Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TUSSEN BEZORGDHEID EN BEMOEDIGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TUSSEN BEZORGDHEID EN BEMOEDIGING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer men tracht in enkele woorden de bespreking, die volgde op het referaat, te typeren, dan zou dat kunnen met de woorden bezorgdheid enerzijds en bemoediging anderzijds. Bezorgdheid werd meteen al door de eerste vragenstellers geuit, nog in de morgenzitting. Die bezorgdheid gold vooral de kloof tussen de weergave van onze prediking en de taal c.q. leefwereld van onze jongeren. Een andere luisteraar had zich in toenemende mate ongemakkelijk gevoeld, omdat hij een soort ‘binnenkerkelijk’ denken meende te ontwaren bij de referent, terwijl wij zo broodnodig, in stad én land, de confrontatie met de mens die ‘buiten is’ moeten zoeken.

Prof. Immink maakte duidelijk dat hij niet in een kramp wilde vervallen. Wel degelijk wil hij de aansluiting bij de hedendaagse cultuur zoeken en de brug slaan naar jongeren. Vanuit zijn hervormde ‘context’ is hij echter geneigd onze vragen iets te relativeren; hij heeft ontdekt dat integriteit en duidelijkheid jongeren raakt, ook als ze gepaard gaat in de zondagse erediensten met een sobere liturgie en traditionele woorden.

In de middagbespreking klonken bemoedigende woorden uit de zaal in deze zelfde richting. Ook de forumleden (behalve de inleider ook dr. G.C. den Hertog, drs. A. Knevel en drs. A. Baars) lieten van zich horen. Eén keer sloeg deze slinger wel érg ver door, toen iemand vertelde ‘s zondags wel 3×20 minuten lang te preken zonder daar ooit — van jong tot oud — kritische geluiden over te horen. Toen werd vanaf de forumtafel gemaand ook weer niet ál te onbezorgd te zijn. Er is soms op het grondvlak meer in beweging dan wij (menen te) weten.

De referent van de voorjaarsconferentie, drs. A. Knevel, riep prof. Immink op het moderne levensgevoel in zijn spreken te verwerken. Dat wilde deze niet omzeilen, maar tegelijk vroeg hij aandacht voor het spreken van ‘de andere kant’ van Godswege. Dát verandert mensen en dat geeft ook de moed om altijd door te gaan met en in de kerk, die immers van de Here is. Drs. Baars merkte in dit kader op dat van de hedendaagse prediking verwacht mag worden

■ dat zij serieus neemt wat in deze tijd gaande is en dat de mens die daarin leeft echt opgezocht wordt;

■ dat zij tegelijk kritisch omgaat met deze mens én met zijn eigen hart;

■ dat zij zorgvuldig omgaat met het Woord van God en dat de prediker niet te snel met dat Woord klaar is;

■ dat zij authentiek-bevindelijk van aard is, dat wil zeggen dat zij dwars door de prediker zelf is heengegaan.

Dr. Den Hertog onderstreepte dit alles. In de loop van zijn predikantschap getuigde hij dat ook gaandeweg geleerd te hebben: niet teveel jezelf verkijken op wat er allemaal aan de hand is, maar het wél allemaal meenemen in een ontspannen houding, die vrucht is van de overtuiging dat de Geest uiteindelijk het werk zal (moeten) doen. Je mag (men zie Timotheus) het evangelie doorgeven zoals je het zelf ontvangen hebt.

Drs. Knevel kwam, daartoe uitgenodigd door de forumvoorzitter, br. D Koole, terug op de gedachte die in het voorjaar eruit sprong, namelijk dat het evangelie in ‘straattaal’ naar de mensen toegebracht dient te worden. Dat gebeurde nadat prof. Immink gewaarschuwd had voor ‘platte taal’ op de kansel. Drs. Knevel onderstreepte de harde gegevens: dagelijks sterven er in Nederland 450 mensen, van wie zeer velen geen band met de Heiland hebben… Dat moet ons een grote zorg zijn en ons voortdurend doen zoeken naar wegen om de moderne mens (die trouwens ook binnen de kerkmuren zit!) te bereiken. Dan moet de gedachte van de rechtvaardiging van de goddeloze daar een duidelijke plaats in krijgen, maar zó dat dit — qua taal — verstaan wordt. Predikanten dienen echt te communiceren met de gemeente tijdens de kerkdienst, zonder dat dit vervalt in flauwigheden. Tot op het bot! We mogen vervolgens (aldus vulde dr. Den Hertog aan) moed grijpen uit het vaste geloof dat God zelf met onze (on)mogelijkheden zijn eigen weg gaat.

Het Woord heeft in zichzelf kracht, zo sprak prof. Immink de zaal moed in. Anderzijds, zo moet met bezorgdheid gesteld worden, zit het Woord soms ‘onder een stolp’ waar het door predikers onder gezet is. Ook drs. Baars was beducht voor dat verschijnsel: hij noemde in dat kader de stolp van de dogmatiek. De prediking dient doortrokken te zijn van dogmatisch staal, maar het is en blijft bediening van het veelkleurige Woord van God, dat in verwondering en warmte aan het hart van hoorders gelegd moet en mag worden.

Drs. Knevel wilde, mede naar aanleiding van de reacties van het in het voorjaar gebodene, nog enkele dingen kwijt:

■ er zijn noties die van levensbelang en daarom onopgeefbaar zijn: de rechtvaardiging van de goddeloze; daarbij moet o.a. stelling worden genomen tegen een therapeutisch godsbeeld;

■ de afwezigheid van God zoals we die in het OT, o.a. in de Psalmen tegenkomen, dient verwerkt te worden in de prediking, omdat zij ten diepste ook weer troost.

■ héél de Schrift dient gepreekt te worden (als voorbeeld werd genoemd Jezus als vriend, maar ook als verzoener);

■ de Geest gebruikt de kerk als zijn werkplaats.

Als we in de kerk zitten, zo vulde prof. Immink dit aan, worden we geraakt door Woord en liturgie. Het Woord wordt levend Woord. Ook in andere kerkelijke arbeid, tijdens huisbezoeken bijvoorbeeld, komt iets van de Schrift ter sprake. Zo wordt een mens daarmee gevoed. En zo werkt alle kerkelijke arbeid iets uit, door de bediening van de Geest. Dat maakt ons als ambtsdragers tot harde werkers, maar het maakt ons ook rustig.

Tenslotte wezen zowel dr. Den Hertog als drs. Baars in dit kader op de taak van de ouders in het doorgeven van Gods grote daden aan hun kinderen. Leer hen de Schriften kennen en wees daarin zelf ook geestelijk echt, en waar nodig kwetsbaar. Echt, er is een nieuwsgierigheid naar authentiek geloof! En wat is dan dat geloof? Dit, dat Jezus Christus door de dood is heengegaan, waardoor de Here met zijn liefde naar ons, ontrouwe mensen toekomt; Hem hebben wij daarom lief, en zijn komst verwachten wij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

TUSSEN BEZORGDHEID EN BEMOEDIGING

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2001

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's