Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat zijn nu de problemen bij het ambtelijk werk in Canada?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat zijn nu de problemen bij het ambtelijk werk in Canada?

11 minuten leestijd

Ambtsdrager zijn in de Free Reformed Church in Canada is nog iets anders dan ambtsdrager zijn in de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. Dat viel me sterk op afgelopen zomer, toen mijn vrouw en ik met onze kinde- ren het voorrecht hadden om in Neder- land te zijn voor een periode van vijf weken.

Afstanden

Het eerste wat ons opviel is de korte afstanden tussen de gemeenten in Ne- derland. Als je als predikant een derde dienst in een andere gemeente hebt te vervullen, dan hoef je meestal niet zo heel ver te rijden. Gewoonlijk niet meer dan 25 km dacht ik. Dat ligt in Canada iets anders. Ik ben b.v. predikant te St. Thomas en consu- lent van de gemeenten London en Cha- tham. London ligt ongeveer 20 mijl van St. Thomas. Chatham ongeveer 70 mijl. Momenteel heeft London een predikant. Chatham echter niet. Praktisch elke zon- dag vervul ik een derde dienst in Cha- tham. Het gebeurt ook wel eens, dat mijn collega in London een zondag in een andere gemeente dient. Dan help ik hem en zijn gemeente door een dienst om 11.15 uur te vervullen in London. Dat betekent dan dat ik ’s morgens om een uur of negen van huis ga en om kwart voor zeven thuis kom. Dan heb ik vier keer gepreekt en zo’n 165 mijl ge- reden.

Ook catechiseer ik tijdens de winter- maanden in Chatham, op een avond door de week. Die afstanden worden groter bij andere arbeid voor de kerken. Ik denk b.v. aan wat men in Nederland "classisbeurten” noemt (die worden hier door de synode geregeld). Ds. Stehou- wer heeft b.v. twee ”synodebeurten” in Toronto te vervullen (Toronto ligt 120 mijl van zijn eigen gemeente). Een paar jaar geleden was Grand Rapids vacant. Daar moest ik twee keer per jaar preken (Grand Rapids ligt 280 mijl van St. Thomas). Ook was de gemeente te Clifton (vlakbij New York city) een paar jaar geleden vacant. Dat ligt een 450 mijl van St. Thomas. Dan vloog ik ’s zaterdags daar per vliegtuig heen en kwam ’s maandagsmorgens terug. Mo- menteel zijn de beide gemeenten in British Columbia vacant. Om die ge- meenten te helpen wijst de synode de predikanten om de beurt aan om daar drie of vier zondagen (achter elkaar) per jaar te dienen. Ik schrijf dit artikel b.v. uit de pastorie van de gemeen- te te Aldergrove. Dat ligt hier vlak bij Vancouver, aan de westkust van Cana- da, zo’n 2500 mijl van mijn eigen ge- meente af. Deze beide gemeenten liggen en gevoelen zich geïsoleerd.

Deze afstanden brengen moeilijkheden met zich mee. Dat komt duidelijk naar voren bij de indeling van de classes b.v. Ons kerkelijk leven kent twee classes: classis "South and East" (de acht ge- meenten in Ontario plus de gemeenten Clifton en Grand Rapids) en classis ”West” (die bestaat uit de gecombineer- de kerkeraad van de beide gemeenten). Beide classes vergaderen één keer per jaar. Alle afgevaardigden naar classis ”South and East” worden afgevaardigd naar de jaarlijkse synodevergadering, terwijl classis ”West” twee ouderlingen naar de synodevergadering afvaardigt.

Door de grote afstanden functioneert de kerkvisitatie ook niet zo geregeld als dat nodig is. Gewoonlijk wordt kerk- visitatie in classis ”South and East” één keer in de twee jaar gehouden, ter- wijl het soms wel eens een jaar uitge- steld wordt. Hoe dat hier in de twee gemeenten in het Westen gedaan wordt, is mij niet goed bekend. Als ik het goed heb, gebeurt dat maar zelden onder lei- ding van een predikant van classis ”South and East”.

De grote afstanden en grote onkosten om te reizen brengen deze problemen met zich mee.

Taalprobleem

Er is nog een ander probleem dan het probleem van onze kleine kerk in een groot land. Dat is het taalprobleem.

Zoals u weet, zijn Engels en Frans de gangbare talen in Canada. Engels is de gangbare taal in de plaatsen waar onze gemeenten gelegen zijn.

Toen onze gemeenten in de vijftiger jaren geïnstitueerd werden, werden de diensten en andere activiteiten in het Hollands gehouden. Door de jaren heen is daar verandering in gekomen. In de gemeente van St. Thomas b.v. wordt nog één Hollandse dienst in de vier we- ken gehouden. Langzamerhand verdwij- nen de Hollandse diensten hier.

Dit betekent echter niet, dat ieder ge- meentelid hier een Engelse preek goed volgen kan. Velen kunnen dat wel. Ver- schillenden kunnen dat echter niet. Dat merken de ambtsdragers goed bij het huisbezoek of bij ander contact met de gemeenteleden. De Engelse woorden zijn nog geen vertrouwde klanken voor ieder- een. Als men b.v. ’s nachts wakker wordt, dan weerklinken die woorden niet in het hart. Dat werd me heel duide- lijk, toen enkele jaren geleden een jon- geman van even in de dertig op zijn sterfbed lag. Die jongeman sprak vloeiend Engels. Maar de laatste dagen van zijn leven sprak hij Hollands. Ik kwam bij hem en las hem enkele verzen uit mijn Engelse Bijbel, maar even later vroeg hij aan zijn vader: Vader, wilt u Psalm 56 nog eens lezen in het Hol- lands ?

Daarbij is het soms moeilijk, vooral voor de oudere ambtsdragers, om op huis- bezoek en bij ander contact in het En- gels vlot te kunnen cpreken over de dingen des Heren en om geestelijke lei- ding te geven.

Probleem van verschillende achter- gronden van gemeenteleden

Een ander probleem bij het ambtelijk werk ligt in de verschillende achtergron- den van de gemeenteleden. De één komt uit Kornhorn, een ander uit Hoogeveen, een ander uit Aalten, iemand anders uit Harderwijk, weer iemand anders uit Pa- pendrecht, Zierikzee, enz. Daarbij komt de één uit de Christelijke Gereformeerde Kerken, een ander uit de Hervormde Kerk (Geref. Bond), een derde uit de Gereformeerde Gemeenten, een vierde was lid van de gemeente van wijlen ds. Pauwe. En niet allen zijn uit overtuiging lid van de Pree Reformed Church (die vast wil houden aan het beginsel van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland). Sommigen zijn lid van de Free Reformed Church, omdat er b.v. geen Gereformeerde Gemeente in de buurt is. U begrijpt, wat voor moeilijk- heden dat met zich meebrengt bij het ambtelijk werk. De ambtsdragers wor- den soms gewantrouwd omdat zij een andere kerkelijke achtergrond hebben dan deze of gene. En men wil soms be- paalde dingen in de prediking horen, die men vroeger gehoord heeft in de bepaal- de kerk in Nederland, waar men lid was.

Emigranten aparte slag mensen ?

Hier zit een ander probleem aan vast. Men zegt wei eens: emigranten zijn een apart slag mensen. Deze mensen heb- ben hun vaderland verlaten en zijn in een vreemd land met een vreemde taal gaan wonen. Zonder geld zijn zij begon- nen. Zij moesten alles aanpakken. Som- migen hebben in de eerste tijd in zeer primitieve huizen moeten wonen, ergens op een boerderij ver van de bewoonde wereld. De mannen werkten lange da- gen, terwijl de vrouwen alleen zaten met de kinderen. Geen familie en kennissen om zich heen. Ze konden de taal van het land niet spreken. Daar komt heel wat voor kijken. Ik herinner me dat dr.

J. Waterink ergens geschreven heeft: je moet een kerel zijn voordat je gaat emigreren. Verschillenden zijn dat eigen- lijk niet geweest voordat zij gingen. Ik zou daar aan toe willen voegen: je kunt alleen maar goed emigreren in afhanke- lijkheid van de Here. Velen hebben dat ook gedaan. Anderen echter niet. Som- migen zijn geëmigreerd enkel om hier veel geld te verdienen, maar niet allen zijn rijk geworden. Hoewel iedere emi- grant het behoorlijk goed heeft nu, heb- ben verschillenden heel wat teleurstel- lingen moeten innen. Niet allen hebben dat kunnen verwerken. Zo stuit je hier nog al eens op zeer moeilijke persoon- lijkheden. Het is soms zo moeilijk deze mensen te bereiken.

Minder nadruk op de ’antithese’ hier

Dit brengt me tot het volgende pro- bleem. Verschillenden zijn niet in de eer- ste plaats geëmigreerd om in dit land de Here te dienen en voor Hem te leven. Dat blijkt b.v. uit het feit, dat verschil- lende leden geen geld over hebben voor het christelijk onderwijs. U moet daarbij weten, dat de christelijke scholen hier in British Columbia en Ontario volledig bekostigd worden door de ouders. Alle gemeenteleden moesten dat werk van harte steunen, maar niet allen doen het. Op deze manier ontvangen verschillende kinderen en jongelui in onze gemeente geen christelijk onderwijs.

Ook zijn er verschillende leden lid van zogenaamde ”neutrale” vakbewegingen, waardoor zij meer verdienen. Daartegen- over zijn er andere leden, die zich uit overtuiging daar niet bij aansluiten, en daardoor minder verdienen.

Verschillende gemeenteleden zien niet de noodzaak van christelijke scholen en christelijke organisaties. Men argumen- teert vaak, dat wij hier in een ander land leven en onze plaats moeten in- nemen in de wereld. Men benadrukt ook wel het ”in de wereld en toch niet van de wereld”, hoewel sommigen onverschil- lig zijn. De vraag echter is: zullen de kinderen die plaats in de wereld wel weten ? De tijd zal dat moeten uitwijzen. Leidt dit niet tot een zondag-christen zijn ?

Ik herhaal: sommigen willen dat beslist niet, en zijn oprechte christenen.

Het is moeilijk hier te generaliseren.

Dit zijn moeilijke dingen bij het ambte- lijk werk, als het bij het huisbezoek b.v. gaat over de vraag: Hoe leeft u voor de Here ? Is er liefde in uw hart voor Zijn dienst ?

Een ander godsdienstige omgeving

U moet niet vergeten dat wij godsdien- stig hier in Canada in een heel andere omgeving wonen dan u in Nederland. In Nederland krijgen onze mensen Bijbelse voorlichting via de E.O. en sommige leerzame programma's van de N.C.R.V. en via een kerkblad zoals De Wekker en tijdschriften zoals Koers en Reformato- risch Dagblad. Wij hebben hier geen christelijke reformatorische radiosta- tions. De christelijke stations, die er zijn, staan sterk onder invloed van aller- lei sekten. Ons eigen kerkblad The Mes- senger verschijnt slechts maandelijks (voornamelijk zo weinig doordat wij zo weinig predikanten hebben — een an- dere moeilijkheid hier). Dan zijn er wel tijdschriften als Calvinist Contact, waar ik veel waardering voor heb en die velen van ons ook lezen, maar die geven toch niet die lijn aan zoals de tijdschriften, die ik hierboven noemde, dat doen. Ver- der hebben wij in het Engels geen boek- jes zoals Blijven belijden en Leer ermee te leven (resp. door ds. J. H. Velema en dr. W. H. Velema).

Alleen maar problemen ?

Ik heb openhartig over deze problemen geschreven en besef dat er nog veel meer problemen zijn. Het is noodzakelijk die duidelijk te zien. Echter niet om bij de pakken te gaan neerzitten. Maar om ons voor de Here te verootmoedigen en om in afhankelijkheid van Hem te ar- beiden als ambtsdragers.

Tegenover al deze en vele andere pro- blemen staat het rijke, dat Christus ook in Canada Zijn Kerk vergadert, en dat Hij ook ons als kerk daarbij als middel gebruikt. Dat te mogen weten verheugt ons en verootmoedigt ons.

Het Woord Gods wordt in onze gemeen- ten geregeld verkondigd, en als kerken proberen wij via de radio ook het Woord te verkondigen. Daar heeft de Here Zijn belofte aan verbonden, dat het niet ledig wederkeert, maar dat het doet wat Hem behaagt. De sacramenten, door Christus zelf ingesteld, worden geregeld bediend. Het huisbezoek, het catechisatie-, het zondagsschool-, het verenigingswerk heeft z'n voortgang. En zoveel meer. We mogen ook spreken van vruchten, die de Here verheerlijken en ons afhan- kelijk doen zijn van Hem. We beseffen, dat we niet voor eigen zaak staan. Het is Zijn zaak. Zijn werk gaat door. Zijn Rijk komt, door al de problemen heen. Het gaat er om, dat wij ambtsdragers — u op uw post in Nederland, wij op onze post hier, waar de Here ons ge- plaatst heeft — trouw zijn aan het Woord van Hem Die ons roept.

Bidt voor ons

Bij mijn verblijf in Nederland afgelopen zomer heb ik iets gezien van het grote, dat de Here bezig is te doen in Neder- land. Ook heb ik iets gezien van de pro- blemen van uw ambtelijke arbeid. Sinds die tijd vooral heb ik de noodzaak ge- voeld om voor u te bidden om Gods ze- gen.

De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn onze moederkerk. Wij bidden voor u.

Broeders, bidt ook voor ons. (1 Thessa- lonicenzen 5 : 25).

St Thomas (Ontario)

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1974

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Wat zijn nu de problemen bij het ambtelijk werk in Canada?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1974

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's