Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een belangrijke synodevergadering in Kenya

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een belangrijke synodevergadering in Kenya

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kortgeleden werd de jaarlijkse Synodevergadering van de Hervormde Kerk in Oost-Afrika (R.C.E.A.) in Kenya gehouden. In vele opzichten was dit een belangrijke vergadering, omdat hier wezenlijke stappen op de weg naar een grotere zelfstandigheid van deze Oost-Afrikaanse kerk werden gezet.

Nauwere samenwerking

Allereerst kwam er een nieuwe samenwerkingsvorm tot stand, doordat een voorstel tot invoering van een z.g. „Joint Committee ", een „Gezamenlijke Commissie" van zendingsarbeiders en afgevaardigden van de Synode van de R.C.E.A., werd goedgekeurd. Dat houdt onder meer in dat de vergadering van zendingsarbeiders in de R.C.E.A., die sinds 1962 haar eigen aktiviteiten ontplooide en vele belangrijke besluiten nam, sinds februari 1972 opgehouden heeft te bestaan. In de toekomst zal - voorlopig - de besluitvorming plaats vinden in deze gezamenlijke commissie van kerk en zending. Voorlopig, want de hele opzet is, dat na verloop van een aantal jaren, wanneer de tijd daarvoor rijpt, de gehele besluitvorming in handen van de Synode zal komen. Over hoeveel jaren dit zal zijn is moeilijk te voorzien. Eén ding is duidelijk, dat de overgangsperiode wel eens korter zou kunnen zijn dan wij denken, gezien ook het feit dat steeds meer geschikte kandidaten gevonden worden om de predikantenopleiding in Limuru te volgen. Op het ogenblik zijn er acht studenten in opleiding daar en één in Machakos.

Hoewel de besluitvorming in deze „gezamenlijke commissie" niet altijd even gemakkelijk zal zijn, is het toch een verheugende ontwikkeling naar een grotere zelfstandigheid van de kerk. Wij vragen u dringend deze nieuwe vorm van samenwerking in uw gebed te gedenken, opdat deze tot zegen zal zijn voor een goede voortgang van het kerke-en zendingswerk.

Grotere zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente

Tot dusver bestond de leiding van de kerk uit de afgevaardigden van de kerkeraden van de z.g. „Parishes", streekgemeenten die bestaan uit tien tot twintig posten, waar meestal evangelisten werken. Wanneer er reeds bevestigde ouderlingen en diakenen op deze posten zijn, maken deze deel uit van de kerkeraad van de „Parish", waarvan het gebied soms groter kan zijn dan een provincie in Nederland. Nu echter de opbouw en de uitbreiding van de plaatselijke gemeenten doorgaat, is het langzamerhand mogelijk geworden om ook op de plaatselijke posten tot vorming van kerkeraden te komen. Ten aanzien hiervan zijn de verschillende voorstellen tot wijziging van de kerkorde aangenomen. Dit alles zal zeker de betere bewerking en hopelijk ook de geestelijke verdieping en zelfstandigwording van de plaatselijke gemeenten ten goede komen. Tevens kon overgegaan worden tot uitbreiding van het aantal, , Parishes" door de verwachte komst van vier nieuwe predikanten in het komende jaar, met het grote voordeel, dat deze gemeenten nu veel kleiner worden: bv. tien i.p.v. twintig posten zullen omvatten, wat het pastorale werk ongetwijfeld zeer gunstig zal beïnvloeden.

Financiële zelfstandigheid

Een andere belangrijke stap naar een grotere zelfstandigheid van de Oost-Afrikaanse kerk, was de officiële benoeming van een penningmeester van de kerk door de Synode. Het werk van deze nieuwe penningmeester, de heer Patrick Marauni, zal zijn het beheer van de kerkelijke financiën uit de opbrengsten van de koliekten en giften van de plaatselijke gemeenten als ook de uitbetaling van de salarissen van de predikanten en evangelisten. Het werk dat voorheen gedaan werd door ds. J. J. Tigcheiaar en gedurende de laatste jaren door de heer N. Verhoek. De Synode vroeg zich af of het niet goed zou zijn, dat de heer Marauni ook de salarissen van de onderwijzers, verpleegsters en andere werkers zou uitbetalen. Gezien echter het feit dat de heer Marauni tevens staflid is van het vormingscentrum en bezig is met voortgezette studie zal dit voorlopig nog een te grote belasting zijn. In ieder geval hebben we hier te maken met een zeer welkome ontwikkeling naar een grotere mate van zelfstandigheid van de kerk.

Verblijdend was ook dat de totale opbrengst van de kerkkollekten in 1971 40 % hoger was dan in het jaar daarvoor. Niettemin is dit nog te gering om het voorgestelde aandeel te leveren in de salariëring van de predikanten en evangelisten. De kerk heeft namelijk toegezegd jaarlijks hierin 10 % meer bij te dragen. Wanneer echter de stijging van inkomsten zich zo blijft voortzetten, is er hoop, dat dit in de nabije toekomst mogelijk zal zijn, zodat de zending op haar beurt weer meer in staat zal zijn hulp te verlenen in gebieden, waar de nood nog zoveel groter is.

Oplossing voor het vraagstuk van de polygamie?

Een ander brandend probleem, dat de gemoederen van de leiders en de leden van de Oost-Afrikaanse kerk al vele jaren bezig houdt, is het vraagstuk van de polygamie. Vele stammen Onder welke de zending in samenwerking met de kerk werkt, zoals de Kalenjins, de Abaluhya's, de Kikuyu's en Turkana leven voor een groot deel nog polygaam, d.w.z. een man is gewoon een tweede, derde of zelfs een vierde vrouw te trouwen. Hoewel dit onder de eerstgenoemde stammen, vooral voorzover het de jongere generatie betreft, steeds minder wordt, is het met name in het Turkana-gebied nog een heel groot probleem. Vooral in verband met de evangelisering. Is het juist een man met meer dan één vrouw toe te laten tot de doopcatechisatie en daarna hem te dopen? En hoe met zijn tweede en derde vrouw? Moet hij deze eerst wegsturen? Wat zal er verder met deze vrouwen en hun kinderen gebeuren? Wie zorgt voor hen? Kortom: Heel veel vragen.

Tot dusver werd in de „Reformed Church of East Africa" het volgende beleid gevoerd: Alleen de eerste vrouw van een polygame man kon de doop ontvangen. In het geval de man ook tot de doop toegelaten wilde worden, moest hij afstand doen van zijn andere vrouwen. Het is duidelijk dat dit laatste in de praktijk niet zo eenvoudig is. Is het gevaar niet groot, dat, wanneer de vrouwen met hun kinderen worden verstoten, zij of verpauperen óf tot prostitutie e.d. vervallen? Zelfs als de man besluit afstand te doen van zijn meerdere vrouwen maar toch die vrouwen en hun kinderen materieel wil blijven steunen, is het dikwijls moeilijk om het zedelijk verval van de vrouwen te voorkomen. Trouwens is het vanuit het bijbels gebod der liefde juist, deze vrouwen en kinderen te verstoten, voor wie men eerst de verantwoordelijkheid op zich genomen heeft?

Bovendien moet de polygamie in Afrika vooral gezien worden tegen de achtergrond van de kulturele en economische traditie. Polygamie in Afrika kan moeilijk vergeleken worden met bv. concubinaat en overspel in westerse landen. Men was vaak gewoon een tweede of derde vrouw te nemen uit een economische behoefte om tot een betere werkverdeling te kunnen komen, in het huis en op het land.

Dit vraagstuk was reeds vele malen gedurende de laatste jaren op Synode-en speciale commissievergaderingen besproken en vroeg daarom dringend om een duidelijke oplossing. De discussie over dit vraagstuk nam dit keer in de Synode lange tijd in beslag. Vele bijbelstheologische kanten van dit vraagstuk werden besproken. Een groot probleem bleek de opvatting van de Sacramenten: voor wie is de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal? Voor de heiligen, voor de rechtvaardigen en braven? Neen, juist niet) De Bijbel en de formulieren zeggen juist het tegenovergestelde. Het is voor onheiligen, voor zondaren, die hun rechtvaardigheid en heiligheid alleen in Christus zoeken. Verder was de vergadering er van overtuigd, dat er in de bijbel van het Oude naar het Nieuwe Testament een duidelijke beweging is van het polygame naar het monogame huwelijk, gezien ook de vergelijking van man en vrouw met Christus en Zijn kerk. Uiteindelijk kwam de

Synode-vergadering tot de volgende beslissing: a. Het is niet geoorloofd voor een man, die reeds christen is geworden, een tweede of derde vrouw te nemen. Hij zal dan onder de kerkelijke tucht vallen. Hetzelfde geldt voor haar, die tweede of derde vrouw wordt.

b. Zowel de polygame man als zijn vrouwen kunnen gedoopt worden in het geval, dat het polygame huwelijk werd aangegaan, voordat de man christen werd.

c. Een polygame man kan geen ambt in de kerk bekleden en niet gekozen worden tot ouderling, diaken of predikant (1 Tim. 3 •. 2).

In deze beslissing wordt in grote lijnen het beleid gevolgd van de Presbyteriaanse kerk van Oost-Afrika, een kerk waarmee de R.C.E.A. zoals we weten als Reformatorische kerk zeer verwant is. Vooral ook in dit opzicht is het verheugend, dat deze beslissing genomen kon worden. Met name het beleid t.a.v. het zojuist begonnen evangelisatiewerk in Turkana heeft hiermee aan duidelijkheid gewonnen.

Verslag van werk in Turkana

Het verslag, dat ter Synode door de evangelist Isaac Kariuki over het werk in Turkana werd uitgebracht was ook in vele opzichten bemoedigend. Deze evangelist werkt er in samenwerking met de heer W. van der Plas en een aantal onderwijzers, verplegers en enkele andere evangelisten. In Lokichar werd in begin 1970 begonnen, van daaruit wordt in het gehele gebied geëvangeliseerd. Er is zelfs een-nieuwe post Katilo geopend aan de rivier de Turkwell. De lagere school wordt reeds door 130 leerlingen bezocht. Het kerkbezoek varieert van 100 tot 300 kerkgangers per dienst. Zeer hoopgevend voor een pas geopende post. De doopcatechisatie telt 45 leden.

Tot zover het verslag van Turkana en de Synode. Helaas moeten we het hierbij laten. Et zou nog heel wat-meer gemeld kunnen worden over de in totaal vijf en twintig agenda-punten, maar dat is niet mogelijk. Denkt u niet dat een Synode-vergadering altijd zo soepel verloopt. Er zijn vaak heel veel erg moeilijke punten, misverstanden en soms grote teleurstellingen. U hebt er, dacht ik, recht op dit te weten, opdat u in uw voorbede telkens weer aan de leiders en de voorgangers van deze jonge kerk kunt denken en bidden voor een heel vruchtbare en zegenrijke samenwerking tussen deze kerk en alle zendingsarbeiders, die namens de Gereformeerde Zendingsbond ten dienste van de Oost-Afrikaanse kerk uit Nederland werden uitgezonden.

Eldoret, 6 april 1972.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1972

Alle Volken | 16 Pagina's

Een belangrijke synodevergadering in Kenya

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1972

Alle Volken | 16 Pagina's