Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

COLUMN: GAAN WE MET ONS GELOOFONDERUIT?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

COLUMN: GAAN WE MET ONS GELOOFONDERUIT?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons wacht op korte termifn een probleem van grote draagwijdte, een probleem dat de uitgangspunten van ons christelijk geloof raakt.

Het is er eigenlijk nu al.

Van veel wetenschappelijk onderzoek geldt dat de resultaten ervan mensen het zicht op God hebben benomen, in elk geval hebben veranderd.

AI in 1987 werd in gezaghebbende bidden geprofeteerd dat het christelijk geloof, wat zijn traditionele inzichten betreff, onder heel sterke druk zal komm te staan naarmate het onderzoek cum het menselijk genoom zou vorderen.

Dat onderzoek was toen al in voile gang, al ging men ervan uit dat nog een lange weg zou moeten worden afgelegd.

De ontcijfering van onze genetische code ging op dat moment nog stapje voor stapje, maar vooraanstaande geleerden durfden toen al de voorspelling aan dat men allengs grotere stoppen zou kunnen nemen.

Het is sprongsgewijs gegaan.

De genetische code van de mens is nagenoeg geheel ontcijferd en we beseffen waarschijnlijk maar al te weinig welke geestelijk/godsdienstige en maatschappe-lijke consequenties deze ontwikkeling zal hebben.

Het beangstigende zit vooral in wat wel genoemd wordt de volstrekt autonome ontwikkeling van de wetenschap, de onstuitbare drang om in de wereldwijde wetenschappelijke competitie zo mogelijk een voorsprong op anderen te behalen en de eerste te zijn in het doen van nieuwe biowetenschappelijke ontdekkingen.

Nu al wordt de uit de ontcijfering van de genetische code verkregen kennis aangewend in de gangbare technieken van prenatale diagnostiek en bij de kunstmatige productie van menselijke embryo’s.

Het kunstmatig wijzigen van genetisch materiaal, waardoor geheel nieuwe variëtieten kunnen ontstaan, is al in voile gang.

Medio 1987 schreef de columnist Haak van het Financiële Dagblad in dit verband:

“De mens, die zich beter waant dan God, is bezig de mens te scheppen naar zijn beeld. We zijn bezig ons een beeld te scheppen van de kinderen, zoals we ze graag willen hebben: sterk, gezond, knap, begaafd.

Onderzoek naar de genetische gesteldheid van de mens - profeteerde hij - zal leiden tot eliminatie van het afwijkende en het bijzondere. De menselijke monocultuur komt in zicht.”

Tweede zondeval?

Wat rond het menselijk genenpatroon in ontwikkeling is, wept de vraag op of de mens op weg is naar het moment waarop hij in staat zal zijn althans een dee! van de gevolgen van de zonde op te heffen, in elk geval aanzienlijk te temperen.

Hoever kan een mens hier gaan voor hij het punt is genaderd waarop van een “tweede zondeval” moet worden gesproken, omdat de mens zich begeeft in dingen die God als Schepper zichzelf heeft voorbehouden?

Men kan stellen dat God ons mensen de ontwikkeling van de biologische en medische wetenschap gunt en de mogelijkheden daartoe in de schepping heeft gelegd, maar overschrijdt de mens geen grenzen als hij straks in staat zed zijn zelf mensen te genererai waaruit de “jouten” en de “gebreken “ van het verleden zijn geëlimineerd?

Hier liggen vragen die wortels van het christelijk geloof raken en wel heel in het bijzonder de wortel van het geloof in de voorz.ienigheid Gods, zoals die in zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus wordt beleden.

Zal de mens op de weg die nu is ingeslagen, erin slagen een deel van wat ons “aan tegenspoed uit Gods Vaderlijke hand toekomt “ te ondervangen ?

Als op ontwikkelingen als deze theologische refleclies uitblijven en de gemeente van Christus in haar werkelijkheidservaring in prediking en pastoraat geen richting wordt gewezen, bestaat de kans dat velen met him geloof onderuit zullen gaan, ook al blijven ze bij de kerk.

De tijd van gladde, vlakke preken en van opgeblazen vrolijkheid die de Kerk hier en daar kenmerkt, moet voorbij zijn, zo goed als van de vele conflicten rond zaken van lagere orde.

Er is alle reden om ons legen de achtergrond van allerlei ontwikkelingen ernstig en diepgaand op ons geloofsgoed te bezinnen.

Anders zal het eind de last dragen…

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2000

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

COLUMN: GAAN WE MET ONS GELOOFONDERUIT?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2000

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's