Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een eerste begin in Turkana

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een eerste begin in Turkana

UIT DE KERK VAN KENYA

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

UïT DE KERK VAN KENYA

Het was 13 januari een heugelijke dag toen dc eerste permanente werkers namens de 'Hervormde Kerk van Oost-Afrika' in het uitgestrekte Turkanagebied aankwamen om in dit nieuwe zendingsterrein de arbeid te beginnen.

De vorige dag waren wc per landrover uit Eldoret vertrokken om de 3 50 km lange tocht naar Lokichar — de nieuwe post in Turkana — te aanvaarden. De reis is verre van gemakkelijk. Eerst meer dan 50 km naar het zuiden het steile 'cscarpment' af via Tambach. Vervolgens door het zeer warme Kcrio-dal 120 km naar het noorden, om via Sigar de uitgestrekte Suk-vlakte over te steken naar het eigenlijke Turkana-gebied (een gebied bijna 2 x dc oppervlakte van Nederland, met ongeveer 200.000 inwoners). Het was opvallend dat vanwege de nog steeds voortdurende stammenoorlogen tussen de Suks en de Turkana's de Sukvlakte ten noorden van Sigar voor tenminste 50 km totaal verlaten was. Het zijn vooral de grootscheepse vee-diefstallen over en weer, welke dc vijandschap tussen beide stammen steeds weer doen oplaaien.

Doordat 't reeds donker geworden was, was het niet meer mogelijk die dag het einddoel van onze reis te bereiken en besloten we die nacht in Lokori, een zendingspost van de African Tnland Mission, door te brengen. Hier woont o.a. Dr. Anderson, dc enige arts die voor het gehele Turkana-gebied verantwoordelijk is.

De volsende morgen was het weer bijzonder ongewoon voor het Turkana, vooral voor de tijd van het jaar. Van alle kanten kwamen donkere dreigende regenwolken opzetten. En hoewel we nog maar een kleine 90 km voor dc boeg hadden, beeonnen wc het somber in te zien, want de inmiddels neerstortende regen veranderde de anders zo droge en zanderige ereppels, beek-en rivierbeddingen in onstuimige en snelvlietende stromen, welke op talrijke plaatsen de 'weg' begonnen te doorkruisen. De góed-uitgeruste landrover bleek echter voor geen kleintje vervaard te zijn en toonde haar verdiensten, zodat we na herhaaldelijk uitgestapt te zijn, om de diepte van het water te meten, toch voor de middag nog in Lokichar aankwamen, juist vóór de brede rivier daar haar hoogste stand had bereikt.

Bij aankomst werden we verwelkomd door dc chief en andere oudsten uit het gebied van Lokichar. Ook zij waren zeer verwonderd over de ongewoon vele regens in januari. Dc meesten konden zich niet herinneren dat dit ooit eerder was voorgekomen en beschouwden het als een grote zegen van God, daar het sinds vorig jaar april eigenlijk nauwelijks meer had geregend.

'Echter een zegen van welke God' vroegen we ons af. We konden onszelf niet weerhouden om dieper over deze plotseling opkomende vraag na te denken. Dachten deze oudsten hier aan hun

God Akuj, die volgens hun denken in de hoge zetelt jnet zijn vee in de altijd groene weiden? Of was de Naam van God de Vader van onze Heere Jezus Christus hun al dierbaar geworden? Dit nadenken ging echter geleidelijk over in een vreugdevol constateren van een nog eigenlijk veel grotere zegen, toen namelijk de onderwijzer-evangelist Jospah Odwari voor oud en jong voorlas en sprak over de Enige Naam, die tot zaligheid is gegeven (uit Handelingen 4 : 12). Was het niet een grote zegen en tegelijk oen zaak van grote vreugde, dat na veel voorbereidingen en veel moeilijkheden, welke overwonnen moesten worden, God het mogelijk had gemaakt om onder dit volk en in dit nieuwe gebied Zijn grote daden van verleden en heden te gaan verkondigen?

Hoe lang de voorbereidingen ook waren geweest en hoe uitzichtloos het soms ook had geleken, God had de weg ook in vele opzichten voorspoedig gemaakt door ons mensen op de weg te plaatsen, die door hun afkomst, taal en bereidheid veel voor het werk in dit gebied zouden kunnen betekenen. Zo kwam ongeveer l 1 /» jaar geleden Jospah Odwari — een ongetrainde onderwijzer uit de Teso-stam - zich bij ons aanmelden voor de evangelistcn-cursus. Omdat we wisten dat de taal van de Tcso's bijzonder verwant is aan die van de Turkana's, vroegen we hem of hij eventueel bereid zou zijn, om in de toekomst in het Turkana-gebied te gaan werken, een gebied dat vanwege de grote hitte, droogte en eenzaamheid veel van iemand vergt. Hij bleek echter volledig bereid te zijn, ook nadat ik hem op de vele moeilijkheden had gewezen. Enige maanden later klopte een andere en al wat oudere en mager uitziende man voor hetzelfde doel op onze deur. Hij bleek iemand uit het verre Turkanagebied te zijn, welke met één van de plaatselijke gemeenten in aanraking was gekomen en nu evangelist wenste te worden-Hoewel hij niet zoveel onderwijs als andere kandidaten had genoten, aarzelden wc niet om hem in de evangelisten-cursus en later ook in de ouderlingen-cursus toe te laten. Beiden hebben met hun verschillende gaven daarna altijd met vlijt en grote toewijding de cursussen gevolgd. Jospah Odwari en John Areman zijn uiteindelijk ook de eersten geworden die in de taal van de Turkana's zelf en zelfs als een uit hen de rijke genade van het Evangelie van Christus in dit nieuwe gebied mogen verkondigen. En dat hun werk niet zonder vrucht is, bleek bij een bezoek van vorige week, dat we daar brachten, toen we mochten horen, dat niet een gering aantal mensen de wekelijkse samenkomsten en het doop-onderwijs bezochten. Dit wil echter niet zeggen dat John en Jospah het daar gemakkelijk zullen hebben. De arbeid van deze jonge werkers vraagt dringend onze dagelijkse voorbede.

Dat waarschijnlijk niet meer dan 4 of 5 % van de Turkana's het Evangelie hebben gehoord, is echter niet de enige nood in dit gebied, hoewel een zeer belangrijke. Schrijnend is ook de armoede en als gevolg daarvan de ondervoeding van zeer velen. Als gevolg van het feit dat de regen vaak heel lang uitblijft en dan nog dikwijls zeer gering en van korte duur is, is er vaak geen voedsel genoeg voor het vee en op de kortere of langere termijn dus ook niet meer voor de mens. Bovendien kan er vanwege de grote droogte en het woestijnachtige klimaat hoegenaamd niets verbouwd worden, zodat bijna iedereen afhankelijk is van de opbrengst van het vee, voornamelijk geiten, kamelen en ezels, in betere gebieden ook schapen en koeien. Er is echter een bepaald minimum, dat niet overschreden mag worden, wil het gezin niet de hongerdood sterven. Zover komt het meestal niet, omdat de regering enige jaren geleden reeds z.g. 'famine-camps' (hongerkampen) heeft opgezet om de ergste nood te kunnen lenigen. Dit is natuurlijk slechts een tijdelijke en geen echte oplossing van het probleem. Vandaar dat steeds weer naar meer duurzame en doeltreffende oplossingen wordt gezocht. Eén van deze is het visserij-project dat in verschillende plaatsen aan het Rudolf-

meer is ontwikkeld en resultaten blijkt af te werken. Een ander zijn de irrigatieprojecten die in verschillende gebieden van Turkana — ook in Lokichar — worden ondernemen, welke in sommige situaties volledig mislukt zijn, maar in andere gevallen reden tot hoop geven. Het zijn echter vaak voor het land onbetaalbare projecten.

Ik sprak U reeds van de medische nood. Lokichar b.v. is meer dan 90 km van het dichtstbijzijnde ziekenhuis verwijderd, terwijl men meestal op geen enkel vervoer kan rekenen en het vaak dus één of twee dagen lopen vraagt om medisch behandeld te kunnen worden. Wat denkt U van de ernstige gevallen? Vandaar dat naast de kerk en school in Lokichar de bouw van een kliniek één van de urgentste zaken is. Het wachten is op de spoedige komst van een verpleger. Voorlopig wordt er eenmaal in dc maand met het medische team naar Lokichar gevlogen om dc grootste nood ce lenigen. (Vliegen in Turkana is doorgaans goedkoper en sneller dan vervoer per auto. Dc zendingsorganisatie de Missionary Aviation Fellowship verleent hierbij onschatbare diensten).

We zouden nog over het onderwijs en het grote aantal weeskinderen in Turkana kunnen spreken, over de noodzaak van voorlichting voor dc veeteelt en de training van eenvoudige ambachten. Dit zal voor deze keer allemaal veel te ver voeren. Trouwens we hopen dat dc heer Van der Plas en zijn vrouw en kinderen zeer spoedig in Kenya zullen arriveren om zich volledig voor het werk in Turkana in te kunnen zetten.

Graag wil ik besluiten om dit nieuwe werk in Turkana — niet ten overvloede — zeer in uw voorbede en offerbereidheid aan te bevelen. In zoverre gij het aan één van deze — minste — broeders hebt gedaan, hebt gij het Hem gedaan (zie Mattheüs 25 : 31-46).

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1970

Alle Volken | 16 Pagina's

Een eerste begin in Turkana

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1970

Alle Volken | 16 Pagina's