Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LAAT ZE TOCH IN HUN WAARDE …

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LAAT ZE TOCH IN HUN WAARDE …

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben hier in dit land buitenkerkelijk geworden. Toen we hier kwamen wonen, gingen we eerst nog wel naar de kerk, maar als je in de gaten krijgt hoe die boeren met hun mensen omgaan …Op zondag zitten zij vooraan in de kerk de psalmen te zingen, en ondertussen moeten hun arbeiders gewoon maar doorwerken. t Is gewoon slavernij! En dat noemt zich dan christenen …

Drie verschillende mensen aan het woord, die alle drie op hun eigen manier bezwaar maken tegen het christelijk getuigenis in deze wereld. Op hun eigen manier en om verschillende redenen. Maar het komt er uiteindelijk steeds weer op neer, dat men vindt, dat je maar niet te veel moet spreken over de ene weg, die Jezus zegt te zijn. Er is al teveel kwaad mee aangericht in de geschiedenis van de kerk.

Hebben ze gelijk …?

Die vraag moet gesteld worden. Hebben mensen, die dit soort dingen tegen je zeggen, gelijk? Is de geschiedenis van de verbreiding van het Christendom werkelijk één lange reeks van dingen die verkeerd zijn gegaan?

En hoe naar het ook is, hoe zeer je jezelf ook gaat tegenkomen als je serieus met die vraag bezig gaat, je mag hem niet uit de weg gaan.

Al was het allereerst alleen maar omdat je eerlijk met je eigen verleden om moet gaan, want dat verleden heeft voor een niet onbelangrijk deel ons eigen denken en ons eigen leven gevormd.

Tussen haakjes: ik bedoel het verleden in een wat ruimere zin, dan we het als West-Europese mensen doorgaans beleven.

Je kunt zeggen: wat mijn opa heeft gedaan, daar ben ik niet verantwoordelijk voor. Een stap verder zeg je: ik heb niets te maken met de fouten die mijn voorouders gemaakt hebben.

Maar er zijn wel mensen die door de dingen die mijn voorouders gedaan hebben, een heel dramatische wending in hun levensgeschiedenis hebben beleefd. Wat te denken van de vele duizenden negers die door Hollandse schepen van Afrika naar Amerika zijn gebracht om daar als slaven verkocht te worden? Of van de Maleise slaven die door Hollandse schepen naar Afrika gebracht werden?

Het gaat niet aan om nu te zeggen: maar dat waren zulke verre voorouders, met hun fouten hoef ik me niet meer bezig te houden.

Er is een tweede, nog belangrijker reden, waarom je niet om de vraag, die boven deze paragraaf staat, heen kan en heen mag.

Want impliciet wordt de verantwoordelijkheid voor de fouten gelegd in het geloof zelf, ook al maakt niet iedere vorm van verwijt dit even duidelijk. Diep weg ligt volgens degenen die bezwaren maken tegen de verbreiding van het christelijk geloof het probleem eigenlijk in het geloof zelf, en niet in degenen die belijders van dat geloof zijn, en als zodanig handelen.

Daarom is het van belang om te zien wat er gebeurde, en zul je moeten gaan bekijken of de dingen die gebeurden toe te schrijven zijn aan het christelijk geloof als zodanig of dat ze op rekening moeten worden geschreven van wat belijders van dat geloof er in de praktijk van hun leven, al of niet met de beste bedoelingen, van gemaakt hebben.

Wat gebeurde er dan …?

Binnen de ruimte van dit artikel wil ik een klein beetje rondkijken in de geschiedenis van de verbreiding van het christelijk geloof, om te zien, wat er gebeurde, en hoe dat mogelijk vandaag nog een belemmerende invloed heeft op mensen om onbevangen open te staan voor de verbreiding van het Evangelie.

Wanneer je eerlijk naar de geschiedenis van de verbreiding van het christelijk geloof in deze wereld kijkt, dan zijn de momenten aan te wijzen, dat er gewerkt is volgens het principe: geloof of sterf, of dat met het brengen van het Christendom tegelijk een heel andere cultuur is opgelegd.

Karel de Grote is de man die een geweidige betekenis heeft gehad voor de kerstening van Europa, en met name de Saksen zijn door hem tot het Christendom gebracht.

Maar de methode die Karel de Grote gebruikte, is, al paste ze wellicht geheel in zijn tijd, toch van vraagtekens te voorzien. In zijn dagen vormden de Saksen een politieke bedreiging, en Karel meende daarom ze te moeten onderwerpen aan zijn rijk, waarover hij door paus Leo de derde tot keizer was gekroond. Toen de Saksen, onder leiding van Widukind, zich aan Karel onderwierpen, was één van de voorwaarden van het vredesverbond, dat de Saksen zich tot het Christendom zouden bekeren. Karel was doopgetuige bij de doop van Widukind, en de volgelingen van Widukind moesten ook hierin volgen en zich onderwerpen aan bepalingen zoals deze:

“Wie een bisschop, priester of diaken doodt, zal met de dood gestraft worden. Wie een lijk cremeert, zoals het gebruik is bij de heidenen, zal met de dood gestraft worden.

Een ongedoopte Saks die probeert zich onder zijn volksgenoten te verbergen en weigert de doop te aanvaarden zal met de dood gestraft worden.

Wie met de heidenen tegen de christenen samenspant, zal met de dood gestraft worden”.1

Als tweede: misschien wel het bekendste voorbeeld van hoe er onder de vlag van het Christendom een schrikbewind is gevoerd zijn de kruistochten. Ze begonnen om de historische plaatsen van de bijbelse wereld, de bakermat van het Christendom, te bevrijden uit de handen van de heidenen, en men kan zeggen dat er voor mindere dingen is gestreden. Maar ze hebben, onder de christelijke vlag, onnoemelijk veel leed aangebracht. Vele Westerse (christen)soldaten gingen uit van de gedachte, dat een moslim eenvoudigweg een ongelovige was, die geen recht had op bestaan, die je mocht afslachten zonder enige rancune tot meerdere eer en glorie van God.

Iedereen die vandaag betrokken is bij het christelijk getuigenis onder belijders van de islam, zal weet hebben van de gevoelens die als gevolg van deze kruistochten leven bij velen in het Midden Oosten.

En dan als derde, de situatie waar ikzelf nu het meest tegen aan loop: het apartheldsverleden van Zuid-Afrika. Het is goed om te zeggen, dat apartheid niet “slechts” in Zuid Afrika voorkomt, en dat het ook niet puur het product is van de Nationalisten, die het land tussen 1948 en 1994 hebben geregeerd. Het is een situatie die in dit land gegroeid is sinds Jan van Riebeeck voet aan wal zette, waar Britten en Boeren elk hun eigen bijdrage aan hebben geleverd, en die na 1948 door kerkelijke uitspraken geijkt werd. Gevolg: tien procent van de bevolking eigende zich de enorme rijkdom van dit land toe, ontzegde de rest van de bevolking vrijheid en bezit, en voelde zich gesteund door wat men in de bijbel las. Vele Boeren zagen (en zien?) zich als de nieuwe nazaten van Abraham, aan wie het land der belofte was toegezegd, en aan wie werd gezegd, zich niet te vermengen met de Kanaänieten. Vandaar segregatie (met alles wat erbij kwam aan onderdrukking en geweld) gesteund door kerkelijke uitspraken.

Als vierde: wie rondtrekt langs “jonge” kerken, wie foto’s ziet van Indonesië, wie zijn oor te luisteren legt in kerkdiensten, merkt op, dat er veel is dat herkenning oproept. De stijl van kerkbouw doet vaak vermoeden uit welk land de eerste zendelingen in dat gebied kwamen. In de liederen hoor je vaak ontgezeggelijk Europese melodieën terug. Het zijn twee voorbeelden, die aangeven, dat met het brengen van het christelijk geloof vaak ook een West-Europese cultuur is meegekomen. Christen worden betekende voor grote groepen mensen, dat ze zich moesten gaan kleden naar Westers model, terwijl de traditionele kleding afgezworen moest worden; betekende dat ze moesten gaan samenkomen in een kerk, en daar een uur stil moesten zitten, terwijl in de traditionele cultuur men vooral ‘s avonds rond het kampvuur samen kwam, om elkaar de dingen van het leven mee te delen. En voor veel mensen betekent het een soort koppelverkoop: word je christen, dan zit dit ook in het pakket, met als gevolg, dat waardevolle elementen uit de ontvangende cultuur met het badwater verdwijnen.

Nogmaals: hebben ze gelijk …?

Deze voorbeelden lijken koren op de molen van de mensen aan het begin van dit artikel. Zie je wel… Je moet ze gewoon in hun waarde laten. Er is al zoveel tout gegaan in de geschiedenis van de verbreiding van het Evangelie.

Maar, zit ‘m dat nou in het Evangelie, in het christelijk geloof zelf, of in datgene wat mensen er van maken? Hebben ze gelijk …?

Nergens in de bijbel lees je dat volken onder dwang het Evangelie moeten aanvaarden. In één van zijn gelijkenissen vertelt de Here Jezus van een koning die op een bepaald moment tegen zijn dienaren zegt: dwingt hen in te gaan (Lukas 14:23) Sinds Augustinus is die tekst gebruikt om dwang bij bekering toe te passen. Ik denk dat je van Augustinus nog kunt zeggen, dat hij bedoelde om te zeggen: als ze (dat waren in zijn dagen de Donatisten, die een tegenkerk hadden gesticht) eenmaal binnen (de Katholieke Kerk) zijn, dan zullen ze wel zien, dat ze bij hun tegenkerken tout zaten. Maar na hem is dit woord gebruikt om mensen “over het zwaard” te bekeren, en het is stellig niet wat de koning uit de gelijkenis bedoeld heeft.

Nergens in de bijbel lees je ook, dat als mensen door zendingswerk van het ene volk tot geloof komen, dat ze dan de culturele gewoonten van het “gevende” volk moeten overnemen. Wie leest wat er op het zgn. “Apostelconvent” (Hand. 15) gezegd wordt over de heidense volken, begrijpt, dat van hen niet gevraagd wordt om de hele joodse ceremoniële wet op zich te nemen als ze de Here Jezus Christus gaan volgen. En Paulus, de apostel de heidenen wilde de Joden een Jood en de Grieken een Griek worden, wat m.i. in dit verband aangeeft, dat hij aan ieder volk zijn eigen culturele waarde liet.

Je kunt daarom m.i. niet zeggen, dat de fout in het christelijk geloof of in het getuigenis van de Schrift zit. Wel is het eerlijk om te zeggen, dat in de omgang van mensen met die woorden van de Schrift het evident was, dat er nog heel wat “vlees en wereld” bij kwam.

En het is daarom goed, om als er gelegenheden voor zijn, dingen recht te stellen, en fouten te belijden.

Een prachtig en hoopvol moment daarvan was toen hier in Zuid-Afrika de kerken voor de zgn. “Waarheid en Verzoeningscommissie” verschenen, en duidelijk uitspraken, dat wat in het verleden (met een beroep op de bijbel) gedaan was, fout was, en dat men schuld daarover beleed.

Die belijdenis, in woord en daad, maakt weer ruimte voor het christelijk getuigenis, opdat de ene Naam die onder de hemel gegeven is, gebracht kan worden tot heil van allen die gaan geloven in die naam!

1. Stephen Weill, A History of Christian Missions, second edition, Penguin Books 1990, blz. 68-69.

Ds. W. van ‘t Spijker is zendingspredikant in KwaNdebele, uitgezonden door de gemeente van Stadskanaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2000

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

LAAT ZE TOCH IN HUN WAARDE …

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2000

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's