Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT HET WOORD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET WOORD

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorts maken wij u bekend, broeders, de genade van God, die In de gemeenten van Macedonië gegeven Is. II Korinthe 8 : 1

Vele mensen zien weinig toekomst meer voor de zending. De invloed van het Westerse denken, de herleving van traditionele religie, de opkomst van de Islam en het grote gevaar van het materialisme schijnen de voortgang van het zendingswerk ten zeerste te bedreigen. Toenemende onverschilligheid en vervlakking, voortschrijdende geestelijke en maatschappelijke ontwrichting vormen ook een grote belemmering voor de noodzakelijke zending in Nederland.

Toch laat dit schriftgedeelte duidelijk zien dat er in de christelijke gemeente geen reden voor moedeloosheid en wanhoop is. De zendingsarbeider Paulus benadrukt dat wij geen christen of gemeente op ons zelf kunnen zijn, afgezonderd van de ander. Hij maakt aan de christenen in Korinthe bekend wat God in de gemeenten van Macedonië gedaan heeft. Hij doet dat met een speciale bedoeling. Wat er namelijk ergens anders in de wereld door de genade en liefde van God gebeurt gaat de gehele wereldkerk aan.

Wanneer God ook vandaag grote dingen doet in Azië, Afrika en Latijns Amerika wil dit ons doorgegeven worden. Paulus wil eigenlijk tegen de christenen in Korinthe zeggen, wat in de gemeenten van Macedonië gebeurde, is ook bij u mogelijk, want hetzelfde Evangelie van genade is ook aan u geschonken.

En zo wordt deze eenvoudige mededeling tegelijk een oproep, een appèl, een bemoediging, een hart onder de riem, iets waar we ons over mogen verheugen, waar we intens dankbaar over kunnen zijn, maar wat tegelijk een opwekking wil zijn tot navolging.

Wat verstaan we eigenlijk onder die genade van God? Wat moeten we hierbij denken? Voor velen is het een versleten begrip, dat we te pas en te onpas gebruiken. Toch vormt dit begrip de kern van het Evangelie, ook de diepe kern van het werk in kerk en zending. Neen, hier is geen sprake van een goedkope genade. Paulus spreekt er immers in vers 9 op ovenweldigende wijze als hij zegt: „want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden”.

Genade van God betekent Zijn onverdiende liefde voor een wereld in nood. Zijn ontferming voor arme, opstandige en zondige mensen. Hij Christus, die onnoemelijk rijk was, gelijk was aan God, heeft Zichzelf geheel ontledigd, het meest bittere, de grootste verachting en vloek ondergaan, om te redden wat verloren was, om een nieuw, rijk en overvloedig leven, een eeuwige toekomst te bereiden.

Deze genade was dan ook voor de Macedoniërs, dat zij door het Evangelie van kruis en opstanding behoud hadden gevonden, aan de dood en het verderf waren ontrukt, vergeving van de schuld en verzoening van hun zonden hadden ontvangen. De genade was echter niet alleen aan hen verkondigd en in geloof ontvangen, had op een heel duidelijke en zichtbare wijze gestalte gekregen in de gemeenten in dat gedeelte van Griekenland.

We lezen immers dat deze nog zeer jonge christen-gemeenten, die in grote verdrukking en zeer diepe armoede leefden - ze hadden te maken met haat en vervolging van de zijde van de niet-christenen en uitbuiting van de kant van de Romeinen - dat zij toch „een overvloed van blijdschap en een rijkdom aan milddadigheid" aan de dag legden. Dit kwam vooral tot uiting in het feit, dat zij ondanks de zeer moeilijke situatie, waarin zij verkeerden, smeekten om hun gaven te geven aan hun medebroeders en zusters die in honger en armoede waren terecht gekomen.

Zij gaven vanuit hun eigen armoede niet alleen naar vermogen, maar zelfs boven vermogen. Dit waren niet hun vrome en menselijke prestaties. Neen, dit was de genade van God die in en onder hen zichtbaar en werkzaam was geworden.

Paulus schrijft in vers 5: „En zij deden niet alleen, gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven zichzelf eerst aan de Heere en daarna aan ons, door de wil van God”.

dat zij daardoor overwonnen waren en zich aan de Heere gewonnen gaven. Is dat niet wat ook vandaag christelijk geloof, zending en evangelisatie inhoudt: gelovige overgave aan God, ons volledige vertrouwen stellen op Hem, leven uit Zijn genade? Deze genade doet ons ook aan anderen genadig zijn, opent onze ogen vóór de nood van de ander. De overgave aan Hem leert ons ook overgeven aan elkaar.

Paulus spreekt hier over de kern van het christelijk geloof namelijk over de gemeenschap met God, over bekering en wedergeboorte, een sterven aan ons eigen ik, waardoor God met Zijn Geest in ons kan werken, de liefde van Christus ons gaat dringen tot de ander die Hem niet kent of onze hulp nodig heeft. Wij krijgen als het goed is, vanuit de genade van God en gemeenschap met God deel aan de gemeenschap van de bediening aan elkaar en de ander (vs 4). Nu is het bemoedigende dat in dit geval deze bediening niet vanuit Jeruzalem - het oorspronkelijke „thuisfront" - uitging naar de jonge kerken in Azië en Europa. Neen, het ging hier precies anders om. Door het mislukken van de oogst was er op het thuisfront in Jeruzalem armoede en honger ontstaan. Dit was de christenen in de jonge gemeenten van Macedonië ter ore gekomen. En zij hadden spontaan zichzelf aangeboden om ondanks hun eigen moeilijke positie hulp te bieden. Zij smeekten zelfs om dit te mogen doen. Dit was een wonder van Gods genade, een gevolg van de overgave aan Hem.

Zending is ook vandaag geen éénrichtingsverkeer, van West naar Oost of van Noord naar Zuid, God wil ons bemoedigen en wil opwekken door de grote daden van Zijn liefde en reddende genade, die Hij laat zien in de gemeenten van Azië, Afrika en Latijns Amerika. Waar we inderdaad vele tekenen zien van het feit dat God Dezelfde is en Zijn Koninkrijk ondanks vele weerstanden zegevierend doorbreekt. Hebben we voldoende oor en oog voor deze grote genade, die dikwijls juist in de kleine dingen tot uiting komt?

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1980

Alle Volken | 16 Pagina's

UIT HET WOORD

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1980

Alle Volken | 16 Pagina's