Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IN GESPREK MET Dr. K. F. de Blois

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN GESPREK MET Dr. K. F. de Blois

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een gesprek in Nairobi met een man die zich kennelijk thuis voelt in Afrika. jarenlang verblijf in Kenya werd door een werkperiode in Nederland voor dr onderbroken. Het opnieuw uitgaan was daarom eigenlijk meer een thuiskomst. probeerden te spreken over het bijbelvertaalwerk in relatie tot het zendingswerk kost bij Dr. De Blois weinig moeite: beide hebben zijn hart!

Hoe functioneert liet bijbelvertaalwerk in de zending?

De band tussen zendingswerk en bijbelvertaalwerk is historisch heel sterk. De eerste zendingsarbeiders in Afrika hebben relaties gelegd met volkeren. De taalbeschrijving volgde, een grammatica en woordenboek lieten meestal niet al te lang op zich wachten. Na zo 'n vijfentwintig jaar resulteerde dit een bijbelvertaling. We zien dit bijvoorbeeld in het werk van Dr Van der Veen in Torajaland (Indonesië). De groei van het zendingswerk en de opkomst van het bijbelvertaalwerk gaan samen. Nog steeds is de noodzaak tot bijbelvertaling voor de bevolking van onbereikte gebieden aanwezig. Als we denken aan het werkgebied van de Hervormde Kerk van Oost-Afrika, du de kerk waarmee de GZB samenwerkt in het zendingswerk, dan kunnen we onder andere noemen: Pokot, Turkana en Bukusu als talen waarin de Bijbel vertaald wordt.

De waarde van het bijbelvertaalwerk i dat de bron in handen van de mensen wordt gegeven. Hei christelijk geloof is niet Europees of Westers. De Openbaring zoals die door middel van de Bijbel tot ons komt, vindt plaats in een cultuur die - met name in het Oude Testament - dicht staat bij de Afrikaanse leefwereld.

Kunt u ons iets vertellen over het functioneren van de kerken in dit vertaalproces?

Het allereerste werk is door de Heilige Geest gebruikt tot vorming van een christelijke gemeente. De eerste zendelingen hadden echter hun beperkingen in hun kennis en gebruik van de taal. De tweede generatie eist daarom vaak herziening van deze eerste vertaling. De kerken brengen mensen voort die hierbij een bijdrage kunnen leveren. Dit komt de zuiverheid van de vertaling ten goede en ook de vorm van de ontvangende taal krijgt meer aandacht. De taalmogelijkheden moeten worden uitgebuit.

De bijbelgenootschappen werken meestal waar kerken zijn. Het werk in gebeurt door vertalers die de Bijbel in hun moedertaal vertalen. Dit kunnen opgeleide predikanten of leraren zijn. De rol van de zendingsarbeiders is verschoven. Ze zijn niet meer de eigenlijke vertaler, maar meer de coördinator en organisator. Ook verlenen ze assistentie bij de uitleg van de bijbeltekst. Er zijn nog maar enkele situaties waar zendingsarbeiders zelf helgrootste aandeel in de vertaling leveren. Di is een goede zaak, want uiteindelijk blijft ook een zendingsarbeider vreemdeling, ondanks alle inspanningen van taalstudie, enzovoort.

Naast de bijbelgenootschappen kennen we ook de Wycliffe-bijbelvertalers. Hoe is de verhouding tussen deze beiden?

Met de Wycliffe-bijbelvertalers word met name in Afrika, heel goed samengewerkt Ze concentreren zich op vertaalwerk in gebieden waar het Evangelie nog niet of nauwelijks is verkondigd. Dit zijn meestal geïsoleerde gebieden met slechts enkele duizenden inwoners, waar weinig assistentie van de bevolking ontvangen wordt omdat er nog geen kerkelijk kader is gevormd. Hun werk betreft dus vaak klé en nere taalgebieden. In bepaalde situa ie jaar ties begeleiden medewerkers van he Wij bijbelgenootschap het werk van de . Dat Wycliffe-bijbelvertalers. Het komt o voor dat Wycliffe-bijbelvertalingen door het bijbelgenootschap worden uitgegeven. De Wycliffes beperken zich vaak tot het vertalen van het Nieu we Testament. Hoewel het belang van het Oude Testament wel degelijk wordt ingezien, meent men toch met het oog op het vele werk dat nog wacht de mensen allereerst te moeten wijzen op het heil in Christus. Het is dus zorg voor de , , onbereikten" die deze handelwijze verklaart.

De Wycliffe-bijbelvertalers doen me dan alleen de Bijbel uitgeven. Ze zijn ook actief in taalonderzoek en taalbeschrijving en geven materiaal voor alfabetiseringswerk uit.

U noemde alfabetiseringswerk. Dit sluit aan bij onze volgende vraag: hoe kun je met de Bijbel als boek aan het werk in de t, situatie zoals in Afrika, waar niet meer dan dertig procent van de bevolking kan lezen?

In veel stamtalen is maar heel weinig lectuur aanwezig. Naast de Bijbel eventueel een liedboek en een catechismus. Vandaar dat er dikwijls mee , , verklarend" moet worden vertaald. Hieraan is niet te ontkomen want er zijn geen handboeken of commentaren en dergelijke beschikbaar.

De kerken proberen de mensen te leren lezen en schrijven. De regering moedigt dit aan. Boekjes van het lagere school type, maar dan gericht op volwassenen, bewijzen hierbij goede diensten. Ook zijn er alternatieve vormen om vla andere media de boodschap van de Bijbel bij de mensen te brengen, bijvoorbeeld door middel van cassettes en via de radio. Mogelijk zullen in de toekomst vanaf de Seychellen, een eilandengroep ten oosten van Afrika, bijbelgedeelten worden uitgezonden. Dit kan voor analfabeten een belangrijk kanaal zijn. De opname op cassette van bijbelgedeelten en bijbelteksten kan belangrijk zijn. Het is een goedkope methode en door middel van nieuwe technieken, zoals bijvoorbeeld zonnecellen, kan in de hutten de tekst beluisterd worden. Voor de pre sentatie moet hierbij wel zorg gedragen worden voor een goede vorm. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door de gesprekken uit de Bijbel met meerdere stemmen weer te geven. Ook inleidend materiaal kan erg waardevol zijn.

Welke moeilijkheden ontmoet u nu als u in zendingssituaties de Bijbel gaat vertalen?

Bij dit werk krijgen we te maken met de taal van een volk, dus met de uiting van denken en leven in hun cultuur. De taal wordt hierdoor gestempeld. Als de openbaring van God wordt uitgedrukt in de taalvormen van mensen, dan komen er belangrijke vragen naar voren. Ik zal een paar voorbeelden noemen: In de meeste talen is er wel een woord voor god, maar mag de naam van deze schepper god, van een heidens denken overgenomen worden voorde Vader van onze Heere Jezus Christus? Woorden en begrippen dekken elkaar nooit helemaal. Nieuwe woorden hebben geen enkel aanknopingspunt. Met oude woorden geven we niet alles weer wat bedoeld wordt. Toch wordt aan deze oude woorden vaak de voorkeur gegeven. We hopen dan dat deze in de toekomst een christelijke invulling zullen krijgen.

Het Oude Testament is gemakkelijker in een Afrikaanse taal te vertalen dan in het Nederlands. Zaken als de offerdienst, de gebruiken en de reinigingsrituelen, het zwagerhuwelijk, de beschrijving van planten-en dierenwereld sluiten aan bij de leefsituatie van de bevolking. Soms zijn er echter ook nieuwe gedachten en uitdrukkingen die haaks staan op de belevingswereld van de mensen.

Als er bij de intocht in Jeruzalem takken van de bomen en kleding op de weg gelegd wordt, dan betekent dit hulde, eerbetoon. In Afrikaanse culturen kunnen dergelijke handelingen, waarbij een versperring op de weg gelegd wordt, als beledigend en/aren worden. In Openbaringen lezen we: Zie, ik sta aan de deur en Ik klop. In sommige culturen in Afrika wordt niet geklopt, maar geroepen. Een dief echter klopt, om te zien of er iemand thuis is zodat een eventuele vlucht nog mogelijk is. Omdat Christus geen inbreker is, zullen we dus met de vertaling erg voorzichtig moeten zijn. In de Bijbel wordt wel eens over sterven gesproken als, , bij zijn vaderen te ruste gaan". In de Afrikaanse context kan dit gevoelens van taboe oproepen en aanleiding zijn tot onbegrip en zelfs misverstanden.

Heeft het bijbelvertaalwerk in Afrika een grote omvang?

In Afrika worden meer dan twaalfhonderd talen gesproken. In Kenya kennen we ongeveer veertig stamtalen. In Nigeria zijn dit er wel zo 'n vierhonderd. Soms ontwikkelt een stamtaal zich tot de nationale taal die dient als communicatie tussen de stammen. Dit is niet altijd haalbaar. Het kiezen van een bepaalde stamtaal kan de indruk wekken dat die stam bevoordeeld wordt. Hierdoor ontstaan dan spanningen. Oudere mensen en vrouwen, die meer bij hun huis blijven dan de mannen, kennen vaak uitsluitend de stamtaal. Wil je alle mensen met het Evangelie bereiken dan zul je dit moeten doen in hun eigen taal. Bovendien is de eigen taal de taal van het hart. Het is niet voor niets dat we lezen dat bij de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest ieder zijn eigen taal hoorde spreken.

Bij de beschrijving van het leven van Christus Zelf zijn in de grondtekst van het Nieuwe Testament bij zeer ingrijpende momenten Aramese woorden in de Griekse grondtekst blijven staan Bijvoorbeeld: Eli, Eli, LamaSabachtani Het bijbelgenootschap werkt meestal op verzoeken van de kerken. De UBS (United Bible Societies) hebben zo'n tweehonderdiien projecten in Afrika onder handen. Dit zijn voor een deel eerste vertalingen. Maar voor een dee ook nieuwe vertalingen en herzieningen. Ook zijn er veel vertaalprojecten die het Oude Testament betreffen. He Nieuwe Testament was er al. Het bijbelgenootschap is dus dienaar van de kerken, zowel met personeel als financiën.

Hoe is de relatie tussen de kerken en de bijbelgenootschappen?

Noch in Nederland, noch in Afrika, zijn er formele afgevaardigden. Welzijn d kerken en de zendingen in de besturen vertegenwoordigd. Het verschil i wel dat er in Afrika gewoonlijk geen vertaling geïnitieerd wordt zonder d steun van de kerken. De kerken nemen het initiatief en ook de vertalers

zijn mensen van die l< erl(en. De vertaalconsulenten van het bijbelgenootschap geven leiding aan het werk en zorgen voor de opleiding die de vertalers nodig hebben. De GZB is via de Hervormde Kerk van Oost-Afrika betrokken bij Turkana, Pokot en Bukusu bijbelvertaling. Een gereedgekomen vertaling wordt gepresenteerd aan de kerken en vaak in een kerkdienst.

In de UBS zijn de bijbelgenootschappen van elk land gebundeld. Sommigen kunnen zichzelf financieel bedruipen, anderen niet Hulp via het wereldsteunfonds is dan nodig. In Afrika zie je regelmatig dat de grenzen van de taalgebieden niet samenvallen met de nationale grenzen. Vandaar dat het vertaalwerk niet gekoppeld is aan de nationale bijbelgenootschappen, maar aan de wereldorganisatie (UBS). De Amerikaanse en Nederlandse bijbelgenootschappen zijn belangrijke donors voor het wereldsteunfonds. De vertaalprogramma 's in Afrika zijn hier van afhankelijk. Met de totaliteit van het werk in Afrika is zo'n vier miljoen gulden gemoeid. We zullen er bovendien voor moeten zorgen dat de Bijbels voor een betaalbare prijs worden aangeboden. Soms betekent dit dat er subsidie moet worden gegeven. Deze subsidie is dus ook weer uit bovengenoemd fonds afkomstig.

De Bijbel-per-maand-club van het Nederlands Bijbelgenootschap levert hiervoor ook een belangrijke bijdrage. De vraag naar bijbels neemt enorm toe, tenvijl de economische recessie in Afrika de eigen bijdrage van de mensen steeds moeilijker maakt. Resumerend kunnen we dus zeggen dat de contributie en giften al dan niet via de collecten in de kerkelijke gemeenten meer dan ooit nodig zijn en blijven.

Kunt u ons een globale Indruk geven van de weg die moet worden gegaan om tot een nieuwe bijbelvertaling te komen?

Het eerste dat we ontvangen is een verzoek van de kerk of de kerken. Er komt dan een vergadering van kerken en zendingen in dat taalgebied. De volgende stap is een cursus voor kerkelijke leiders en potentiële vertalers voor het geven van informatie betreffende vertaalprincipes en de procedure die we denken te gaan volgen. Hierbij springen de mensen die geschikt zijn om vertaler te worden er wel u Eventueel kunnen ook de zendingsarbeiders in zo'n gebied hulp bieden. Dan worden de afspraken gemaakt. Twee a drie vertalers worden vrijg steld en vormen een vertaalcommissie. Die commissie moet dan samenwerken met de vertaalconsulent die verantwoordelijk is voor de vertaling Naast de commissie die het eigenlijke vertaalwerk doet is er een commissie van meelezers (tien a twaalf mensen voor alle proefvertaiingen. Alle vert lers maken hun eigen vertaling. Onderlinge vergelijking levert dan de tekst op van de vertaalcommissie die wordt gestencild voor de meelezers Hun commentaar en correcties worden tussen de regels ingevoegd.

De vertalers bekijken dit De vertaalconsulent, verantwoordelijk voor he project, heeft hierbij een adviserende en controlerende taak. Hij kijkt bijvoo beeld of de tekst compleet is, of de eigennamen consequent vertaald zijn, of de sleutelwoorden correct zijn wee gegeven. Hierna gaat het naar de produktie-afdeling en tenslotte vindt de correctie van de drukproeven plaats In totaal is als gemiddelde voor een vertaling van het Nieuwe Testament it drie jaar nodig. Voor het Oude Testament moeten we echt wel denken aan zeven ä acht jaar.

Zijn er ook nieuwe ontwikkelingen In het vertaalwerk, in het vertaalproces aan te wijzen?

Ja, die zijn er zeker. Ik denk hierbij m name aan het gebruik van computers. Hierbij moeten we wel voorop stellen dat het vertaalwerk niet door een com puter gedaan kan worden, maar wel is het een belangrijk technisch hulpmiddel. Een voorbeeld is namelijk dat vroeger elke bijbelvertaling in de loo van het proces wel vier keer overgetypt moest worden, op de weg van proefvertaling naar eindproduct. Nu dit met behulp van de computer veel eenvoudiger geworden. Dit werkt tijd en kostenbesparend. Als eenmaal een proefvertaling in de computer is Ingevoerd, is het betrekkelijk eenvou dig om bepaalde veranderingen door te voeren. Als we bijvoorbeeld in de hele bijbelvertaling het woord profeet door een ander woord zouden willen weergeven, dan kunnen we een computer daartoe opdracht geven. Vroeger moesten zulke zaken met behulp van concordanties gebeuren en was

het risico van fouten ool< veel groter. Wat eens voor Trommius een levenswerl< was, gebeurt nu betrekkelijk snel per computer. De cassette en de disc kan meteen aan de drukker worden geleverd voor het zetwerk. De vertaalteams worden nu vaak met draagbare computers uitgerust.

Uiterst moeilijk lijkt mij de grens te trekken tussen het zuiver vertalen van de grondtekst en de verstaanbaarheid van de bijbelvertaling die met het oog op de toekomstige gebruikers noodzakelijk is. Kunt u daar iets over zeggen?

Het is erg moeilijk om deze grenzen precies aan te geven. Eerbiedig luisteren naar de tekst betekent ook dat we zullen proberen om zo dicht mogelijk bij de vorm van de grondtekst te blijven. In de missionaire situatie moeten we soms gebruik maken van andere taalvormen, omdat de ontvangende taal dit vereist. Het is echter van groot belang dat die vormen dezelfde betekenis uitdrukken als in de oorspronkelijke tekst. Zo mogelijk vormen kiezen die de mensen kunnen aanvoelen en begrijpen. We zullen in dit alles een middenweg moeten zien te vinden. Als we zeer letterlijk de grondtekst in zijn taalvorm en uitdrukkingen handhaven, geeft dit soms onbegrip, soms zelfs een verkeerd begrip. Het andere uiterste waarbij we alleen letten op de verstaanbaarheid, geeft het gevaar van ven/lakking bij de vertaling. Deze problemen kunnen per taal verschillend zijn. Het zal duidelijk zijn dat de vertalers in hun worsteling de tekst getrouw en begrijpelijk te vertalen, afhankelijk zijn van de verlichting door de Heilige Geest.

Veel vertalingen in één land kunnen schade doen aan de zichtbare eenheid van de kerken. Hoe zit dat nu als er in één land verschillende stamtalen en dus ook bijbelvertalingen zijn?

De stamtalen vormen een probleem, zowel voor de kerk als voor de samenleving. Ook regeringen worden door het bestaan van verschillende stammen binnen één land voor grote problemen geplaatst.

In de steden kan het moeilijk zijn te bepalen welke taal er voor de eredienst gekozen moet worden, omdat de kerkgangers uit verschillende stammen komen. Meestal wordt het Swahili, de verkeerstaal, gekozen. Als zodanig is deze taal In Kenya dus samenbindend. Toch blijft voor veel mensen de moedertaal de taal van hun hart. We zullen ook eerlijk moeten erkennen dat de stamtegenstellingen, het tribalisme, ook in de kerk voor moeilijkheden blijft zorgen. Dit is een zwak punt.

Waar het Evangelie echter wortel schiet en echt gaat leven, gaat de verbondenheid over de stamgrenzen heen. Waar het wezenlijke erkend en herkend wordt, zullen bijzaken niet tot hoofdzaken verheven worden.

In het geloof in onze Heere Jezus Christus mogen we toch zeggen dat we vertrouwen en verwachten dat de verbondenheid die er is in Hem het winnen zal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1984

Alle Volken | 16 Pagina's

IN GESPREK MET Dr. K. F. de Blois

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1984

Alle Volken | 16 Pagina's