Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

William Carey baanbreker van de „moderne” zending (1761-1834)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

William Carey baanbreker van de „moderne” zending (1761-1834)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat Carey voor de ontwikkeling van het zendingsbewustzijn In de kerken v Europa heeft betekend, hebben we in het eerste artikel gezien. Daarin lieten we h achter terwijl hij met de zijnen de wereldzeeën bezeilde, op weg naar India. Daar hij een nieuwe fase van zijn leven beginnen. Een lange periode van werken als zendingsarbelder met veel moeilijkheden, maar ook met geweldige mogelijkheden

Ds. G. Bikker, Zuid-Beijerland

Aankomst

De compagnie die de Engelse gebieden in Azië bestuurt, heeft geen toestemming gegeven voor de overtocht. Carey maakt deze aan boord van een Deens koopvaardijschip. Maar daarmee kan hij niet zomaar de haven van Calcutta binnenvaren. De gebruikelijke controle zou hem meteen in moeilijkheden brengen. Daarom stapt hij met zijn gezelschap voor de kust van India over in een kleine inlandse boot en bereikt zo, illegaal, het vaste land. Eenmaal in de stad maken de mensen en al hun godsdienstige uitingen een geweldige indruk op hem. Carey schrijft: „Ik voel iets als wat Paulus voelde bij de aanblik van Athene." Er wacht hem dan ook een geweldige taak. Daarbij wil hij in eerste instantie handelen volgens enkele uitgangspunten:

- Leef op de eenvoudigst mogelijke manier onder het volk.

- Voorzie in eigen levensonderhoud door landarbeid, industrie o.i.d.

Startproblemen

Om aan deze uitgangspunten vorm en inhoud te kunnen geven zijn nodig: kennis van de taal, huisvesting en werk. Om daaraan te komen heb je enige tijd nodig. Het zendingsgenootschap dat Carey uitzond, heeft gezorgd voor een startkapitaal in de vorm van handelsgoederen. De opbrengst hiervan moet genoeg zijn voor één jaar. Na twee maanden zijn de beurzen echter leeg. Aan goed kapitaalbeheer ontbreekt het doordat de heer Thomas - u kent hem uit de vorige aflevering - als kenner van het land is belast met de verkoop. Hij heeft echter een gat in zijn hand.

Na korte tijd blijkt Carey als werkloos burger te wonen in het tuinhuisje van een Indiër en worden zijn kinderen geplaagd door dysenterie. Het enige dat redelijk gaat is de taalstudie. Ene Ram Boshoe helpt hem daarbij.

Werk

In januari 1794 krijgt Carey een stuk land aangeboden. Het ligt op drie dagreizen van Calcutta en hij mag het drie jaar vrij van huur bewerken. Met wat geleend geld en een gehuurde boot vertrekt het gezin Carey voor een driedaagse tocht door een schitterend, maar door wilde dieren gevaariijk gebied. Op de plaats van bestemming vinden de reizigers een gastvrij onthaal bij ene mijnheer Short.

De ontginning van nieuw land en de bouw van een bamboehuis zal een heel werk worden. Maar Carey begint er enthousiast aan. Toch zal hij zich uiteindelijk elders vestigen. Want per brief bereikt hem het aanbod te Mudnabatty een plantage te gaan leiden tegen een vast salaris. Carey reageert positief op dit aanbod. Hij ziet mogelijkheden om van dat salaris geld over te houden voor het zendingsweri< . Het wachten is nu op een bevestiging. Dan kan de familie naar de nieuwe vestigingsplaats vertrekken.

Geduid!

De bevestiging laat weken op zich wachten. Deze beproeving maakt Carey neerslachtig. Juist nu mist hij sterk de gemeenschap met andere gelovigen en de zegen van de geregelde samenkomsten van de gemeente. De Europeanen waaronder hij verblijft zijn welwillend, maar absoluut niet godsdienstig.

Eindelijk komt het bericht. Op 23 mei vertrekt de familie in een roeiboot voor een reis van drie weken door de tropische hitte. Vooral voor Carey's vrouw is het een zware tocht. Temeer daar zij haar zuster moet missen. Die is bij de heer Short achter gebleven om verder het leven door te gaan als diens vrouw. Tijdens de tocht studeert Carey zoveel mogelijk, om zich de taal verder eigen te maken.

Planter-prediker

In de nieuwe omgeving krijgt Carey direkt gelegenheid om vooreen klein gezelschap Europeanen te preken. En spoedig daarna kan hij dat ook voor de weri^er op de hem toegewezen plantage aan wie het Christelijk geloof volkomen vreemd is. Dat blijkt ook wel als ze tijdens de oogst willen offeren aan de godin Kali. Carey's vermaan en zijn verkondiging van de ware God maken dan maar weinig indruk. Ook al preekt hij nu regelmatig, tot bekeringen komt het niet. Zes jaar werkt Carey op de plantage. Een moeilijke tijd. Ook voor zijn gezin. Zijn vrouw leidt aan ziekten die haar geest aantasten. Ze zal in 1807 sterven. In het eerste jaar op de plantage sterft hun derde kind an Peter aan dysenterie. Het rendement van em de plantage loopt door velerlei factoren in zou de loop van de jaren ook terug. Daarbij komt dan nog de teleurstelling op het uitblij-. ven van zichtbaar resultaat op de prediking.

Versterking

De morele ondersteuning vanuit Engeland laat aanvankelijk ook te wensen over. Maar als er wat vaker brieven komen, vraagt Carey om hulp. Hij wil een kolonie van zendingswerkers vormen waarin o.a. onderwijs wordt gegeven en van waaruit vrouwelijke zendingsarbeiders de Indiase vrouwen kunnen benaderen. Waarschijnlijk denkend aan de geringe motivatie van zijn eigen vrouw voor het werk in India schrijft hij: , , lk verzoek het Genootschap nieuwe zendelingen te sturen; het is de enige manier waarop we het werk in stand kunnen houden. Maar doe, smeek ik u, zeer zorgvuldig onderzoek naar de hoedanigheid van hun vrouwen." Om dit moeilijke werk vol te kunnen houden en samen dienstbaar te kunnen zijn, moet je het ook wel echt eens zijn over het antwoord op de vraag waar je roeping ligt. Met behulp van de gevraagde versterking wil Carey ook komen tot het drukken van bijbels en traktaten. Zelf is hij al volop bezig met vertaalwezenlijken.

Verdreven

In het begin van het jaar 1800 treffen we Carey aan in Serampore. Dat is een Deense kolonie even ten noorden van Calcutta. Waarom is hij hier?

De jaren door heeft Carey in India kunnen blijven, omdat hij niet als zendeling maar als planter te boek stond. De weerstand van de overheid tegen zendelingen is nog steeds groot. Als er uit Engeland negen mensen arriveren om Carey te gaan helpen en deze zich bij aankomst, tegen zijn advies in, als zendelingen bekend maken, wordt hen de toegang tot het land ontzegd. Carey wordt met arrestatie bedreigd voor het geval dat een van hen op Engels grondgebied wordt aangetroffen. Daar de Deense gouverneur hen wel wil ontvangen rest Carey niets anders dan naar Serampore te verhuizen en daar zijn scholen te stichten en zijn plannen voor het drukken van bijbels en traktaten daar te venwezenlijken.

Omkeer

Deze verhuizing betekent een omkeer in het weric. Van nu aan heeft de zendingsarbeid een veel grotere voortgang. Een van

de nieuw aangekomenen. Ward, is drukker en gaat aan de slag met een dcx)r Carey aangekochte drukpers. Binnen drie maanden zijn 2000 exemplaren van het Nieuwe Testament in het Bengaals gereed. Ook andere geschriften worden uitgegeven.

Marshman, een van de andere nieuwelingen, start samen met zijn vrouw twee kostscholen voor jongens en meisjes van Europese ouders. Met deze scholen kunnen ze het benodigde geld verdienen voor de andere plannen van Carey. Zo komt er ook een school voor Indiase jongens.

Alle werkers zijn ook betrokken bij de straatprediking. Nu de zendelingen kunnen beschikken over de Heilige Schrift in de landstaal, hebben ze een betere toegang tot de mensen die ook zelf hun heilige boeken kennen. Deze willen een nieuw best eens lezen en er over van gedachten wisselen. Toch gaan de Hindoes niet gemakkelijk tot het Christendom over. Het betekent voor hen uitstoting uit de familie en hun kaste. Op 28 december 1800 mag Carey de eerste Indiër dopen. Krishna Pal wordt samen met Felix Carey door onderdompeling in de rivier gedoopt. Die zondag wordt ook voor het eerst het Heilig Avondmaal in de taal van India gevierd. Spoedig komen er meer tot geloof en groeit er geleidelijk een gemeente.

Doorbraak

In het gebied dat onder Engels bestuur valt, gaat men ondertussen beter begrijpen wat de zendelingen eigenlijk voor ogen staat. De gouverneur-generaal krijgt sympathie voor hun werk. En wanneer hij besluit een hogeschool voor jonge ambtenaren te stichten, waarop veel aandacht moet worden gegeven aan taalstudie, krijgt Carey een benoeming tot docent Bengaals. Korte tijd later krijgt hij o.a. ook het Sanskrit als leeropdracht. Voortaan brengt Carey enkele dagen per week door in Calcutta. Door zijn werk op het „Fort William College" krijgt hij contact met Indiase leraren. Deze helpen hem zijn Bengaalse Nieuwe Testament van de broodnodige correcties te voorzien. De betrekking opent kanalen voor de distributie van de uitgaven van de drukkerij en geeft extra inkomsten voor het zendingswerk. Zo zijn er nog meer voordelen van het professoraat te noemen.

Een van de hoogtepunten in zijn bestaan als zendeling/docent is wel een toespraak die hij mag houden voor de verzamelde hoogwaardigheidsbekleders van het gouvernement ter gelegenheid van een hogeschooldag. Hij doet dat, op 20 september 1804, als eerste Europeaan in het Sanskrit, de heilige taal van India.

Invloed

De diepgaande kennis die Carey in de loop van de jaren opdeed van het Indiase leven, de godsdiensten en de talen stellen hem in staat zich te keren tegen een aantal godsdienstige gebruiken, zoals kinderoffers en weduweverbranding. De Engelse overheid had hieraan nooit een eind durven maken, omdat men de godsdienstige gebruiken van de mensen vooral wilde ontzien. Maar door het onderzoek en de kennis van zaken van Carey en zijn medewerkers wordt de overheid ertoe gebracht aan een aantal wrede gebruiken paal en perk te stellen.

Enkel voorspoed?

Dit alles betekent niet dat Carey in de jaren te Serampore nooit meer tegenslag heeft gekend. Zo vallen er mensen weg uit de kring van de familie en van zijn medewerkers. Z'n eerste en tweede vrouw overleeft hij er. Ook zijn oudste zoon en de drukker Ward.

Nieuwe gouverneurs-generaal doorkruisen met hun beleid het werk. De drukkerij wordt op een keer geteisterd door brand. Bij die gelegenheid verbranden er voorraden, zetmateriaal en handschriften van vertaalwerk. Een enorme klap.

Maar toch zijn er veel positieve zaken. Neem het professoraat dat Carey dertig jaar mag waarnemen; de enorme werkkracht die hij ontvangt om geweldig veel en belangrijk werk te kunnen doen op het gebied van taalonderzoek en vertaalwerk, samen met een steeds groeiende staf van medewerkers; het eredoctoraat in de godgeleerdheid dat de Brown Universiteit hem verieent.

1834

Op 9 juni 1834 komt er een eind aan het leven van deze pionier. Kort voor zijn overlijden mag hij zeggen: , , lk heb niet één enkele wens, die mij niet genadig is geschonken." Bij zijn begrafenis is de belangstelling enorm. Marshman spreekt over de tekst „Uit genade zijt gij zalig geworden."

Carey had die woorden zelf voor deze gelegenheid uitgekozen. Zijn Heiland moest ook op de dag van zijn begrafenis centraal staan.

IJveraar voor Christus

Je vraagt je af hoe deze man zoveel heeft kunnen doen in zijn leven. We weten in de eerste plaats van de hem door God gegeven gaven. Er is ook te wijzen op de inzet van zijn vele medewerkers. Maar heel verhelderend, en wellicht ook beschamend, is toch ook een blik op de indeling van een willekeurige dag uit Carey's leven. Ter bezinning, ook voor mijzelf overigens, sluit ik daarmee de kennismaking met deze grote zendingsman af.

5.45: Persoonlijke bijbellezing in het Hebreeuws en tijd voor gebed.

7.00: Huisgodsdienstoefening in het Bengaals.

Hiema tot het ontbijt bestudering van het Perzisch en na het ontbijt vertaalwerk Sanskrit-Engels.

10.00-14.00: Doceren.

14.00-18.00: Correctie van de Bengaalse vertaling van Jeremia en vertaling van Mattheüs 8 in het Sanskrit.

18.00-19.30: Bestudering van de Teloegoetaal.

19.30: Leiden van een kerkdienst in het Engels.

21.00-23.00: Vertaling van Ezechiël 11 in het Bengaals.

23.00: Afwerken van wat correspondentie. Ter afsluiting van de dag: lezing van de bijbel in het Grieks voor persoonlijke stichting.

Literatuur:

Beusekom, H. G. van William Carey, de grondlegger der hedendaagse Zending, Den Haag 1935.

Douwes, P. A. C. William Carey, Schoenmaker-Zendeling-Professor-Taalgeleerde 1761-1834, Den Haag z.j.

Muller, P. H. Gedenkt uwen voorgangers..., Amsterdam z.j.

Zie ook: de Rover, P. A. De Kerk op Mars.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1986

Alle Volken | 16 Pagina's

William Carey baanbreker van de „moderne” zending (1761-1834)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1986

Alle Volken | 16 Pagina's