Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De strijd en de uitbreiding van de Toradja-Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De strijd en de uitbreiding van de Toradja-Kerk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3}

Na bij vernieuwing de Overheid in kennis gesteld te hebben met de vreselijke toestanden in de Toradjalanden scheen er enige verademing te komen. Er werden weer andere militairen gezonden, die de Darul Islam-benden terugdrongen. Velen kregen weer nieuwe hoop en keerden weer terug naar hun dorpen. Wat een blijdschap! Men leefde weer op. Helaas, deze verademing duurde maar heel kort. Voor de tweede keer moest men huis en have verlaten om ergens elders een veilig plekje te zoeken. De oorzaak van de nieuwe onrust?

In de Minahasa en op Sumatra waren opstanden uitgebroken en daarom waren alle officiële T.N.I. troepen uit de Toradjalanden weggehaald. Het gevolg was dat de bevolking nu aan de willekeur van de benden overgeleverd was.

Ten einde raad had men in het Toradjaland een organisatie opgericht, de O.P.D. (Organisatie ter bescherming van de bevolking). Dit ging als een lopend vuur door heel de Toradjalanden heen. Van de vertrokken militairen had men wat wapenen gekregen. Maar wat moesten deze onervaren lieden beginnen tegen de in de bossen goed getrainde benden van Kahar Muzakkar? En deze benden kwamen al nader. Het zag er naar uit dat binnen niet al te lange tijd de benden het hele Toradjaland zouden terroriseren. Een groep van de Toradja O.P.D.-ers raakten slaags met de benden van Kahar Muzakkar in de buurt van Sangalla'. Er vielen verscheidene slachtoffers. Toen de auto met gewonden en gesneuvelden bij het ziekenhuis te Rantepao aankwam vroeg de dokter: „hoe was de afloop? " De man, die antwoordde wees met zijn ene hand naar de auto met slachtoffers en zeide: „zie daar de afloop"; maar met zijn andere hand wees hij naar de auto's die net Rantepao kwamen binnenrijden en zeide: „zie daar de hulp Gods tot redding." Van alle kanten kwamen de O.P.D.-groepen om hulp te bieden.

De oprichting van deze O.P.D.-groepen had het Toradjavolk in een kwaad daglicht gezet bij de regering in Djakarta en Makassar. Daar meende men, dat de oprichting van de O.P.D. een verzet was tegen de regering en een steun aan de opstanden in de Minahasa en Sumatra. Van deze situatie heeft Andi' Sose, die enkele jaren geleden uit de Toradjalanden verjaagd was, gebruik gemaakt door zijn aanhankelijkheid aan de regering te betuigen en tevens te verzoeken naar Rantepao gezonden te worden om de O.P.D.-groepen op te ruimen. Dit verzoek werd ingewilligd.

Toen deze Andi' Sose met zijn goed uitgeruste manschappen zich te Rantepao vestigde was de verslagenheid bij de bevolking zeer groot. Het grootste gedeelte van zijn manschappen bestond uit mensen die hij vroeger reeds bij zijn handelsonderneming in dienst had gehad. Dus het waren mensen die het Toradjaland kenden. Andi' Sose zou wel eens wraak willen nemen op zijn nederlaag van enkele jaren geleden. En hoe zou men de verkeerde gedachte bij de regering ontstaan door de oprichting van de O.P.D. kunnen wegnemen.

Andi' Sose begon dan ook al heel gauw met zijn terreur. Ds. Linting voorzitter van de Synode der Toradjakerk werd uit zijn huis gehaald en gevangen gezet. Een lange lijst met namen van Toradjapredikanten en kerkelijke leiders werd gereed gemaakt. Omstreeks de nationale bevrijdingsdag 20 mei '58 zouden deze mensen worden gevangen genomen of gedood. Een grote groep militairen uit Pare-Pare kwamen de troepen van Andi' Sose versterken. Zij trokken van het ene dorp naar het andere, staken

huizen, scholen en kerken in brand. Vele mensen hebben zij gedood. Legertrucks kwamen en haalden allerlei waardevolle dingen weg, als naaimachines, fietsen en huisraad en brachten ze naar Pare-Pare.

Nog meer versterkingen kwamen uit Makassar om Andi' Sose's plan uit te voeren en de opstandelingen tegen de regering, zoals zij meenden, neer te slaan. De bewoners van Rantepao vluchtten de bergen in. Holen en rotsen werden opgezocht om zich te beveiligen tegen de troepen van Andi' Sose, die in het neerslaan van de opstand een mooi middel zag zich te wreken.

Op een nacht vluchtten zo goed als alle politie-agenten uit hun kazernes en namen een truck met veel wapens mee. Zij sloten zich aan bij de O.P.D.-ers te Rantepao. In Pangala' 20 km van Rantepao kwam het tot een treffen tussen de mannen van Andi' Sose en de O.P.D.ers. Het getal Toradja's was maar klein vergeleken tussen de mannen van Andi' Sose. De Heere is machtig ons te verlossen en: "Die bij ons zijn, zijn meer dan die bij hen zijn", zo zeiden zij tot elkander. Na de hulp des Heeren ingeroepen te hebben gingen ze strijden tegen dc onderdrukkers. En het goed bewapende leger van Andi' Sose werd verslagen. Overal vluchtten zijn manschappen heen en hun wapens vielen dn de handen der Toradja's. Voor deze overwinning heeft men tesamen God gedankt.

Toch was Andi' Sose met deze nederlaag nog niet uit de Toradjalanden verdwenen. Wel hadden de Toradja O.P.D.groepen door deze overwinning weer moed gekregen om door te gaan. En het voortgaan van Andi' Sose met zijn terreur bracht geen andere mogelijkheid voor de Toradja's dan zich te blijven verzetten. Maar hoe komen zij aan wapens ? Dat was de grote vraag. Verschillende Toradja's hebben nog een gouden kris verborgen, een kostbaar bezit, niet

alleen aan waarde, maar niet minder door haar ouderdom. In de avond werden ze voor de dag gehaald bekeken en gegeven aan de verzetslieden om wapens te kopen.

Maar er gebeurde een wonder nog voor de krissen verkocht waren. Hoe alles in zijn werk is gegaan weet men niet. In een nacht verlieten alle bezettingstroepen hun kazerne. Ze meenden dat het hele Toradjavolk tegen hen in verzet gekomen was; zelfs de dierenwereld was tegen hen opgestaan. Overal kwamen ze varkens en slangen tegen. Langs de gebaande wegen durfden ze niet meer te gaan. Vluchtend gaan ze tussen de sawahs en de bamboebossen door. En daarna kwam de bevolking werkelijk in actie en verjoegen de troepen, die in hun grote angst de wapens zelfs achterlieten.

Voor de tweede keer heeft Andi' Sose een nederlaag geleden en werd gedwongen de Toradjalanden te verlaten.

De buitgemaakte wapens werden in handen van de O.P.D.-ers gegeven, die daarna de vrijheid kregen om te gaan opereren tegen de bende van Kahar Muzakkar. Na de verdwijning van Andi' Sose waren de Toradjalanden wel rustig, maar de omgeving was nog altijd in handen van de andere felle bestrijder Kahar Muzakkar. De wegen naar het Toradjaland vanuit Palopo of vanuit Makassar waren zeer onveilig door deze bende. Menig auto met goederen uit Makassar werd leeggeroofd of in brand gestoken, en heel wat slachtoffers zijn gevallen. In maart 1963 werd de heer Lette, bestuurshoofd van de Toradjalanden, geroepen door de gouverneur naar Makassar te komen. Ongeveer 40 km buiten het Toradjaland werd zijn auto beschoten door de bende van Kahar Muzakkar, drie van de inzittenden kwamen om het leven, één wist zich, door als een dode te blijven liggen, te redden. Een pas afgestudeerde Toradja van de Theologische School te Makassar begaf zich

op weg met een groot aantal Christenen naar het Paludal om de geestelijke verzorging van de daarheen gevluchte Toradja's op zich te nemen. Onderweg werden allen door de bende van Kahar Muzakkar omgebracht.

Tegen deze het gehele Toradjaland omringende bende konden de Toradja's weinig beginnen.

Op een Synodevergadering in juli '63 werd verslag uitgebracht van de toestand der vluchtelingen gemeenten. Uit dit verslag werd duidelijk, wat die vluchtelingen gemeenten te lijden hadden van de rondzwervende guerrillabende. Wat een bloed is er vergoten en hoeveel leed werd er geleden omdat men Christen was en geen Islamiet wilde worden. Na dat verslag steeg er een vurig gebed op tot God om genade en ontferming. Eerlijk werd de schuld, de zonde en de zwakheid van de kerk beleden in deze haar hoogste vergadering, maar ook werden smeekbede vernomen: „Doe ons recht, o God! en twist Gij onze twistzaak."

En God heeft verhoord.

In 1964-1965 stuurde de overheid militairen om het land van deze bende te zuiveren. Veel leed is er geleden en veel tranen zijn er geschreid. Heel wat slachtoffers zijn er gevallen. Toch is het ook een tijd van veel zegeningen geweest.

Doch daarover een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1966

Alle Volken | 16 Pagina's

De strijd en de uitbreiding van de Toradja-Kerk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1966

Alle Volken | 16 Pagina's