Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De GZB en de geloofszendingen een brief aan de kerkeraden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De GZB en de geloofszendingen een brief aan de kerkeraden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In oktober werd aan de kerkeraden onderstaande brief toegezonden om het beleid van d en de argumenten daarvoor mee te delen en te verduidelijken.

Van diverse zijden is reeds meermalen gevraagd naar het standpunt van het bestuur van de GZB ten aanzien van geloofszendingen (o.a. de Bijbelse en Medische Zendings Gemeenschap (BMZG), de Christian and Missionary Alliance (CAMA) e.a. Deze vraag is begrijpelijk en gewettigd. Immers meer dan voorheen komen gemeenteleden en kerkeraden van gemeenten die zich van oudsher oriënteren op de arbeid van de GZB in contact met het wervende optreden van zogenoemde geloofszendingen.

Daarbij komt nog, dat er onduidelijkheid en verwarring is ontstaan vanwege een vermeende of een gesuggereerde relatie tussen de GZB en de geloofszendingen in het algemeen en tussen de GZB en de BMZG in het bijzonder. Op dringend verzoek van kerkeraden en andere leden van de GZB wil het bestuur op deze actuele vraag naar het bestaan van een eventuele relatie ingaan en zijn antwoord geven.

Wat betreft de verschillen tussen de GZB als kerkelijke zending en de geloofszendingen zowel in principiële uitgangspunten als in gevoerd beleid venwijzen wij u naar de artikelen van Ds. J. J. Tigchelaar in De Waarheidsvriend van 30 juli 1980 en 14 augustus 1980. Tevens noemen wij nog het boekje „Overleg onderweg", uitgave Kok, Kampen, 1979.

Toch meent het bestuur van de GZB, dat in een brief als deze allereerst iets aangegeven dient te worden van het beleid, zoals dit door de GZB wordt nagestreefd.

De GZB gaat bij de uitvoering van zijn werk in de eerste plaats uit van bestaande en eventueel nog te ontwikkelen relaties met zusterkerken, kerkelijke en christelijke organisaties overzee. Binnen het kader van deze relaties wordt het beleid ten aanzien van personele en materiële hulpverlening bepaald.

Een desbetreffend verzoek van zusterkerken met het daaraan verbonden overleg is primair beslissend voor de inzet van zendingsarbeiders en niet het incidentele aanbod van hen die wensen uit te gaan.

- Vruchtbare samenwerking met kerken c.q. organisaties overzee is alleen mogelijk op grond van een samen overeengekomen beleid en gericht op de arbeid overzee.

- Assistentie wordt dan verleend, wanneer er duidelijkheid is ten aanzien van de confessionele context waarin wij elkaar over en weer van dienst kunnen zijn. Dit geldt met name de visie op de sacramenten, de ambten, de opbouw van een gereformeerde kerk ter plaatse. Verder is van belang dat overeenstemming bestaat over het dragen van medeverantwoordelijkheid en het aspect van wederkerigheid in de relatie.

- De GZB is gehouden in zijn arbeid uit te gaan van en zich te richten op de in zijn statuten vastgelegde grondslag, waarin venwezen wordt naar de Schriften en de confessie van de kerk. Deze grondslag raakt zowel de arbeid als de arbeiders.

- Als kerkelijke zending stelt de GZB er prijs op van zijn arbeid verslag uit te brengen aan de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk, aan de gemeenten die de arbeid van de GZB steunen en aan zijn leden.

Het bovenstaande typeert de GZB als een zending die zich duidelijk onderscheidt van de geloofszendingen, waarmee wij geen bijzondere relatie hebben. Ook organisaties als de BMZG en de CAMA onderscheiden zich in principe niet van dit type zendingen. Dit onderscheid heeft gevolgen voor het inhoudelijke, het beleidsmatige en het financiële aspect van het zendingswerk.

In de Nederlandse Zendingsraad (NZR) zijn regels opgesteld voor eventuele samenwerking om problemen bij de ontmoeting van kerkelijke zending en geloofszendingen in de gemeenten zoveel mogelijk te voorkomen. Ook de GZB heeft deze regels aanvaard. In de praktijk hebben pogingen, die ondernomen zijn om tot afstemming van het beleid te komen (o.a. tussen GZB en BMZG) tot nu toe echter geen positief resultaat opgeleverd. Het bestuur van de GZB kan daarom niet anders zeggen dan dat de BMZG, de CAMA e.a. voor ons niet meer en niet minder zijn dan één van de vele geloofszendingen, waarmee wij geen bijzondere relatie hebben.

Nu is niet alleen vanuit het gevoerde beleid ten aanzien van overzee, maar ook vanuit de Nederlandse situatie de vraag naar een eventuele relatie met geloofszendingen te benaderen.

In veel Hervormd (Gereformeerde) gemeenten is het kerkelijke denken met betrekking tot de zending nog in ontwikkeling. Niet zelden wordt zending meer als een persoonlijke aangelegenheid dan als een gemeentelijke en kerkelijke verantwoordelijkheid gezien en beleefd.

Het bestuur van de GZB is van mening, dat het in deze situatie niet verstandig is de onduidelijkheid en de verwarring te bevorderen en te vergroten door incidentele regelingen te treffen rondom één of meer personen die vanuit de gemeente(n) willen worden uitgezonden en ten behoeve van een dergelijke plaatselijke uitzending een samenwerking aan te gaan tussen bijv. de GZB en de BMZG.

Veel meer streeft de GZB ernaar om de gemeenten te doordringen van het bijbelse gegeven, dat zij zelf wezenlijk verantwoordelijk zijn voor en betrokken zijn bij de uitvoering van de zendingsopdracht. Deze verantwoordelijkheid en betrokkenheid behoren gestalte te krijgen op tal van manieren, zoals voorbede, meeleven, financiële deelname e.d.

Door de aandacht van de plaatselijke gemeente e al GZB te zeer op enkele personen en een diversiteit van zendingsactiviteiten te richten zal het één zeker ten koste gaan van het ander, hetgeen zich al heeft voorgedaan.

In de praktijk worden kerkeraden geplaatst voor de vraag om mee te werken aan de uitzending van één of meer gemeenteleden die door en voor geloofszendingen zijn gewon/en en zich beschikbaar hebben gesteld. Naast voorbede en meeleven worden ook de financiële verplictitingen die met een eventuele uitzending verbonden zijn aan de orde gesteld, zodat er naast teamsupport van een vriendenkring ook bijdragen/collecten van de plaatselijke gemeente(n) worden gevraagd.

Doorgaans zijn alle regelingen ten aanzien van werving en uitzending al verregaand getroffen door betreffende(n) en hun organisatie(s), maar buiten de gemeente en de kerkeraad om. Dat levert de nodige spanningen op en brengt alle betrokkenen in een moeilijk parket.

De GZB kan noch wil de ambtelijke verantwoordelijktieid van kerkeraden overnemen. Wel is het bestuur van de GZB bereid om met u als kerkeraad te zoeken naar verantwoorde mogelijkheden en oplossingen met betrekking tot de vragen en problemen die zich voordoen.

Het is echter van groot belang, dat u als kerkeraad ons in een zo vroeg mogelijk stadium hierover informeert d.w.z. voor dat er al beslissingen zijn genomen en toezeggingen zijn gedaan. Met nadruk wil het bestuur van de GZB u wijzen op de verantwoordelijkheid die u als Hervormde gemeente hebt voor het zendingswerk van de Nederlandse Hervormde Kerk. Mede namens u als plaatselijke gemeente is de GZB verplichtingen aangegaan in zijn relaties met kerken resp. organisaties overzee. De voortgang van het werk dat in omvang is toegenomen, mag niet in gevaar worden gebracht doordat gemeenten zonder overleg andere wegen gaan bewandelen vanwege het feit dat enkele personen een andere keuze maken, en voor deze keuze én voor financiële steun de gemeenten achter zich willen krijgen.

Het bestuur van de GZB is van mening het bovenvermelde desgevraagd in alle eerlijkheid onder uw aandacht te moeten brengen en u zijn standpunt in deze zaak te laten weten.

Geve de Heere ons allen de wijsheid die nodig is voor het werk in Zijn dienst. Het gaat om de komst van Zijn Rijk. Daartoe roept en zendt God mensen om dichtbij en verweg als Zijn instrumenten te getuigen van het Lam Gods Dat de zonden der wereld wegneemt. Zijn Zegen zij met ons allen.

Namens het bestuur

Ds. P. Koeman, voorzitter

Ds. J. J. Tigchelaar, secretaris

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987

Alle Volken | 16 Pagina's

De GZB en de geloofszendingen een brief aan de kerkeraden

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987

Alle Volken | 16 Pagina's