Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag derde zendingsbezinningsbijéénkomst.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag derde zendingsbezinningsbijéénkomst.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor de derde keer kwam een aantal (vooral jonge) mensen uit dc kring van dc gereformeerde gezindte bijeen om zich te bezinnen op de zendingsvragen. DTS. H. van 't Veld te tde sprak over.

Het gereformeerd karakter van de zending in de missionaire praktijk.

Daar tte inleider slechts /.es jaar ah taalkundige in een gebied heelt gewerkt, meent hij dat zijn opmerkingen slechts met een grote bescheiden heid geplaatst kunnen worden, temeer daar het onderwerp bijzonder omvangrijk is.

Het gereformeerd karakter kan pas in de prak tijk blijken. De principia van missiologeri ol' zendingsbesturen blijven een slag in de lucht, in dien /e niet geconcretiseerd worden in beleid en missionair handelen. Pijnlijk moet geconstateerd worden hel manco aan een zendingsleer. voortgekomen uil dc gerei", gezindte. Voetius cn Hoornbeeck hebben wel het een en ander ge schreven, maar het geeft voor vandaag niet zo veel.

Krkenncn we de zendingsleer van Warneck. Bavinck. Kraemer. Hartenstein. Freytag. Vicedom cn Hoekendijk wel ol' niet ol' ten dele als "gereformeerd".' Wie heelt ze als zodanig ge toetst. geëvalueerd, /.«nodig aangevuld, verbe lord of herschreven? Hoe willen we dc missionaire praktijk toetsen op het gereformeerd ka rakter ervan, indien dit laatste slechts in een ongeschreven traditie en vage noties zijn weer slag vindt?

De missionaire praktijk verhoogt de verlegen heid nog. want wie overziet eeuwenlang, wereld wijd zendingshandelen? Zelfs als wc ons beper ken tot de zendingspraktijk van de geref. ge zindte vertoont de concrete situatie grote onder linge verschillen.

In een doctoraal scriptie over "Beelden van Zen ding in de zendingsbladen" en in een artikel in Theologia Reformata XI. 4. 1966 'Crisis der moderne zending' signaleerde de inleider al verschillende zendingstypen met belangrijke ver schillen in zendingsleer en - praktijk.

Zendingstypen

De moderne zending (Oegstgeest en Baarn bv.) geeft tegenover de zending van de geref. gezind te de volgende tegenstellingen c.q. accentver schillen te zien. wat de zendingsleer betreft.

Bij de moderne zending resp.

a. Missio Dei". God die ook in andere religies reeds werkt: b. het heil voor de wereld, al vervalt het onder scheid tussen kerk en wereld niet; c. de geschiedenis en het Koninkrijk Gods; d. de dialoog, het gesprek en de presentie.

Bij de geref. gezindte resp.

a. De zendingsarbeider, die in Gods opdracht het zendingsbevel van Mt. 28 uitvoert; b. het redden van enkelingen, al wordt de wc reld niet uit het oog verloren; c. de bekering en kerkplanting. m.a.w. een an dere "vulling" van het Koninkrijk Gods; d. de Woordverkondiging, de bediening van de sacramenten en soms nog de apologie.

Wat dc missionaire praktijk betreft zien wc bij dc moderne zending oecumenische samenwer king. werelddiakonaat en ontwikkelingshulp, terwijl bij dc geref. gezindte ieder voor zich handelt. het diakonaat primair via de zending ge sehiedt en men het financieren en meeregeren nodig acht tot men zich overbodig heeft gemaakt. Men kan niet alleen zeggen, dat de zending van de geref. gezindte minder haar theologisch-theoretisch gezicht vertoont dan Oegstgeest en Baarn en meer haar missionaire praktijk, maar ook dat. terwijl de zendingsleer van de moderne zending ver op de missionaire praktijk vooruit is, de missionaire praktijk van de gerei', gezindte vaak 'moderner' is dan wat als zendingsleer. als 'gereformeerd karakter van de zending' in theoreticis wordt aangeboden.

Zendingsleer en zendingspraktijk

Indien we nagaan of de meestal impliciete calvinistische noties over zending overeenstemmen met ontwikkelingen in de diversiteit van de missionaire praktijk voorzover die uitgaat van de nog steeds geseheiden optrekkende gerei', gezindte. vragen we aan de hand van bovengenoemde punten a d:

1. W'aar kon het gereformeerd beginsel gerealiseerd worden?

2. Waar is het niet of nog niet in praktijk gebracht en om welke reden?

3. Waar is de praktijk "moderner" dan het beginsel?

Hel aceent op de zendingsarbeider in Gods op dracht Zijn zendingsbevel volvoerend, heeft er in alle missionaire praktijk voor willen waken.

dal aan het volledig trinilarische van de zen ding geen tekort werd gedaan. Desondanks heeft de missionaire praktijk steeds te maken gehad met een uitblijvende verwerkelijking van wat men graag wilde.

De zonde wordt meer als vergrijp tegenover de stam gezien dan als overtreding tegenover de Hc'lige. Bovendien blijven syncretische tendenzen bestaan.

De vraag dient te worden gesteld of dan in de gerei', zendingspraktijk wel voldoende gcappel leerd werd.

In de missionaire praktijk, uitgaande van de ge ref. gezindte slaat de zendingsarbeider vaak in een moeilijke positie tussen zendende instantie cn jonge kerk. Theologie en theorie accentueren zijn rol als Ciods gezant, maar omschrijven zijn plaats niet.

Als de geref. zendingsgedachte zich voorname lijk op de enkeling wil richten, door wie zij de gemeenschappen en structuren denkt te bereiken, dan gaat zij er van uit dat het Evangelie een dynamiet onder de samenlevingsverbanden kan betekenen. De zendingsman zucht wanneer hij ervaart dat. al gaan de goden op dc zendingsveldcn zwijgen, de adat blijft spreken.

In de missionaire praktijk wordt ervaren, dat de ongeschreven geref. zcndingsleer zo weinig zicht heeft op dc rol van de zending en de kerk in de politiek, dat zo weinig is en wordt ingegaan op de positieve aspecten van het antitribalistische nationalisme. Is het geen vreemde zaak. dat in de derde wereld de chr. politieke partijen ontbreken?

De mens wordt gezien als beelddrager Gods. wiens heil ligt in bekering tot God. Het geref. belijden wist en weet ook van het uiteindelijk oordeel over de ongelovige, hetgeen vrijwaart voor discussies over de al of niet noodzakelijkheid van het zendingshandelen. Men blijft ver kondigen en daarin oproepen tot het behoren lot de kerk. Na de stichting van kerken met hun eigen karakter volgt dan het samenwerken met en het verlenen van assistentie aan de jonge kerlcen. Hei presbyteriale systeem van kerfcregering werd niet als specifiek westers gezien. Hei heil moet roor héél de mens verkondigd worden. Daar in de medische praktijk het helen meestal meer naar lichaam dan naar ziel werd beoefend, lag dan dc 'place to feel at home' he laas bij dc onafhankelijke kerken. De werker in de zendingspraktijk ervaart, dat de eenheid van geloof' en dagelijks leven, van ziel en lichaam sterker benadruk; dienl te worden dan de noties die het geref. zendingsgevoelen hem aanreikt.

Welke gerechtvaardigde huiver de leer ook heeft voor een "soeial gospel', in de zendingspraktijk moet men wel aandacht schenken aan de strijd voor recht, bevrijding cn menselijke waardigheid. Meer dan tol op heden in de jonge kerken gebeurt, zou de prediking moeten wijzen op de noodzaak van de dagelijkse beke ring. als krachtbron voor deze strijd.

Waar de jonge kerk tegen eigen achtergrond werkelijk kerk wordt, ervaart men in de zen dingspraktijk het krampachtige van alle cccle sioeentrisme.

De missionaire werker zou een gerei', zendings leer m.b.t. de ambten en de vrouw willen, van uit een bijbelse bezinning op de situatie overzee, waar de diaken dc stamtraditie van veel meer omvattende dienst wel over moet nemen, en waarin 80 % van de kerkgangers vrouwen zijn. Wat de eredienst betreft wil men in de zen • dingspraktijk veel van de rijkdom uit de kerk van dc eerste eeuw behouden.

Hoewel drs. Van "t Veld in het bovenstaande (slechts kort samengevat) zeer veel heeft gegeven. signaleert hij nog vele zaken die onbesproken moesten blijven. Hij eindigde met deze zin: Dit onvoltooide zij een teken dat óe bezinning in de geref. gezindte nog niet voltooid is cn een stimulans tol het komen lot een gereformeerde zcndingsleer'.

Bespreking:

Is de bespreking wordt allereerst van alle kan ten aangedrongen op publikatie van heel de tekst van het gesprokene. Misschien dat dit in een tijdschrift als Theologia Reformaia nog het best kan gebeuren.

Gevraagd wordt of" het niet typisch gercl'or mcerd is om geen geref. zendingsleer tc hebben. Er is een geref. theologie en moet men deze niet overal in de bijzondere situaties toepassen? Primair moet er zelfs geen aparte theologie voor de zending zijn. wordt opgemerkt.

Daarop antwoordt drs. Van 't Veld. dat wij als geref. gezindte wel weten hoe het niet moet, maar waar staal wat we zelf willen? Juist tc genover een theologie vanuit een bepaalde achtergrond zouden we gediend zijn met een zendingsleer vanuit het geref. belijden, waarbij zowel aan de theorie als aan de methodiek aandacht wordt geschonken, zoiets als J. H. Ba vinck bv. Het zou goed zijn wanneer er zoiets was. daar door instanties beleidsbeslissingen moeten worden genomen. Heeft de GZB met zijn "Principia" wellicht een begin gemaakt?

Heel de geref. dogmatiek heeft te weinig een missiologischc spits, wordt beweerd. Gerefor meerd is het zich voortdurend bezinnen op de grondslagen en ze toepassen in de verschillende situaties. Bavincks dogmatiek is b.v. niet recht strccks te doceren bij de opleiding van inheemse predikanten.

Een andere vraag, die veel aandacht krijgt is of de jonge kerken niet een belijdenis moeten hebben, die meer ingaat op de concrete situatie. Onze formulieren van enigheid kunnen aan de jonge kerken gegeven worden als instrument om tot een eigen belijdenis te komen. De mees te jonge kerken hebben ze echter nici als instrument gebruikt, doch als museumstuk; vinden een eigen belijdenis niet zo belangrijk. De jonge kerken moeten zichzelf hoeden voor syncretisme. Men heeft er behoefte aan duidelijk tc weten waar de grenzen van het christendom liggen en wat magie is bv. Onze belijdenisgeschriften zijn sterk gericht tegen ketterijen in de kerk. De jonge kerken zouden op dezelfde wijze gediend zijn met een belijdenis die zich richt tegen het heidendom.

De vraag is via welke methode dc jonge kerken kunnen komen fot een geref. belijden. F.èn van de zendingsdeputaten zegt: 'Wij hebben doorgaans weinig geduld. Wij zijn slechts 50 jaar bezig. Misschien hebben ze over 50 jaar wel een belijdenis’.

Vervolg

De bespreking van dit tot veel denk-en gesprek stof gevend referaat, zal nog worden voortgezet op vrijdag 5 opril om 7 uur 's avonds, weer in een van de vergaderlokalen van de chr. geref. kerk van Utrecht-C. aan de Wittevrouwensingel.

Ds. G. Boer. zendingspredikant te Ambon. zal dan een inleiding houden in aansluiting op wat besproken is en helaas nog onbesproken moest blijven.

liet is goed om samen als gerei', gezindte ons te buigen over de vragen, die cr zijn!

Enschede

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1974

Alle Volken | 16 Pagina's

Verslag derde zendingsbezinningsbijéénkomst.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1974

Alle Volken | 16 Pagina's