Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ethische kwesties bij medische ontwikkelingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ethische kwesties bij medische ontwikkelingen

Nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een open deur te stellen dat de medische mogelijkheden voortdurend toenemen. Soms spreekt men van doorbraken - zoals onlangs bij inzet van immunologische mogelijkheden tegen kanker.

LEVEN NEMEN

Tot de klassieke principiële kwesties in de medische ethiek behoren abortus provocatus en euthanasie. Eeuwenlang zijn deze handelingen, behoudens zeldzame uitzonderingen, in de gangbare medische zorg en medische ethiek afgewezen. Vanaf het begin van de jaren ‘60 van de vorige eeuw is ten gevolge van de seksuele revolutie, de secularisatie en feministische bewegingen in vrijwel alle moderne geïndustrialiseerde landen abortus gelegaliseerd en wordt die ook in veel andere landen feitelijk uitgevoerd. In Nederland is abortus provocatus sinds 1981 in de Wet Afbreking Zwangerschap toegestaan onder bepaalde voorwaarden (de vrouw bevindt zich in een noodtoestand, geen andere oplossing, 5 dagen bedenktijd). Feitelijk is in Nederland abortus mogelijk op verzoek van de vrouw.

ABORTUS PROVOCATUS

In de christelijke traditie is abortus altijd afgewezen behalve als het leven van de moeder in geding is. Pas sinds de jaren ‘60 wordt ook binnen de christenheid abortus onder andere omstandigheden aanvaardbaar geacht. Mijns inziens is er alle reden om vanuit de Christelijke ethiek afwijzend te blijven staan tegenover abortus. De Bijbel maakt duidelijk dat God de Schepper is van het leven van ieder mens ook al verricht Hij dat scheppende werk in de weg van de natuurlijke processen van bevruchting en embryonale ontwikkeling (Ps. 139). God is persoonlijk betrokken op die zich ontwikkelende mens en kent die (vgl. ook Jer. 1:5, Job 10:9-12; Ex. 21:22-23). Juist ook de moderne embryologische gegevens maken duidelijk dat het begin van het bestaan van de mens ligt bij de conceptie; vanaf dat moment is er een nieuw wezen dat behoort tot de menselijke soort en de voor de mens kenmerkende ontwikkeling zal doormaken waarin geen duidelijke breuklijnen bestaan tot de dood van dat individu.

1 http://www.kennislink.nl/publicaties/doorbraak-van-het-jaar-afweercellen-tegen-kanker

2 Zie ook http://www.lindeboominstituut.nl/sitemanager.asp?pid=29

Tegelijkertijd moet deze opvatting ons niet de ogen doen sluiten voor de nood van de ongewenst zwangere vrouw. De kerk heeft op dit punt niet een onverdeeld goede reputatie. Tegelijkertijd hebben christenen, naast anderen, vaak vooraan gestaan in het bieden van alternatieven voor de vrouw. De vroege kerk bijvoorbeeld, redde kinderen van kindermoord door een thuis te bieden en weeshuizen te bouwen. In het huidige Nederland kunnen we hierbij denken aan Siriz (voorheen VBOK) en het opvangwerk van Schreeuw om leven. Opvang die soms ook nodig is vanwege psychische problematiek na een abortus.

PRENATALE DIAGNOSTIEK

Abortus kan ook aan de orde komen als prenatale diagnostiek aangeeft dat het ongeboren kind een (ernstige) aandoening of afwijking heeft. Ouders kunnen dan besluiten tot afbreken van de tot dan toe gewenste zwangerschap. Een zeer ingrijpende keuze waarmee veel ouders in spe terecht grote moeite hebben.

De technische mogelijkheden van prenatale diagnostiek zijn voortdurend in ontwikkeling. Centraal staat de 20-weken echo (SEO) die aan alle zwangere vrouwen wordt aangeboden. Dat kan heel nuttig en terecht zijn als zich t.a.v. de zwangerschap en de ontwikkeling van de vrucht vragen voordoen. Maar bij een normaal verlopende zwangerschap is het de vraag of men er verstandig aan doet een dergelijke echo te laten maken. Als afwijkingen of problemen geconstateerd worden, bijvoorbeeld een open ruggetje, komen de ouders onmiddellijk voor lastige vragen te staan. Wil men vervolgonderzoek laten doen, bijv. verder echoscopisch onderzoek of eventueel een vruchtwaterpunctie?

Soms wordt al eerder dan de 20-weken echo onderzocht of de vrucht het Downsyndroom heeft (bloedonderzoek en echoscopisch onderzoek). Dergelijk onderzoek beoogt primair de aanstaande ouders te informeren. Maar vaak leidt een ongunstige uitslag tot de vraag: willen we dit kind geboren laten worden? Men komt gemakkelijk van het één in het ander en in een toestand van verwarring over wat nu wel en niet gewenst of ethisch verantwoord is.

Bij verhoogde kans op erfelijk bepaalde aandoeningen bestaat de mogelijkheid om een vlokkentest of vruchtwaterpunctie te laten uitvoeren. Daarmee kan een genetische diagnose worden gesteld. Bij genetische bepaalde aandoeningen kan ook preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) uitgevoerd worden. Dat is onderzoek van embryo’s die via in vitro fertilisatie (IVF, reageerbuisbevruchting) tot stand gebracht zijn, voordat die in de baarmoeder ingebracht worden met het oog op een zwangerschap. Als een embryo dan een ‘verkeerd’ gen heeft, wordt dat embryo ‘weggegooid’. Het voordeel voor de vrouw is dat een abortus niet nodig is om de geboorte van een kind met een bepaalde aandoening te voorkomen. Het nadeel is dat de zwangerschap via een op zich belastende IVF tot stand moet komen. Ethisch gezien blijft het principiële probleem van het doden van een embryo of vrucht omdat die een genetische bepaalde aandoening draagt, in al de gevallen bestaan.

EUTHANASIE

Euthanasie, in Nederland gelegaliseerd in 2001, is het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een arts die dat volgens de wet onder voorwaarden strafvrij kan doen. De belangrijkste voorwaarden zijn dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt en uitdrukkelijk om levensbeëindiging vraagt. Euthanasie is evenwel geen normaal medisch handelen en er bestaat geen recht op euthanasie. Het staken van een behandeling omdat die meer nadeel dan voordeel oplevert voor de patiënt of omdat de patiënt niet (meer) wil, is geen vorm van euthanasie. Euthanasie strookt niet met het Bijbels gebod: ‘Gij zult niet doodslaan’; niet met de taak van de arts tot respect voor (het leven van) de patiënt, noch met de niet te delegeren taak van de overheid tot bescherming van het leven van iedere burger. Respect voor de patiënt houdt overigens ook in dat men tijdig stopt met op herstel gerichte behandeling. Het uiterste waartoe een arts bij het naderende levenseinde - met een levensverwachting van omstreeks 10 dagen - kan overgaan, is palliatieve sedatie. Dit is de patiënt in een diepe slaap brengen totdat deze overlijdt, zodat geen lijden meer wordt ervaren. Gelukkig is de palliatieve zorg (waaronder hospicezorg) de laatste jaren sterk verbeterd zodat allerlei vormen van lijden veelal goed behandelbaar zijn.

LEVEN ‘MAKEN’

Bij ‘leven maken’ komen vooral kunstmatige voortplantingstechnieken in beeld. We kunnen dan denken aan kunstmatige inseminatie donor (KID) en aan in vitro fertilisatie (IVF, reageerbuisbevruchting) en daarmee samenhangende behandelingen. Bij KID wordt sperma gebruikt van een donor, meestal omdat de echtgenoot/partner van de vrouw die geïnsemineerd wordt, onvruchtbaar is of drager is van een genafwijking die tot een ernstige aandoening kan leiden. De christelijke ethiek op dit punt kan samengevat worden in de volgende regels (waarover binnen de christenheid overigens heel wat discussie bestaat):

Het menselijke embryo is volledig (niet absoluut, dat is een fictie) beschermwaardig.

Het huwelijk is een seksuele liefdesgemeenschap tussen een man en een vrouw voor het leven; het al dan niet krijgen van kinderen is verbonden met dit unieke verbond.

Kinderen krijgen is van grote waarde; medische interventies bij onvruchtbaarheid zijn binnen bepaalde kaders te verwelkomen.

Dit verbond sluit derden, in de vorm van spermadonatie of eiceldonatie of draagmoederschap uit.

Op basis van deze regels is voor KID geen plaats. IVF ligt ingewikkelder. De gangbare praktijk gaat nog steeds gepaard met een behoorlijk verlies van embryo’s; is dat verantwoord? Ook in de natuurlijke gang van zaken is sprake van een zeker embryoverlies. Maar bij IVF worden bewust embryo’s tot stand gebracht waarvan men weet dat een aanzienlijk deel teloor zal gaan. Verder is de IVF de basistechniek van embryoselectie (PGD, zie boven) en van eiceldonatie en bepaalde vormen van draagmoederschap. Maar moet dat ethisch verkeerde gebruik het goede gebruik uitsluiten? Bij sommige klinieken is het mogelijk om niet meer eicellen te bevruchten dan in een behandelronde ingebracht kunnen worden. In Groningen is het zelfs mogelijk om slechts een eicel te ‘oogsten’ bij een natuurlijke cyclus dat zodat geen hormoonstimulatie nodig is.1 Men blijft zo dicht mogelijk bij de natuurlijke situatie.

Over de toelaatbaarheid van IVF onder voorwaarden dat alleen geslachtscellen gebruikt worden van de echtgenoten en dat geen embryo’s worden ingevroren of weggegooid, verschillen de meningen ook onder orthodoxe christenen.

1 http://www.umcg.nl/NL/UMCG/Afdelingen/verloskunde_gynaecologie/voortplantingsgeneeskunde/allezob/IVFEnICSIInDeGemodificeerdeNatuurlijkeCyclus/Pages/default.aspx

Gezien het feit dat klinieken voor onvruchtbaarheidsbehandeling vaak tamelijk snel IVF aanbieden, is mijn advies aan verminderd vruchtbare stellen om zich zowel in medisch als in ethisch opzicht goed te oriënteren voordat men tot IVF overgaat en vooral na te gaan of er niet minder ingrijpende alternatieve mogelijk zijn (soms biedt bv. intra-uteriene inseminatie met sperma van de echtgenoot een oplossing).

TENSLOTTE

Naast goede informatie en bezinning op Gods Woord hebben we de leiding van de Heilige Geest nodig. Om die te zoeken en te vinden hebben we binnen de gemeente ook elkaar en in het bijzonder pastorale zorg nodig.

Prof. dr. H. Jochemsen (1952), lid van de kerk te Bennekom, was vanaf de oprichting tot 2009 directeur van het Lindeboom-instituut te Ede

Enige literatuur

Th. A. Boer (red.), Bezinning op het levensbegin. Verzamelde opstellen van Henk Jochemsen, Lindeboomreeks deel 17, Uitg. Buijten en Schipperheijn, Amsterdam 2009

Theo A. Boer, Dick Mul, Goede Zorg. Christelijke geïnspireerde ethiek van geval tot geval, Lindeboomreeks deel 18, Uitg. Buijten en Schipperheijn, Amsterdam 2012

J. Douma, Medische ethiek, Uitg. Kok, Kampen 1997

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Ethische kwesties bij medische ontwikkelingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's