Drie vrienden in Turkana

(slot)

Mevr. C. van der Ham-Moerland

Vlug lopen ze naar het geitje toe en aaien het over z'n kopje. „Is daar iemand? " Geen antwoord. Dan kijken ze elkaar aan. Een geitje, een lief klein geitje.

„Zullen... zullen we het meenemen? ", zegt Etabo. „Zullen we het meenemen naar huis? "

„Ja", zegt Lorot, , , en dan geven we het eten en dan zorgen we er heel goed voor en dan krijgen we lekkere melk!"

„Maar", zegt Etabo en hij krijgt rimpeltjes boven z'n neus: „Maar als we het geitje zo maar meenemen, dan stelen we het.

Want het is van iemand anders. En de meester op school heeft gezegd, dat je niet mag stelen. We moeten wat we vinden toch terug geven? "

Dan zitten ze samen heel stilletjes voor zich uit te kijken. Twee kleine Turkana-jongetjes. Ze zeggen een poosje niets. Ze denken allebei heel diep na.

Ze willen het geitje eigenlijk zo graag zelf houden. „Ja", zegt Etabo dan en hij springt overeind, „we gaan het geitje terug brengen. Het moet. Weet je, de Heere Jezus heeft ons al lang gezien en Hij weet alles!"

Dan gaan ze maar. Ze pakken het geitje op en lopen er mee naar het dorp om te vragen van wie het is. „Hé, kijk daar eens", roept Lorot. , , Daar komt Ekadilli aan. Is het al zo laat? " Ekadilli komt net uit school. „Jambo", roept hij. Hij komt naar hen toe. „De meester vroeg naar jullie. Hij zei: „Waar zijn Etabo en Lorot?

Ikhebnietsgezegd. Maar 't was wel jammer dat jullie er niet waren hoor. 't Was fijn op school. De meester heeft zo'n mooi verhaal verteld!" „Oh", zegt Etabo, , , waarover? " „Over de Heere Jezus, Die geboren werd in Bethlehem; over de engelen die zongen, over de herders. En nog veel meer. 't Was zo mooi! Vanmiddag gaan we er van zingen.

Dan leren we een nieuw lied. Komen jullie naar school vanmiddag? 't Is zo fijn." Lorot kijkt naar Etabo. Wat vindt hij ervan? „Ja", zegt Etabo, „vanmiddag kom ik weer naar school. Ik wil ook dat versje leren. Ik wil ook weten wat de meester heeft verteld. Ik wil ook leren lezen en schrijven. Ja, ik ga mee vanmiddag." „Ik ook", zegt Lorot. „Fijn", zegt Ekadilli. „Zeg, maar hoe komen jullie aan dat geitje van Ekidor? " „Gevonden", zegt Lorot. „Wat fijn, nu weten we van wie het is."

Met z'n drieën gaan ze op stap naar de hut waar Ekidor woont. Het geitje mekkert een beetje. Als ze bij de hut komen, komt Ekidor al naar hen toerennen. „O, wat fijn" roept hij, „m'n geitje is weer terug. Mama, kom eens gauw kijken."

Zijn moeder komt er aan. Ze zegt: „Dank je wel jongens, dat is fijn. Kom maar eens hier." Alle drie krijgen ze hun blikje vol met lekkere warme geitemelk. En met glunderende ogen drinken ze het heel langzaam op. Elk een blikje vol geitemelk!

Hallo jongens en meisjes,

Deze keer valt er voor mij niet zo heel veel te schrijven. De prijswinnaars van de vorige jeugdpagina van „Alle den Voicke" moeten erin, maar ook de prijswinnaars van de jeugdkranten. Dat zijn er bij elkaar ruim dertig en die nemen veel ruimte in.

Eerst de winnaars van „Alle den Voicke":

1. Michel van Heyningen, Zuilichem 2. Marieke Looman, Wapenveld 3. Peter Dijkstra, Everdingen 4. Marien Kamphof, Mastenbroek 5. Lucas Kieskamp, Lelystad 6. Rieneke Laban, Zoetermeer 7. José Huizer, Veenendaal 8. Alexander Westerbroek, Nunspeet 9. Rina Meijers, Kamerik 10. William den Hollander, Sleeuwijk

Jeugdkrant 1:

1. Erna Reefhuis, Vroomshoop 2. Mark Jansen, Hoge Hexel 3. Simone v.d. Assen, Waspik 4. Leon Goedegebuur, Melissant 5. Krista de Rooi, Nieuwveen 6. Arjan de Groot, Langbroek 7. Jacco van den Berg, Noordeloos 8. Henk van Mourik, Heilouw 9. Miranda de Jong, Hardinxveld-Giessendam 10. Maria van Wijk, Veen

Jeugdkrant 2:

1. Rutger Schouten, Lienden 2. Gerdientje van Panhuis, Garderen 3. Marianne Visscher, Genemuiden 4. Mirjam Olthof, Rijssen 5. Marco Klein, Oldebroek 6. Hugo van Dijk, Putten 7. Cornelis-Jan v.d. Krift, IJsselstein 8. Martijn Los, Klaaswaal 9. Jeroen Graafland, Delft 10. Bertha van Dijk, Otterio 11. Menno Klijn, Nijkerk

Allemaal hartelijk gefeliciteerd met jullie boekenbon. Koop er maar een mooi boek voor!

We zijn al weer aangeland in de maand april.

De tijd tussen Pasen en Pinksteren. In deze maand dus geen christelijk feest. Toch gebeurde er veel in de tijd die tussen de opstanding en de hemelvaart van de Heere Jezus lag.

De Heere Jezus liet Zich verschillende keren zien.

Daarmee bewees Hij dat Hij werkelijk was opgestaan.

Hij had de dood ovenwonnen.

In de Bijbel kun je lezen dat veel mensen

Hem nog gezien hebben.

De apostel Paulus geeft in zijn eerste brief aan de gemeente van Corinthe een hele opsomming:

De Heer' is waariijk opgestaan!

Nieuwe puzzel

Soms zit er tussen de stapel inzendingen van jullie een brief.

Daar ben ik dan heel benieuwd naar. Laatst was er een heel aparte brief. Ingrid Buis dacht: weet je wat, laat ik ook eens een puzzel voor de puzzelpagina maken. Ze deed er een aardig briefje bij met de uitleg van de puzzel.

Ik laat de hele brief hieronder afdrukken, dan weten jullie meteen wat de nieuwe opgave is.

Stuur je inzending binnen veertien dagen naar: GZB, Utrechtseweg 117, 3702 AB Zeist.

Succes!

H.F.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen