Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DAN ZULLEN DAAR DE BLIJDE ZANGERS STAAN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DAN ZULLEN DAAR DE BLIJDE ZANGERS STAAN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Na deze zag ik, en ziet, een'grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor de troon, en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palmtakken waren in hunne handen. En zij riepen met grote stem, zeggende: e zaligheid zij onze God, Die op den troon zit, en het Lam". Openbaring 7:9 en 10.

Johannes mag ze aanschouwen in heerlijkheid, de blijde zangers, waar de psalmdichter profetisch van gewaagde oncler de oude bedeling.

Een grote schare, die niemand tellen kan, het vol getal der uitverkorenen uit Israël en uit de heidenen. Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon is niet vergeefs gevloeid. Klaagde Hij eenmaai: „Ik heb vergeefs gearbeid en mijn kracht onnut besteed, " zijn loon was nochtans van de Heere en Zijn arbeidsloon van Zijn God. Als Zijn ziel zich tot een schuldoffer heeft gesteld, heeft Hij zaad gezien. In ontelbare rijen staan ze geschaard voor Gods troon. Het geestelijk zaad van Abraham is als de sterren des hemels in menigte. Niemand kan ze tellen, maar de Heere kent ze van eeuwigheid. Op aarde vaak onbekend, eenzaam en verlaten, benauwd en bestreden, maar in Gods handpalmen gegraveerd en daarom zullen ze daar zijn cn geen klauw blijft er achter.

En dat uit alle natiën en geslachten en talen en volken. De volheid der heidenen gaat binnen door het bloed van Christus. Verschillend in ras en aanleg en geestelijke leiding, maar saamverbonöen tot de ene, heilige en algemene Kerk. Het zendingswerk is niet vergeefs. „Hij zal zeggen tot het Noorden: Geef, en tot het Zuiden: Houd niet terug, breng mijn zonen van verre, en mijn dochteren van de einden der aarde”.

Ze staan nu voor de troon van God en van het Lam. De troon des gerichts de genadetroon geworden. Eenmaal stonden ze voor die troon, die een Sinaï is in heiligheid, omringd van bliksemstralen. Toen moest de vloek hen verteren. Maar in Christus werd die troon een genadetroon, de Rechter Vader en de booswicht kind. Nu staan ze eeuwig voor die troon.

Ze zijn bekleed met lange witte klederen. Het kleed van hun gerechtigheid en heiligmaking. Hun vuile klederen wit gewassen in het bloed des Lams. Witter dan sneeuw. En nu zullen die klederen nooit meer bezoedeld worden. Nooit meer zullen ze zondigen. Eeuwig in het witte bruidsgewaad, die zwarte bruidsgemeente.

En ze dragen de palmtakken der overwinning in de handen. Ze zijn gekomen uit de verdrukking. Zwaar is de strijd geweest, uitwendig en inwendig. Maar ze zijn er niet in omgekomen. Ze zijn de strijd voor altijd te boven.

Nu roepen ze met grote stem: De zaligheid zij onze God, Die op de troon zit en het Lam. Dat is het heerlijk hemelwerk van die gezaligden. Van nature eerzoekers van zichzelf. Maar ze hebben alle eigen eer en roem verloren en de eer des Heeren werd het hoogste in hun leven. „Niet ons, niet ons, o Heere, maar Uwe Naam alleen geef eer." Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen. In de grote verdrukking gelouterd bleef slechts die ene begeerte. En dat was op aarde slechts gebrekkig en onvolmaakt. Maar daar zal het loflied volmaakt en eeuwig opstijgen voor de troon en voor

het Lam, Die ze kocht door zijn bloed: „Het is door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen.”

Dat is het einddoel van al het werk des Heeren en ook van alle arbeid der zending: heel de kerk vergaderd voor Gods troon om Hem eeuwig groot te maken.

Wat zal 't zijn, daarbij te mogen behoren, als een van die kleinsten, een dorpelwachter, verdiend en verwacht voor eeuwig buiten te staan, maar ingegaan door het bloed des Lams, de dood verwacht en verdiend, en het leven ontvangen uit genade alleen.

Dat onze hoop daarop verlevendigd moge worden. Hoevelen zijn reeds daar gekomen, gekomen uit de grote verdrukking en ieder jaar wordt hun aantal groter. Nog zullen ze komen van alle zijden der aarde, om toegevoegd te worden tot die ontelbare schare, om eeuwig God groot te maken.

„Dan wordt mijn Naam met lofgejuich geprezen, Dan zullen daar de blijde zangers staan, De speelliên op de harp en cymbel slaan, En binnen u al mijn fonteinen wezen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1953

Alle Volken | 16 Pagina's

DAN ZULLEN DAAR DE BLIJDE ZANGERS STAAN.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1953

Alle Volken | 16 Pagina's