Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IS ER KANS OP HERSTEL VAN HET GEBROKEN HUWELIJK?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IS ER KANS OP HERSTEL VAN HET GEBROKEN HUWELIJK?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorgeschiedenis

Op de redactievergadering van november 1993 is het programma voor de nummers van Ambtelijk Contact tot en met September 1994 opgemaakt. Eén van de vragen die ter tafel kwam, is de manier waarop kerkeraden in echtscheidingszaken handelen. Hoe kijken zij aan tegen de mogelijkheid van herstel? En als ze die kans uitermate gering achten of wel geheel afwezig vinden, wat doen ze dan? Dit is de invalshoek die door de redactie aan de schrijver is voorgelegd.

Met opzet vermeld ik dit stukje voorgeschiedenis. Tot het schrijven van dit artikel is besloten, voordat de dissertatie van dr. H.J. Selderhuis over Bucers opvattingen met betrekking tot huwelijk en echtscheiding was verschenen. Ik zou het onjuist vinden nu dit artikel te gebruiken om in te gaan op het standpunt van Bucer en Selderhuis. Het is mijn indruk dat we met dat standpunt in onze kerken verder te maken krijgen. Welke de taak van Ambtelijk Contact in deze discussie is, moet op de volgende redactievergadering uitgemaakt worden. Wij zijn niet gewend dat een van de leden van de redactie op eigen houtje beslissingen neemt. Het beleid wordt door de redactieleden in goed over-leg bepaald.

Ik had behoefte om de voorgeschiedenis van dit artikel te releveren. Als men erin mist, wat men erin verwacht, weet men in elk geval de reden daarvan. Het is niet de bedoeling van dit artikel het echtscheidingsvraagstuk in zijn geheel te behandelen. Dat zou mijns inziens op zijn minst door twee schrijvers moeten worden gedaan.

Een voorval

Laat ik mogen beginnen met een voorval van twaalf tot vijftien jaar geleden. Door bijzondere omstandigheden kwam ik in contact met een echtpaar wiens huwelijk op springen stond. Zij vertelden van hun vervreemding, van wat er allemaal voorgevallen was en van hun plan om maar te gaan scheiden.

Op een bepaald moment vroeg ik: Is er dan helemaal niets meer van vroeger waarop u kunt terugvallen? Is er niets meer waarvoor u samen wilt vechten? Denk eens aan het begin, denk eens aan wat u samen - aan lief en leed - hebt doorgemaakt. Is daarvan niets over om te zeggen: We zullen het met Gods hulp proberen? De vrouw keek mij met enige verbazing aan. Ze zei: U bent de eerste die ons dit vraagt. Wij hebben gesproken met de dokter en de maatschappelijk werker, met een psycholoog en enkele familieleden. ledereen zegt: Het is het beste dat jullie uit elkaar gaan. ’t Is toch niets en het wordt ook niets meer.

Hoe het met dit echtpaar gegaan is, weet ik niet. Zij zelf en ook anderen hebben na dit gesprek nooit meer iets laten horen. Dat komt vaker voor, als incidenteel je hulp wordt ingeroepen. Waar het mij om gaat is het pro-echtscheidingsklimaat, dat 20 veel jaren geleden al in onze samenleving heerste. Kennelijk ook in kerkelijke kringen, zeker in de kring van hulpverlening in kerkelijke gezinnen.

Doemdenken

Ik heb van het antwoord van de vrouw net zo opgekeken, als zij dat van mijn vraag deed. Er is op het gebied van huwelijksproblemen, ook in kerkelijke kringen, zoiets als een doemdenken. We kennen die term uit discussies in de pedagogiek. Mevrouw prof. Dasberg heeft haar in haar Amsterdamse oratie aan het begin van de jaren tachtig ingevoerd. Sindsdien is de term gebruikt om het doemdenken niet slechts te typeren, maar vooral om het tegen te gaan.

Ik gebruik de term doemdenken nu met het oog op huwelijksproblemen. Ik bedoel er-mee, dat het echtpaar zelf en de hulpverleners, soms of vaak ook de familie, zeggen: ’t Wordt toch nooit meer wat.

Mevrouw Dasberg heeft gepleit voor de factor hoop in de opvoeding. De hoop is de remedie tegen het doemdenken.

Ik weet niet in hoeverre ambtsdragers ook aan het doemdenken inzake huwelijksproblemen ten prooi zijn. Het zou verleidelijk zijn om nu het standpunt van Bucer ter sprake te brengen. Ik ga, zoals gezegd, op dit standpunt niet in.

Van mijn kant wil ik erop wijzen - dat was ook de reden waarom ik ter redactievergadering op mij heb genomen dit artikel te schrijven - dat het doemdenken inzake huwelijksproblemen op een andere manier doorbroken moet worden.

Doemdenken in de pedagogiek doet afbreuk aan de hoop. Doemdenken in huwelijksproblemen doet afbreuk aan de genade van God en aan wat mensen onder de belofte van trouw samen hebben ervaren. Ze hebben het geluk gezocht, beloofd en naar ik hoop, ook beleefd. Ze hebben ermee gebroken door met elkaar te breken. Dit artikel wil slechts één ding zeggen: De kerk, te weten haar leden en ambtsdragers, moeten zich niet zo maar neerleggen bij de constatering: Het wordt nooit meer wat. Voor ik verder ga, wil ik duidelijk zeggen dat ik weet van ontrouw en overspel als de gerechtvaardigde oorzaak van een definitieve breuk. Ik weet ook van heel moeilijke situaties waarbij het leven van de vrouw op het spel stond. Ik weet van leed en verdriet, vaak bedekt onder de term “afwezigheid van geluk”. leder denke hierbij wat hij denken wil. De werkelijkheid is hard, koud en bitter.

Een epidemie

En toch, de epidemie van het doemdenken verlamt het christelijke leven. Als een besmettelijke ziekte grijpt de gedachte om zich heen, dat het toch niets meer wordt en beiden gescheiden hun weg maar moeten gaan.

Kerkeraden moeten reëel zijn. In de titel van het artikel staat de vraag of er kans is op herstel. Het ambtelijk werk is geen kansberekening. Dat mag duidelijk zijn. Dat dit woord toch in de titel gebruikt wordt, is een verwijzing naar de realiteit. Hoezeer beoogd en door de kerkeraad gepoogd, het herstel blijft uit. Het doet zich niet voor - met alle smartelijke consequenties van dien.

Wat ik in dit artikel graag zou, willen benadrukken, is de afwijzing van dit wereldse doemdenken. Op veel punten heeft de kerk het ethos van de wereld tegen zich. Zouden we ook terzake de vraag of twee mensen verder kunnen, niet naar een andere bron moeten kijken dan met het wereldse doemdenken in te stemmen? Ik besef dat ik met dit voorstel niet zo maar een oplossing aandraag voor alle praktische problemen, waar echtparen, families en kerkeraden mee zitten.

Wel hoop ik, dat de dominantie van het doemdenken in de kerk wordt doorbroken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1994

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

IS ER KANS OP HERSTEL VAN HET GEBROKEN HUWELIJK?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1994

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's