Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

William Carey baanbreker van de „moderne” zending I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

William Carey baanbreker van de „moderne” zending I

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat bladeren In boeken over de geschiedenis van de zending maakt al snel voor tig bij het toekennen van superlatieven als grootste, eerste en beste aan perso die je in die geschiedenis ontmoet. In het Koninkrijk van God is er maar Eén de e Verder is ieder die zijn/haar gaven uitbuit en zich voor honderd procent inzet g Dit alles neemt niet weg dat sommige personen door de aard van hun werk in geschiedenis meer naar voren komen dan anderen. Een van hen is zeker William Carey. Deze Engelse zendeling staat aan het begin het moderne zendingswerk. Met hem breekt de grote zendingseeuw aan, die de eeuw is geweest. Hij is één van die mensen die kerkelijke autoriteiten wakker s en op hun roeping wijst. Zelf heeft hij op indrukwekkende wijze aan de uitvoerin de zendingsopdracht gewerkt.

Ds. G. Bikker, Zuid-Beijerland

Aanzien

Als Carey op 9 juni 1834 overlijdt, is hij een man van aanzien. Door zijn werk geniet hij een ruime bekendheid en is hij geëerd met een doctoraat. Toch is het hem nooit om eigen eer te doen geweest. Dat blijkt ook wel uit het opschrift dat op zijn verzoek z'n grafsteen siert: , , A wretched, poor and helpless worm on Thy kind arms I fall." Hij weet zich in leven en sterven aangewezen op de genade van God.

Aanzien ontleent hij bepaald niet aan zijn afkomst. William Carey wordt op 17 augustus 1761 in een heel eenvoudig gezin geboren. Z'n vader werkt dagelijks als arbeider aan een weefgetouw. Kennelijk is het toch een redelijk ontwikkeld man want hij wordt later dorpsschoolmeester en koster van de kerk.

Leergierig

Oom Peter die tuinman is, vertelt William veel over de natuur. Daarvoor heeft de jonge Carey veel belangstelling. Dat zal later nog blijken. Als leerling van zijn vader leert hij lezen en rekenen. Steeds weer blijkt hij heel leergierig te zijn. Vanaf z'n twaalfde leert hij ook Latijn. Dat gaat hem goed af. De jongen heeft een echte talenknobbel. Maar van voortgezette studie kan niets komen.

Er moet gewerkt worden. Als veertienjarige neemt hij zijn intrek bij ene Clarke Nichols om zich het schoenmakersvak eigen te maken.

Maar hij leert bij deze man meer. Onder de boeken van zijn baas bevindt zich een uitleg van het Nieuwe Testament. De Griekse lettertekens intrigeren hem en hij zoekt net zo lang tot hij iemand vindt die hem deze taal kan leren.

Er is nog iets dat William daar leert. Via z'n collega - leerjongen John Warr - komt Carey in aanraking met de Dissenters en hun aandacht voor het bevindelijke element van het geloof. Met John bezoekt hij een aantal van hun samenkomsten en dat leidt uiteindelijk tot zijn overgang van de Engelse staatskerk naar de , , Afgescheidenen van Hackleton”.

Van huis uit is hij wel gewend om de Bijbel te lezen, maar in deze fase van zijn leven gaat hij daarin heel bewust studeren. Hij blijkt duidelijk op zoek naar geestelijk licht en leiding. In deze periode vestigt hij zich als zelfstandig schoenhersteller en trouwrt hij Dora Plackett.

Baptist

De zoekende jonge schoenmaker komt al spoedig in contact met een vereniging van Baptisten. In 1782, na een bezoek aan een van hun openbare samenkomsten, wordt hij door de Baptisten van Barton uitgenodigd om eens voor hen te preken. Kennelijk kan dat gemakkelijk en het bevalt zo goed dat Carey het de volgende drieënhalf jaar om de veertien dagen zal blijven doen.

William denkt zeker niet gemakkelijk over z'n preekwerk. Hij besteedt veel aandacht aan de voorbereiding. Om het Oude Testament beter te begrijpen gaat hij Hebreeuws studeren. Ondertussen blijft hij een mager inkomen verdienen als schoenhersteller. Preken en studeren leveren hem geen financieel voordeel op. Om zijn inkomsten wat aan te vullen opent hij een avondschool.

Na verhuizing naar Moulton wordt hij daar dorpsonderwijzer.

In 1786 gaat Carey officieel over naar de Baptisten. Dit opent de weg tot bevestiging in het ambt van predikant. Na zorgvuldig onderzoek uiteraard. Als predikant te Moulton blijft hij schoenhersteller en onderwijzer.

Zending in visier

De dominee van Moulton leest het verslag van de reis van de ontdekkingsreiziger Cook. Deze verhaalt van nieuw ontdekte eilanden in de Grote Oceaan. Carey wordt diep getroffen door wat hij leest. Hij beseft dat de bewoners van de eilanden van de zich-Stille Zuidzee het Evangelie nodig hebben. nen Hij leest ook over andere gebieden op de erste. wereld en over zendingswerk uit vroeger roots. eeuwen. Op de muur van zijn schoollokaal de ontstaat n.a.v. het gelezene een wereldzendingskaart. De volken van de wereld hebben Christus nodig.

Carey weet zich meer en meer geroepen chudt om Christus aan de volken bekend te ma-g ken. van Maar hij beseft tegelijkertijd dat hij daarvoor de steun van de kerk nodig heeft. Daarom legt hij aan een vergadering van predikanten voor: , , of het bevel, aan de apostelen gegeven om alle volken te ondenwijzen, niet verplichtend was voor alle op hen volgende evangeliedienaren tot het einde der wereld, in aanmerking genomen de bijgevoegde belofte, die dezelfde verre strekking had". De reactie van de vergadering wordt onder woorden gebracht door Dr. Rijland die uitroept: „Jonge man, wanneer het God behaagt de heidenen te bekeren, dan zal Hij dat doen zonder uw hulp of de mijne!”

Carey zal er een hele dobber aan krijgen anderen van zijn inzichten te overtuigen. Maar juist daarin ziet hij zijn eerste taak.

Genootschap

In het najaar van 1792 komt het eindelijk tot de oprichting van , , Het bijzonder Baptistengenootschap tot uitbreiding van het Evangelie onder de heidenen". Een belangrijke stimulans hiertoe is een door Carey geschreven boek onder de titel: , , Onderzoek naar de verplichtingen der Christenen, middelen te gebruiken voor de bekering der heidenen". Hierin venwerkt hij o.a. de door hem op zijn wereldkaart verzamelde gegevens over de volken der wereld.

Carey blijkt veel oog te hebben voor de verschillen in cultuur en godsdienst.

Als we bedenken dat hem geen bibliotheek en allerlei moderne hulpmiddelen ten dienste hebben gestaan dan wordt dit boek van deze autodidact een unieke prestatie.

Een andere stimulerende factor is een preek die Carey houdt op een vergadering van Baptisten-leraars. De tekst in Jesaja 54:23. Als kern van de boodschap ziet hij datgene wat tot zijn lijfspreuk wordt:

„Verwacht grote dingen van God, Onderneem grote dingen voor God.”

Natuurlijk is de oprichting van het genootschap niet alleen aan Carey te danken. Vrienden als Andrew Fuller en Samuel Pearce scharen zich achter hem. Maar Carey heeft de geesten rijp gemaakt. Daardoor kan er een stuk kerkelijk zendingswerk van start.

Nieuwe problemen

Als zendingsveld wordt Indië gekozen - het huidige India. Van invloed bij deze keuze is het contact dat het bestuur van het genootschap krijgt met een zekere mijnheer Thomas. Deze heeft als arts in Indië gewerkt en wil daar graag opnieuw heen. Naast Thomas wordt Carey zelf gevraagd om uit te gaan. Hij is daar graag toe bereid. Het zal echter nog heel wat voeten in de aarde hebben voordat de reis naar het zendingsveld kan worden begonnen. Er zijn nog heel wat problemen. Ik noem er twee. Allereerst is daar de vrouw van Carey. Het is in onze tijd ondenkbaar dat een zendingarbeider wordt aangenomen zonder diens vrouw te horen en in de uitzendingsprocedure te betrekken. In Carey's dagen vindt niemand zoiets vreemd. Maar Dora blijkt helemaal niet naar Indië te willen. Uiteindelijk moet het besluit vallen dat zij in Engeland achter zal blijven met drie van de vier kinderen.

Een tweede groot probleem wordt gevormd door de Engelse Oost-Indische Compagnie. Die staat erg vijandig tegenover zendingswerk en mag door haar monopoliepositie alle overtochten naar Indië controleren. Carey stuit, modern gezegd, op visumproblemen. Als er beslist geen toestemming wordt gegeven wordt besloten alleen met de toestemming Gods naar Indië te gaan. Hopelijk blijken er daar toch mogelijkheden te zijn om het land binnen te komen.

Vertrek 1

Op 20 maart 1793 wordt in Leicester, de gemeente die Carey dan dient, de afscheids-en uitzendingsdienst gehouden. Vier dagen later is er al het moment van vertrek. De reis gaat met de „Oseford". Carey's oudste zoon Felix zal mee. De reizigers komen echter niet erg ver. Franse kapers maken het Kanaal onveilig. Dit dwingt het schip de veilige haven op te zoeken en op een geleide te wachten. Weer voor de wal wordt Thomas bedreigd met arrestatie. Hij blijkt een grote financiële schuld te hebben. Bij de kapitein slaat alsnog de angst toe voor sancties wegens het vervoeren van passagiers zonder, , visum". Daarom moeten de reizigers van boord om uit te zien naar een ander schip.

Vertrek 2

Op 13 juni 1793 vertrekt uit Dover een schip onder Deense vlag. Het is de „Kroonprinses Maria". Aan boord bevindt zich het gezin Carey, schoonzus Katharina Plackett en „zendingsarts" Thomas. Tijdens het oponthoud heeft Dora alsnog besloten mee te gaan op voonwaarde dat ook haar ongetrouwde zuster meegaat. En dat gebeurt. Alle moeilijkheden ten spijt, is daar dan nu toch het definitieve vertrek. Het zal 11 november zijn wanneer Carey in Calcutta aan land komt.

Naar het heden

Onwillekeurig ga je de situatie van toen met die van nu vergelijken. Je kunt zeggen dat Carey zich tot aan zijn vertrek heeft bezig gehouden met werk dat nu wordt gedaan door mensen op zendingskantoren zoals dat van de GZB. Daar Is men immers bezig met de bewustmaking van de gemeenten van hun missionaire roeping; met de voorbereiding van zendingswerk overzee; met opleiding en begeleiding van zendingsarbeiders; met het regelen van overtochten, en noemt u maar op.

Je bent ook geneigd om allerlei vragen te stellen.

- In de richting van de gemeenten. Zijn die zich nu wel over de volle breedte bewust van de roeping tot zending?

Verwachten we veel van God en zijn we daarom bereid grote dingen voor Hem te doen? Bv. het organiseren van een vakantlebijbelclub in onze nieuwbouw?

- In de richting van predikanten. Carey's collega's uit de achttiende eeuw hadden maar weinig oog voor de zending. Hoe zit dat bij zijn collega's uit de twintigste eeuw? Hebben die oog voor de volken, inclusief het Nederlandse, of alleen maar voor de kern van hun gemeente waarin ze zich nog wat veilig kunnen voelen?

- In de richting van zendingskantoren natuurlijk net zo goed. Dat die niet zo overbodig zijn als soms wordt gesuggereerd kan dit deel van Carey's levensgeschiedenis illustreren. Maar dat neemt niet weg dat aan zo'n noodzakelijke instelling toch vragen gericht mogen worden over de kwaliteit van het werk ten dienste van de gemeenten en de werkers; in bewustmaking, begeleiding, zorg en nazorg.

Vervolg

Terwijl Carey met de zijnen over de wereldzeeën zijn reis naar Indië volbrengt, hebben wij de tijd om eens over deze vragen na te denken. En er misschien nog veel meer aan toe te voegen.

Dat nadenken is hoognodig: De zaak van de zending dringt in 1986 minstens zo hard als in 1786. Het gaat om het heil der volken. Wie het woord , , heil" (Gods heil) goed leert spellen en de betekenis ervan persoonlijk kent, kan onmogelijk onverschillig blijven wanneer het heil van de volken aan de orde is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1986

Alle Volken | 16 Pagina's

William Carey baanbreker van de „moderne” zending I

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1986

Alle Volken | 16 Pagina's