Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op de keper beschouwd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op de keper beschouwd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het doet goed te lezen, hoe drs. H. van 't Veld en drs. G. Boer, een oud-zendingsarbeider en een zendingsarbeider van de GZB, zeer interessante thema's uit de zendingswetenschap en zendingswereld in het julinummer van Wapenveld aan de orde stellen.

Ik ga thans in op het lezenswaardige artikel van de heer Van 't Veld, waarin hij antwoordt op de vraag, die hem gesteld werd: de vraag naar het gereformeerd karakter van de zending in de missionaire praktijk. Wanneer ik hem goed begrijp, dan ziet hij een zendingsleer, voortgekomen uit de gereformeerde gezindte, ontbreken, terwijl wat uit vorige tijden - van Voetius af tot Hoekendijk toe - zich als zodanig aan ons aandiende, zijns inziens nauwelijks getoetst, getaxeerd, aangevuld of verbeterd is door ons of mensen uit ons midden, althans door hen die zich gereformeerd noemen.

Belangrijke vragen

Laten we blij zijn met deze droeve signalering. We kunnen ons wel 'des Heeren tempel' achten, en onze gebreken met hooggestemd idealisme bedekken, doch dat baat niet. Tegelijk mogen we hopen dat de heer van 't Veld blijft doen wat hij reeds gedaan heeft en doet om in deze leemte te voorzien. Wat deze bijdrage betreft, zijn heel belangrijke vragen door hem gesteld en ten dele — vooral methodisch — ook beantwoord. Hij stelt dut dc zending vanuit de gereformeerde gezindte meer missionaire praktijk vertoont dan bij andere zendingen het geval is en minder theologisch en theoretisch gezicht. Kennelijk betekent dat voor hem niet, dat de gereformeerde gezindte theologisch missiologisch geen gezicht heeft. Integendeel, even tevoren stelt hij het beeld van de 'moderne zending' en dat van de 'oude zending' naast elkaar op zo'n manier dat we ons bij de gereformeerde gezindte in hoge mate in het beeld van de 'oude zending' terugvinden. Die had en heeft wel degelijk een theologisch gezicht.

Kerk en wereld

Toch rijzen bij mij vragen op dit punt. Een minder belangrijke vraag: zijn de lijnen, die de heer van 't Veld in 1966 rond deze twee beelden trok, nog volkomen van toepassing op de missiologische en missionaire situatie in de gereformeerde gezindte nu? Neem bijvoorbeeld het tweede verschilpunt tussen de twee beelden: bij dc moderne zending geldt het heil voor de wereld, al vervalt het onderscheid tussen kerk en wereld niet. Bij de oude zending gaat het om het redden van enkelingen, al wordt de wereld niet uit het oog verloren. Zowel wat het eerste als wat het tweede deel van deze schets betreft is wel wat af te dingen. Want is in de 'moderne zending' het onderscheid tussen kerk en wereld niet vervallen? Mejuffrouw Thung beweerde in 1966 reeds, dat het de taak van de kerk was wereldser dan de wereld te zijn. En wanneer deze secularisatietendens in zendingskringen in ons land verminderd zou zijn sedert 1966. dan nóg is de kerk zozeer uit het gezichtsveld van veel Nederlandse missiologen verdwenen, dat er van zo'n onderscheid niet of nauwelijks sprake is.

Betekenis van het verbond

Maar ook het tweede deel van de stelling heeft zijn geschiedenis. Wat betekent de herwaardering van het verbond voor de zendingsvisie in de gereformeerde gezindte? Of heeft de ruimte van het verbond niets te zeggen voor de relatie tussen heil en wereld? Of is er juist ten aanzien van het verbond geen eenheid in de gereformeerde gezindte, een feit dat zich wreekt in diverse zendingsvisies?

Met name ook die typering 'redden van enkelingen' onderstreept nogbovenstaan

de vragen. Ik zou in zo'n verband liever van een andere inhoud van het woord heil spreken bij de 'oude zending', die in de gereformeerde gezindte (ten dele) terugkeert en herleeft. In het ene geval is heil meer humanitair gericht, in het andere geval meer theologisch en als verlossing uit iets, dus selectief opgevat.

Praktijk en leer

Nu bleek de heer van 't Veld als zendingsarbeider en ook nadien, dat de gereformeerde gezindte vaak een moderner zendingspraktijk kent dan een zendingsfeer. Ook voor deze signalering zijn wij hem dankbaar. Hij zegt wat velen denken. En bovendien zoekt hij antwoord op de vraag naar het 'waarom' van deze relatie. Ik licht een paar zinnen uit zijn drievoudig antwoord. Hij ziet in de zendingspraktijk de zendingsarbeider een moeilijke plaats innemen tussen zendende instantie en jonge kerk. Dat raakt o.a. het uitblijven van verwerkelijking van de praktijk die men graag wilde. Dat raakt ook de vraag in hoeverre men een jonge kerk wel of niet mag assisteren bijv. op een oecumenische weg, waar geen heil van te verwachten valt. Moet de zendingsarbeider dan uit vrees voor het verwijt van paternalisme het maar af laten weten? Een tweede segment raakt de vragen rond het Woord en de samenleving. Wanneer een sociale structuur bepaalde consequenties in het christen-zijn tegenhoudt, mag je dan — vooruitlopend op de uitwerking van het gereformeerde beginsel - hopen op en werken aan de vernieuwing van de structuren in de derde wereld?

Tenslotte, ten derde, zet hij 'gereformeerd' en 'bijbels' in een voortdurende eorrectiepositie t.g.o. elkaar en geeft daar een practische spits aan in de benadering van de mens naar lichaam èn geest in en uit het heil en het helen (zie de 'revivals'). En hij voegt er aan toe: 'De werker in de zendingspraktijk ervaart dan ook, dat de eenheid van geloof en dagelijks leven, van ziel en lichaam sterker benadrukt dient te - worden dan de noties die het gereformeerd zendingsgevoelen hem aanreikt'.

Ik stop hier. Het is niet mijn taak om op deze vragen alle een eerste antwoord te geven. Ook niet om gegeven antwoorden op hun juistheid te beoordelen. Mogelijk zal in Alle den Volcke de relatie tussen Woord en sociale structuur nog vaak genoeg aan de orde komen. Voor één ding moge ik waarschuwen. Wij zijn niet klaar met de vragen van drs. Van 't Veld, wanneer wij een soort 'sociaal evangelie' wraken en afwijzen. Terecht benadrukt hij hoe de volken, die het betreft, veelmeer sociaal en collectief dan individueel leven. Dat de theologische rechtvaardiging van zijn stelling met een beroep op Psalm 146 : 5 berijmd, mij niet bevredigt, is een heel andere zaak. Gaarne ter studie dit artikel — en ook dat van drs. Boer, waar ik nu niet op inga - aanbevolen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1974

Alle Volken | 16 Pagina's

Op de keper beschouwd

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1974

Alle Volken | 16 Pagina's