van Christus' koningschap, bij Zijn eerste komst aanvankelijk èn bij Zijn tweede komst volkomen. Daar is een tijd om Sion genadig te zijn en ter rechter ure

verschijnt de Heere ter hulpe en redding. 2e. Wie zal deelen in die heerlijkheid, n.l. „de berg van het huis des Heeren", of „de berg van Gods heiligheid", d.i. 't Sion Gods, beeld van de ware Kerk èn van 't Jeruzalem dat boven is:3e. Waarin Sions heerlijkheid zal bestaan: . ze zal „vastgesteld zijn op den top der bergen", haar grondslag is boven, op bergen van Gods heiligheid, in de deugden van God Drieënig; nu verdrukt en voortgedreven zal Hij haar gronden op saffieren; b. ze zal „verheven zijn boven de heuvelen"; nu klein en veracht, is haar een beter lot bereid, haar heilzon is aan 't dagen; c. ook zullen „alle heidenen toevloeien", als wateren, zoo overvloedig, onafgebroken, gewillig: . dan zal men „nergens meer leed doen, noch verderven op Gods ganschen heiligen berg"; hoeveel leed is er thans overal in Gods Kerk, van de zijde der wereld en des Satans, haar zelf en anderen aangedaan, maar als Christus Koning is, dan zal 't vrede zijn, in de Schepping („de wolf zal met 't lam verkeeren") onder de volken („Hij zal richten onder de heidenen en bestraffen vele volken en zij zullen hun zwaarden slaan tot soaden, enz.") en onder 's Heeren volk (de nijd van Efraim zal wijken enz.). Moet dan 't hart niet schreien in heimwee? Gods Kerk kent toch iets van dien vrede en die heerlijkheid, en wat zal 't dan zijn, als men nergens meer leed zal doen, maar 't alles door den vrede bloeien zal. omdat er geen zonde meer zijn zal. 4e. Waarin die heerlijkheid zal gegrond zijn: de aarde zal vol kennis des Heeren zijn", vgl. ook Jes. 2, waaruit blijkt a. dat de bekeerde heidenen elkaar tot een middel zouden zijn, want „vele volken zullen zeggen: omt en laat ons heengaan enz.": . dat ze zouden vragen naar 't Evangelie: opdat Hij ons leere van Zijn wegen en opdat wij wandelen in Zijn paden"; c. dat de ware schat der Kerk 't Evangelie is: want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heeren Woord uit Jeruzalem": . dat 't Evangelie gepredikt moet worden, „want uit Sion zal de wet uitgaan enz."; 5e. tot welke plicht Sions heerlijkheid haar roept: komt, gij huis van Jacob en laat ons wandelen in het licht des Heeren". Hoe smartelijk reikt haar heerlijkheid thans tot de aarde, dat de kerk toch haar hooge roeping versta en de Heere Jeruzalem weer stelle tot een lof op aarde.

Hierop volgde de Pauze van 12.20 tot 2 uur. Het was wel jammer voor onze gasten, dat de consumptietenten dit jaar zoo weinig hadden aan te bieden. Na de pauze trad als eerste spreker op Ds. Leen mans, die sprak over:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen