Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat is zenaina?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is zenaina?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het nummer, dat in november van het vorig jaar uitkwam, schreef ds. M. D. Geuze een eerste artikel over de vraag: 'Wat is zending? '. Het tweede over hetzelfde onderwerp zonden uf graag in het jubileumnummer geplaatst liehben. Het moest echter overstaan tot het nummer van de vorige maand. In het 1111 volgende derde artikel sluit ds. Geuze zijn beschouwingen over de vraag, nat zending is. af.

m.d. geuze-plateau

De norm

In dc twee vorige artikelen hebben we de terreinen zendingspraktijk en zendingsbezinning verkend. We hebben gezien, dat het begrip 'zending' zowel vanuit de praktijk als vanuit de bezinning een uitbreiding heeft ondergaan. Nu is echter noch de praktijk noch dc bezinning de maatstaf voor ons bezig-zijn in de zending. Het gaat om zending naar het Woord van de zendende God! Daarom wil ik in een laatste artikel daarover nog iets schrijven, zodat de praktijk cn de bezinning in het licht van het Woord komen te staan. Ik wil dat doen met als uitgangspunt Christus' zendingsopdracht, zoals die beschreven wordt aan het eind van de vier evangeliën:

'Gaat dan heen. onderwijst al de volken, hen dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb' (Mt.28 : 19).

'Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen' (Mk. 16 : 15).

'En in zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem' (Lk. 24 : 47).

'Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u' (Joh. 20:21).

Wanneer we deze éne opdracht in de vier evangeliën met elkaar vergelijken dan ontdekken we verschillende belangrijke elementen die samen de éne zendingsopdracht vormen. De volgende elementen vragen onze aandacht:

Gaan

Zowel het Mattheüs-als het Markus-Evangelie spreken over 'heen gaan' en op de vraag: 'Waarheen? " antwoorden zij: 'inde gehele wereld, tot alle volken'. Dat is de reisbestemming van de apostelen, die hier de Nieuwtestamentische gemeente vertegenwoordigen. De gemeente van Christus mag dus niet thuisblijven, maar moet erop uitgaan. Het Evangelie mag niet binnen de muren van het kerkgebouw blijven, maar moet naar buiten stromen. 'Gaan' geeft duidelijk een beweging aan. een beweging vanuit Jeruzalem tot de gehele wereld, tot alle volken. Christus' opdracht beperkt zich niet tot enkele landen en tot een paar volken. Daarom mogen wij ons ook niet beperken tot Indonesië of Kenya. De wereld is groter en dc opdracht is meer omvattend. Er mag geen stilstand komen in de Evangeliestroom. maar ze dient zich te verbreden en voort te gaan. Dit alles moet natuurlijk wel verantwoord gebeuren. zodat de kwantiteit (omvang) van het zendingswerk nooit ten koste zal mogen gaan van de kwaliteit(gehalte).

Het Johannes-Evangelie spreekt over dit 'heengaan' als een gezonden-zijn. Uitgaan in dienst van de zending of de evangelisatie is dus geen liefhebberij van de gemeente. Nee. het gebeurt op gezag en in opdracht van de opgestane Christus. 'Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u'. God zelf is de zendende God. Christus is de Gezondene van de Vader en Zijn gemeente is uitgezonden in de wereld. 'Zending' is geen liefhebberij maar opdracht. die gehoorzaamd moet worden.

Wat houdt 'heengaan' en 'gezonden zijn' nu in? Het betekent: present zijn in de wereld, leven en werken in de wereld. Zonder er te zijn kunnen we Christus' opdracht niet uitvoeren. Maar we mogen er ook niet alleen maar zijn en Christus' opdracht vergeten. We zijn uitgezonden met een doel: Christus te verkondigen in woord en daad. Christelijke presentatie kan nooit een 'stille presentie' zijn. want

het leven van de christen behoort al een getuigenis te zijn. Een goede boom brengt goede vruchten voort (Mt. 7 : 17).

Heengaan, gezonden in de wereld. D; it betekent meer dan de mensen(wereld). Het heeft ook betrekking op de kuituren en de strukturen van de wereld, die het mensenleven zo sterk beïnvloeden. We hebben de wereld als het adres van de zendingsboodschap serieus te nemen. Anders lopen we het gevaar dat de boodschap niet overkomt door onze gebrekkige presentatie. Als gereformeerde christenen hebben we vaak meer oog voor het 'gezonden-zijn' dan voor de plaats waarheen Christus ons gezonden heeft. Dit is tot schade van de Evangelieverkondiging. De apostel Paulus heeft dit verstaan. Hij schrijft aan de Korinthiërs: Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelf allen dienstbaar gemaakt, opdat ik er meer zou winnen. En ik ben de Joden geworden als een Jood. opdat ik de Joden winnen zou; degenen, die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet zijnde, opdat ik degenen, die onder de wet zijn, winnen zou. Degenen, die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet zijnde (Gode nochtans zijnde niet zonder de wet, maar voor Christus onder de wet), opdat ik degenen, die zonder de wet zijn, winnen zou. Ik ben de zwakken geworden als een zwakke, opdat ik de zwakken winnen zou; allen ben ik alles geworden, opdat ik immers enigen behouden zou. En dit doe ik om des Evangelies wil, opdat ik hetzelve mede deelachtig zou warden' (1 Kor. 9 : 19-23).

Verkondigen

Drie evangeliën spreken over het doel van het 'heengaan' als prediken: 'Onderwijst al de volken' (nauwkeuriger vertaald: 'Maakt alle volken Mijn discipelen'), 'predikt het Evangelie aan alle kreattiren' en 'in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden’.

Markus en Lukas gebruiken hetzelfde Griekse werkwoord 'verkondigen', als een heraut de boodschap van de koning proklameren. Het ts dus een verkondiging met gezag, met volmacht van de opgestane Levensvorst, in Naam van Koning Jezus. Mattheus spreekt over 'discipelen maken', maar dat gebeurt toch ook door de roep en het onderwijs van de Meester (zie Jezus' omgang met de twaalven). De Evangelieverkondiging is duidelijk het hart van Christus' opdracht. Deze dient dan ook centraal te staan in alle zendings-en evangelisatiewerk. Alle takken van dienst, zoals onderwijs, medische zorg, landbouwwerk, enz. dienen naar dit centrum te wijzen en dit voortdurend in het oog te houden. Dit centrum is tegelijk de krachtcentrale, waardoor zij voortdurend gevoed, gemotiveerd en gestimuleerd worden.

Wat is nu de inhoud van de verkondiging'? De grote opdracht laat ons daarover niet in het onzekere. Markus noemt het Evangelie als de inhoud van de verkondiging en Lukas bekering en vergeving der zonden-Beiden geven de kern van de verkondiging aan. Aan alle kreaturen moet de blijde boodschap verkondigd worden, bekering en vergeving der zonden onder alle volken.

Deze verkondiging richt zich dus allereerst op de mensen als Gods schepselen in hun verhouding tot God en Zijn heil. Bekering en vergeving der zonden zijn noodzakelijk én mogelijk in Christus door dc Heilige Geest. Ook in zendings-en evangeliesatiewerk is Jezus' woord tot Nikodemus hoogst aktueel en richtingbepalend: Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: enzij dat iemand wederom geboren wordt. Hij kan het Koninkrijk Gods niet zien' (Joh. 3 : 3). Mattheüs' omschrijving van de grote opdracht geeft daarbij het doel van de verkondiging aan: et discipel-woorden van Christus. De relatie discipel - Meester is een heel intieme. Ze houdt niet alleen in het volgen van onderwijs, maar allereerst het leven in de direkte omgeving en het verkeren in de nabijheid van de meester. Daarna ook het volgen van zijn onderwijs en voorbeeld. Dat is het grote doel van de Evangelieverkondiging: iscipelschap, geloofsgemeenschap met de levende Heiland.

Johannes noemt het grote Voorbeeld voor de Evangelieverkondiging: Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u'. Christus is door de Vader gezonden om het Evangelie te verkondigen. En hoe heeft Hij dat gedaan toen Hij op aarde was? Hij heeft het gedaan door woord èn daad. Hij is het grote Voorbeeld voor het gezonden-zijn van de gemeente: ezonden tot liefde-dienst in de wereld door woord èn daad. De Evangelieverkondiging zal zich dus niet mogen beperken tot het woord alleen, zij zal ook plaatshebben door de daad (b.v. sociaal werk, enz.). Er is geen tegenstelling tussen het grote gebod: liefde tot God en de naaste' Mt. 22 : 37-40) en de grote opdracht: Ga dan heen . . .' Mt. 28 : 19). Wat Christus samengevoegd heeft, mogen wij niet scheiden!

Dopen

Het Mattheüs-Evangelie laat op het 'discipelen maken' de doop volgen: ' hen dopend in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes'. Hier komt de gemeente in het vizier, want de Christelijke doop is immers de inlijving in Christus* gemeente. De Evangelieverkondiging dient dus gericht te zijn op de planting van de kerk: dat Christus' lichaam tot openbaring komt onder alle volken. De gemeente is daarbij natuurlijk geen doel in zichzelf. Zij is er voor God om Hem te dienen en te prijzen èn voor de wereld om haar het blijde nieuws te verkondigen.

Dopen in Gods Drieënige Naam houdt ook in de volkeren deze Naam te leren spellen. Om in prediking en onderwijs de werken van God Drieënig te verkondigen en toe te passen. De jonge gemeente dient opgebouwd te worden in het allerheiligst geloof.

Onderwijzen

De Heere Jezus spreekt ook over vervolg-onderwijs: 'lerende hen onderhouden alles wat Ik li geboden heb'. Het doop-onderwijs, voorafgaande aan de bediening van de Heilige Doop, is niet voldoende. Onderwijs in Christus' geboden is noodzakelijk, opdat de gemeente meer en meer aan Christus gelijk wordt en zo zal schijnen als een licht in de wereld. Het discipelschap zal gestalte krijgen in het dagelijks leven, in een leven naar Gods geboden. Bij dit vervolg-onderwijs mag de zending de jonge kerken de helpende hand bieden.

Opdracht en belofte

De grote opdracht is de toetssteen voor alle zendings-en evangelisatiewerk en voor allen die daarin werkzaam zijn, zowel op het thuisfront als op het zendingsveld. Zelfonderzoek is nodig en nuttig. Zijn we gehoorzaam en getrouw aan Christus' opdracht?

Hij heeft aan deze opdracht een rijke belofte verbonden: En zie Ik ben met ulieden alle dagen tot aan de voleinding der wereld. Amen' (Mt (Mt. 28 : 20). Het is geen opdracht zonder belofte. Hij belooft Zijn tegenwoordigheid bij het vervullen van deze opdracht. Zijn genade is ons genoeg, Zijn Geest komt ons te hulp en Zijn kracht wordt in onze zwakheid volbracht. Hem zij de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1976

Alle Volken | 16 Pagina's

Wat is zenaina?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1976

Alle Volken | 16 Pagina's