Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK-ZIJN IN TORAJA-LAND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK-ZIJN IN TORAJA-LAND

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ENIGE TIJD GELEDEN LAS IK IN 'Alle den Volcke' een artikel over 'Kerk-zijn in Kenya'. Ik dacht toen: een goede pendant daarvan zou een artikeltje zijn over 'Kerk-zijn in Toraja-land'. En aangezien ik op het ogenblik de enige zendingsarbeider van de GZB in Torajaland ben, ligt het misschien op mijn weg om daarover te schrijven. Tussen twee haakjes: zendingsarbeider kan men tegenwoordig meestal het best vertalen met: iemand die door de Nederlandse kerk ter beschikking gesteld is als medewerker in een buitenlandse kerk.

Toraja-kerk en Toraja-land

Eerst een misverstand rechtzetten: de Toraja-kerk is niet tot Toraja-land beperkt. Het eigenlijke Torajaland oftewel Tanah-Toraja is een provincie (op z'n Indonesisch: een kabupaten) in het binnenland van Sulawesi. Sulawesi is de tegenwoordige naam voor Celebes. Dit Torajaland is ongeveer zo groot als de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Het is een mooi berggebied, dat de laatste jaren opeens in trek is gekomen bij Europese toeristen. Helaas brengen die toeristen niet altijd iets goeds. Ze zijn van verschillende soort. Er zijn er bij die heel graag heidense plechtigheden zien en daarmee eigenlijk toch indirect het heidendom bevorderen (dat nog een 40% ongeveer van de bevolking in zijn greep heeft). Er zijn ook toeristen, die vragen of er in Torajaland vrouwen van lichte zeden zijn. om daarmee in contact te komen. Om alleen maar deze twee negatieve kanten van het toerisme te noemen. Deze provincie Torajaland blijft het centrum van het Torajavolk en zo automatisch ook van de Torajakerk. Maar de Toraja's hebben zich juist in onze twintigste eeuw in al sneller tempo vanuit hun bergland ook in andere gebieden verspreid: in en rond de stad Palopo aan de zee en in en rond de havenstad Ujung Pandang (Makassar). De laatste tijd gaan er heel wat Toraja's naar Kalimantan (vroeger Borneo geheten) en naar Irian Jaya (vroeger Nieuw Guinea). Door deze verspreiding vindt men de Torajakerk ook buiten het oorspronkelijke stamgebied, in verschillende delen van Sulawesi.

Ook buiten het eiland Sulawesi wonen er op allerlei plaatsen voldoende christen-Toraja's bij elkaar om een eigen kerkelijke gemeente te stichten. Maar gelukkig bevordert de Synode der Toraja-kerk niet het oprichten van eigen gemeenten door heel Indonesië. Stel je eens voor dat de Friezen door heel Nederland heen Friese kerkelijke gemeenten gingen stichten en de Groningers Groninger gemeenten enz. Tot nog toe zijn er slechts op twee plekken buiten Sulawesi eigen Toraja-gemeenten tot stand gekomen: in Jakarta en in en bij Balikpapan (Oost Kalimantan). In andere plaatsen in Indonesië voegen de christen-Toraja's zich doorgaans bij reeds bestaande kerken.

Met de naam ' Toraja's' is nog een andere moeilijkheid: behalve de Toraja's waarmee de Gereformeerde Zendingsbond nu ruim zestig jaar connecties heeft, zijn er op Sulawesi nog twee andere 'soorten' Toraja's. In het Westen wonen in een nogal afgesloten gebied de Mamasa-Toraja’s.

werk en zondagschool werk, apostolaat etc. De kursussen hebben in vele gemeenten vaak een spontane groei ten gevolge gehad, doordat de deelnemers na afloop in praktijk gingen brengen wat zij hadden geleerd.

Kerk in overgang

Een andere reden waarom genoemde kursussen en andere kerkelijke conferenties met de predikanten, ouderlingen en evangelisten een grote dienst kunnen bewijzen is het feit dat de Hervormde Kerk van Oost Afrika nog in een duidelijke overgangsfase verkeert. Op het ogenblik is er nog een z.g. Joint Committee, een gezamenlijke commissie van afgevaardigden van de Afrikaanse Synode en de zendingsarbeiders, die als een belangrijk uitvoerend en beleidsorgaan fungeert. Echt zendingswerk is echter je-zelf als zending en zendingsarbeider overbodig maken, zodat weer assistentie verleend kan worden in andere landen en streken en in andere takken van arbeid.

Het zou daarom een reden van grote dankbaarheid zijn wanneer genoemde commissie binnen niet al te lange tijd geheel in de Afrikaanse Synode opgenomen zou kunnen worden en de zendingsarbeiders meer verantwoordelijkheden zouden kunnen overdragen. Er zijn tekenen die er op wijzen kunnen, dat dit niet lang meer zal duren.

Dit wil niet zeggen dat hulp uit Nederland niet meer nodig zou zijn. Integendeel, de zendingsarbeiders waren tot nu toe vaak zeer overbelast wat hun opdrachten betreft. Nu zullen zij hopelijk wat meer aan hun eigenlijke werk kunnen toekomen van opleidings-en toerustingswerk. Bovendien is deze jonge kerk in financieel opzicht voorlopig nog lang niet zelfstandig. hoewel het de goede richting opgaaJ. de voortdurende inflatie laat zich vooral in de jonge Afrikaanse landen sterk gelden met alle moeilijkheden van dien. Met name als we beseffen wat een krachtsinspanning het werk in de nieuwe gebieden van Turkana cn Pokot van deze jonge kerk zal vergen. Dan moet het ons een zaak van diepe vreugde zijn als Nederlandse partners in gehoorzaamheid aan dc Goddelijke opdracht en door Christus' liefde gedrongen hier assistentie te blijven verlenen. Maar laten we vooral de dagelijkse voorbede voor deze kerk in zo'n moeilijk overgangsstadium niet vergeten. God heeft daarop in de afgelopen jaren vele wonderen willen doen. Laten we ook voor de komende tijd grote dingen van Hem verwachten, ook voor onze gemeenten in Nederland en Europa als geheel. Het zou kunnen zijn dat vele Afrikaanse broeders en zusters ons vöör zouden kunnen gaan (1 Cor. 9 : 16, 27). God heeft geestelijke vernieuwing en opwekking aan vele kerken en gemeenten in Afrika gegeven. Hij kan en wil dat ook doen aan onze kerken en gemeenten in het Westen. Dan zal er bij dit gedenken nog meer reden tot grote vreugde en dankbaarheid zijn. Moge dit ons gebed en onze verwachting zijn voor de komende tijd!

W. J. Bouw. Eldoret, Kenya
26 januari 1976

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1976

Alle Volken | 42 Pagina's

KERK-ZIJN IN TORAJA-LAND

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1976

Alle Volken | 42 Pagina's