WAT ROBBIE ONTDEKTE
R. BARTELS
'Vader, moeder, we hebben weer zó gelachen opschoon U weet wel, Gerard, hè, die kwam wéér te laat op school. En de meester zei: 'Ik ben benieuwd, wat je nu weer voor een smoesje hebt, want jij komt elke maandagmorgen te laat!' En Gerard zei met een effen gezicht: 'Meester, ik had veel te hard op de tube tandpasta gedrukt. Ik had heel lang werk om het er weer in te krijgen!' En toen moesten we allemaal zó lachen. De meester ook!
Oh, ja, en we hadden vanmorgen meerdan elf gulden voor het zendingsbusje. Ik denk dat onze groep het meeste had van de hele school. O, wat een mooie postzegels zitten daar op die brief. Waar komt die brief vandaan? '
'Dat zullen we je straks wel vertellen. We gaan nu eerst eten.' Nu wordt het stil in de huiskamer Vader bidt hardop en vraagt een zegen voor de maaltijd en voor het Bijbellezen. Ze eten altijd meteen als Robbie thuiskomt uit school. Want vader is dokter en straks om één uur begint het spreekuur. Daarom moeten ze op tijd klaar zijn. 'Ha, andijvie met appelmoes!' roept Robbie. Dat is zijn lievelingskostje. Heerlijk!
Dan begint vader te praten. 'Rob, het is fijn dat jullie groep zoveel voor de zending meebrengt. Maar wat denk je, wat zouden we nog méér voor de zending kunnen doen? ' Nou, daar weet Robbie wel een antwoord op te geven: 'Bidden natuurlijk. Maar dat doen we op school ook wel hoor!' 'Dat is fijn, ' zegt vader 'Maar wat zouden we nog méér voor de zending kunnen doen? ' Robbie denkt na. Nog meer voor de zending? Nee. Hij weet het niet.
'Dan zal ik het je vertellen. En het heeft alles te maken met de brief die op de schoorsteen staat. Die brief komt uit Kenia. In dat grote land zijn veel te weinig dokters. En nu heeft de zending mij een tijd geleden gevraagd, of ik naar Kenia wil komen om daar de zieke mensen te helpen. Er is daar wel een klein ziekenhuis in het dorp. En mama is vroeger verpleegster geweest. Die kan daar ook heel goed helpen. Mama en ik hebben er lang over nagedacht en nu kwam vanmorgen deze brief. Daarin staat datwe hartelijk welkom zijn. Dus als wij nog meer voor de zending willen doen, dan gaan wij naar Kenia om daar de zieke mensen te helpen.'
'Waar ligt Kenia ergens? ' vraagt Robbie. In groep zes hebben ze met aardrijkskunde dat land nog niet geleerd.'Dat ligt in Afrika.' 'Is dat ver? ' vraagt Robbie. Vader en moeder vertellen, wat ze zelf over het land weten. Dat het daar erg warm is. Dat het er soms maandenlang niet regent. Dat de mensen daar erg arm zijn. Dat de Pokotmensen in de bergen leven en de Turkana in de vlakten. Dat de meeste mensen Swahili spreken, maar vaak de Engelse taal ook wel verstaan. En nog veel meer
En Robbie vraagt: 'Gaan we daar naartoe? Met een vliegtuig? En zie ik daar dan zomaar leeuwen en tijgers en olifanten in het wild? Joepie! Dat kan ikdan mooi aan mijn vriendjes op school vertellen!' Maar dan betrekt zijn gezicht. 'Hoelang blijven we daar? En hoe moet het dan met school? Ik moet toch ook leren? '
'Nou, in de eerste plaats zie je daar geen tijgers in het wild. Die zijn daar niet. Maar we gaan er wel enkele jaren naar toe. Dus je zult daar ook naar school moeten en natuurlijk moet je goed Engels leren. Maar we zullen ook Hollandse leerboeken meenemen, zodat je later niet achter bent als je hier naar een hogere school moet. Dus je zult daar na schooltijd ook nog wat huiswerk moeten maken en je vader en moeder kijken het allebei na en reken maar dat we streng zullen zijn!'
Vader en moeder lachen nu allebei. Dan kijkt vader op de klok en hij schrikt. 'We gaan gauw uit de Bijbel lezen en danken. Want het is al bijna één uur en dan moet ik in de praktijk zijn.'
Robbie luistert deze keer niet zo best naar wat vader leest.
Zijn gedachten dwalen af. Hij heeft ook nog zoveel dingen te vragen. En hij schrikt ervan, als vader 'Amen' zegt na het gebed.
De weken die nu komen, gaan voor Robbie heel erg snel. Op school heeft hij trots verteld dat ze gaan verhuizen naar het land van het zendingsbusje. 'Van het zendingsbusje? ' vroeg iedereen. En de meester heeft een wereldkaart voor het bord opgehangen en het land Kenia aangewezen. Het is een heel groot land. Veel groter dan Nederland, maar er wonen minder mensen dan in ons land. En het ligt bij de evenaar en daarom is het er altijd tropisch warm. En Gerard zegt: 'Dan hoeft Robbie zijn schaatsen dus niet mee te nemen!' En daar moet iedereen weer om lachen.
Twee maanden later is Robbie voor het laatst op school. Dat is toch wel vreemd. Nu zal hij zijn vriendjes dus een paar jaar niet meer zien. Maar ze hebben gelukkig afgesproken, dat ze elke maand een brief zullen schrijven. Om beurten zal iemand van de groep dat doen. Deze laatste middag mag Robbie ook trakteren. En hij mag alle lokalen langs om alle meesters en juffen een hand te geven. Als hij weer bij zijn eigen groep terugkomt, zegt de meester: 'Robbie, we vinden het jammer dat je bij ons weggaat. We zullen je missen. Maar we zullen je elke maand schrijven. En jij moet ons dan terugschrijven. Afgesproken? Beloofd is beloofd! En we zullen ook voor je bidden. Want je zult het daar vast niet altijd gemakkelijk hebben. En toch is er één grote troost: De Heere in de hemel regeert niet alleen hier, maar ook in Kenia. Hij hoort je altijd, als jij tot Hem bidt. Robbie, we willen jou iets meegeven. Een cadeautjevan alle jongensen meisjes hier. Jij krijgt een tegeltje mee, waar het versje op staat, dat we tijdens de zangles geleerd hebben:
'k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God. Want in Zijn hand, ligt heel mijn levenslot Hij heeft mij lief, Zijn vrede woont i mij. 'k Zie naar Hem op en 'k weet Hij is mij steeds nabij!
(wordt vervolgd)
H. J. FIKSE
Hallo jongens en meisjes,
Het is elke keer weer heel aardig om jullie post te bekijken. Elke kaart of brief is anders. De ene heeft er een mooie tekening bij gemaakt, de ander doet er een leuk briefje bij.
Laatst kreeg ik een brief van Francisca van Leeuwen uit Den Hulst. Ze had een prijs gewonnen, omdat ze zoveel dierennamen gevonden had. Daarom stuurde ze een heel gezellig bedankbriefje. Lees maar eens mee.
Hallo,
Sjonge, dat was een verrassing! Toen m'n zusje vanmorgen de post uittiaalde zei ze; 'Francisca, een prijs!' M'n zusje had me geholpen met de puzzel maken. Op het laatst dachten we: 'Nou stoppen we ermee want anders weten ze direct dat we de namen uit encyclopedieën hebben gehaald!' Dit was natuurlijk ook wel te merken aan de rare namen zoals: lachduif. Die hadden we toch opgeschreven.
Het is nu zaterdagavond, erg gezellig altijd. Pappa speelt orgel, mamma knipt de haren van m'n broertjes, m'n zus die een klas hoger zit dan mij is een werkstuk aan het maken.
We zijn thuis met 12 personen. M'n vader m'n moeder, 5 meisjes en 5Jongens. Leuk hè? Deoudsteis 18 en de jongste 2. Ikzitin Kampen op school, in klas 3. (Pieter Zandt). Meestal veel huiswerk, maar dat hoort erbij. 14 dagen ben ik weer begonnen. Leuk, in het begin is alles weer nieuw, nieuwe lessen, nieuwe leraren enz. M'n va der is direkteur van de basisschool. In de vakantie mocht ik ook een uurtje lesgeven. Pappa moest even weg, dus mocht ik even komen. Leuk was dat Als ik 't kan, zou ik later best juf willen worden.
De puzzel in het oktober-nummer van Alle den VoIcke was niet gemakkelijk. Je moest de kamers van het bureau van de GZB tellen. Het juiste aantal kamers is 33.
Er waren niet zoveel goede inzendingen, daarom zijn er dit keer minderdan 10 prijswinnaars. Hier komen ze:
1. Niels Goedegebuur, Haaften 2. Ariette vd. Staaij, Ridderkerk 3. Clarine vd. Staaij, Ridderkerk 4. Bas Jan Zonnenberg, Krimpen ad IJssel 5. Christlaan Stunnenberg, Ede 6. Hanneke van Esseveldt, Sprang-Capelle 7. Janneke van Beek, Putten
Van harte gefeliciteerd!
, Het is al weer december geworden. Een drukke maand. Misschien ben je op school of op de klub al druk bezig om kerstliedjes in te studeren. Want over vier weken is het kerstfeest.
Bij het kerstfeest denken we aan de geboorte van de Heere Jezus in Bethlehem. - Datisnu bijna2000jaargeleden. Lang hé? Miljoenen mensen over heel de wereld vieren het kerstfeest. Dat komt omdat zendelingen eeuwen lang het Evangelie doorverteld hebben. Toch zijn er nog steeds veel mensen die niet weten wie de Heere Jezus is, en dat Hij ook voor hen wil zorgen. Het werk van de zending is dus nog niet klaar.
Een paar weken geleden was er een dominee uit Peru in ons land. Op een school vroeg hij de kinderen maar één ding: gebed.
Het werk van de zending moet doorgaan, daar kun jij ook iets voor doen. Wat? Doen wat die Peruaanse dominee zei: bidden voor de zending.
Puzzel
Met het kerstfeest denken we aan een Kind en Zijn moeder. De puzzel van deze maand gaat ook over moeders en kinderen.
Hieronder zie je een rij moeders en een rij kinderen staan. Bij elke moeder hoort een kind. Zoek de namen bij elkaar. Schrijf ze op en stuur je inzending voor 1 januari 1991 naar de GZB.
1. Sara - Jezus 2. Ruth - Jacob 3. Maria - Aäron 4. Asnath - Samuel 5. Eunice - Obed 6. Rebekka - Johannes 7. Hanna - Jonathan 8. Elisabeth - Efraïm 9. Rachel - Izak 10. Bathseba - Timotheüs 11. Jochebed - Benjamin 12. Ahinoam - Salomo
Ik wens jullie allemaal heel fijne kerstdagen en het allerbeste voor het nieuwe jaar
Harry Fikse
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1990
Alle Volken | 16 Pagina's