Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VI Andere uitspraken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VI Andere uitspraken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De synode deed uitspraak naar aanleiding van brieven die zij kreeg, en in een zaak waarvan de bespreking door een deputaatschap was voorbereid.

1. Dans en drama

De generale synode heeft kennisgenomen van
1. het rapport van deputaten eredienst;
2. het desbetreffende rapport van haar commissie van onderzoek en rapport;
3. de bespreking ter synode;
constateert
1. dat er in het Oude Testament weliswaar voorbeelden zijn van dans, waarbij overigens de liturgische context niet altijd duidelijk aanwijsbaar is, terwijl er geen voorbeelden zijn van drama in een liturgische context;
2. dat er geen voorbeelden zijn van dans en drama die terugkeren in de nieuwtestamentische liturgische context;
3. dat na Pinksteren de nadruk ligt op de prediking van het Woord en de ondersteuning van de boodschap met zichtbare elementen terugtreedt;
4. dat vanwege deze voortgang in de heilsgeschiedenis het niet mogelijk is om uit Bijbelse voorbeelden, zoals de wonderen en profetische handelingen, directe conclusies te trekken zijn die de invoering van dans en drama in de eredienst zouden rechtvaardigen;
5. dat voor de gereformeerde eredienst het uitgangspunt principieel is dat ‘de levende verkondiging van Gods Woord’ (Heidelbergse Catechismus, z. 35) door God gegeven en geboden is om het heil bekend te maken en te bemiddelen (Rom. 10: 17; 1 Kor. 1: 18-21);
6. dat de Bijbel geen aanwijzingen of aanmoedigingen geeft om eigentijdse en wereldse communicatiemiddelen als uitgangspunt te nemen voor de overdracht van Gods Woord, terwijl het tegendeel wel het geval is (1 Kor. 2);
7. dat deputaten terecht stellen dat er vanuit de gereformeerde traditie geen aanleiding is voor het gebruik van dans en drama in de eredienst;
8. dat bij dans en drama de gemeente toeschouwer wordt, hetgeen in strijd is met het karakter van de gereformeerde eredienst;
9. dat er voldoende materiaal is aangedragen door deputaten om te kunnen komen tot een conclusie;
is van oordeel
1. dat er onvoldoende Bijbelse grond is te vinden om dans en drama een plaats te geven in de gereformeerde eredienst;
2. dat in het licht van de Bijbelse gegevens, de voortgang van de heilsgeschiedenis, en de invulling van dans en drama als uitingen van de huidige cultuur, het gebruik van dans en drama niet past bij het karakter van de gereformeerde eredienst;
en besluit
het gebruik van dans en drama in de eredienst af te wijzen.

2. Jaarlijks gesprek ambtelijk werk

De generale synode heeft kennisgenomen van
1. het revisieverzoek van de kerkenraad van Kornhorn d.d. 21 maart 2014;
2. het desbetreffende rapport van haar commissie van onderzoek en rapport;
heeft gehoord
de bespreking op de vergadering;
constateert
1. dat de kerkenraad van Kornhorn geen revisie aanvraagt van een kerkelijk besluit als zodanig;
2. dat de kerkenraad van Kornhorn de handreiking voor het ‘jaarlijks gesprek ambtelijk werk’ graag verbeterd zou zien;
3. dat de kerkenraad van Kornhorn moeite heeft met de bijlage ‘Het kader waarbinnen bovengenoemde gespreksnotitie een plaats dient te hebben’, en die graag op punten verbeterd zou zien;
overweegt
1. de zaken die bij ad a tot en met d in haar rapport genoemd worden;
2. dat het goed zou zijn dat de vertrouwenscommissie predikanten kennis neemt van deze zaken en de opdracht krijgt deze te wegen en eventueel te komen met voorstellen tot verbetering en de generale synode van 2019 te rapporteren over haar bevindingen;
is van oordeel
1. dat het revisieverzoek niet beantwoordt aan de eisen die de appelprocedure (bijlage 27A K.O.) aan een revisieverzoek stelt;
2. dat de door de kerkenraad gemaakte opmerkingen betreffende de handreiking voor het ‘jaarlijks gesprek ambtelijk werk’ en de daarbij behorende bijlage ‘Het kader waarbinnen bovengenoemde gespreksnotitie een plaats dient te hebben’ overweging verdienen die mogelijk kan leiden tot verbeteringen;
en besluit
1. het revisieverzoek niet-ontvankelijk te verklaren;
2. de vertrouwenscommissie predikanten op te dragen kennis te nemen van dit revisieverzoek en de overwegingen van commissie 7 (ad a tot en met d) te wegen en eventueel te komen met voorstellen tot verbetering, en de generale synode van 2019 te rapporteren over haar bevindingen;
3. hiervan mededeling te doen aan de kerkenraad van Kornhorn.

3. Commissie geschiloplossing - reactietermijn

De generale synode heeft kennisgenomen van
1. het verzoek tot aanpassing van het reglement voor de commissie geschiloplossing, ingediend door de particuliere synode van het Zuiden d.d. 28 mei 2015;
2. het desbetreffende rapport van haar commissie van onderzoek en rapport;
heeft gehoord
de bespreking op de vergadering;
constateert
1. dat uit de praktijk gebleken is dat een reactietermijn van twee weken te kort is;
2. dat het verzoek de reactietermijn te wijzigen in vier weken veel draagvlak heeft, gezien de peiling die gedaan is bij andere particulier-synodale geschillencommissies;
en besluit
1. art. 4 lid 4 van het reglement voor de commissie geschiloplossing in bijlage 27 K.O. aan te passen door ‘twee weken’ te wijzigen in ‘vier weken’;
2. hiervan mededeling te doen aan alle particuliere synoden.

4. Commissie geschiloplossing – gemeenteleden

De generale synode heeft kennisgenomen van
1. de brief van de particuliere synode van het Oosten met verzoeken tot wijziging van het reglement van de commissie geschiloplossing d.d. 20 april 2016;
2. het desbetreffende rapport van haar commissie van onderzoek en rapport;
heeft gehoord
de bespreking op de vergadering;
overweegt
betreffende voorstel 1 dat
1. de toevoeging ‘geschillen tussen gemeenteleden onderling’ aan de definitie van ‘geschil’ in artikel 1 van het reglement van de commissie geschiloplossing een uitbreiding van haar opdracht is, die niet past bij het doel waartoe deze commissie in het leven geroepen is;
2. de kerkenraad aangewezen is hier geestelijk leiding te geven;
3. de kerkenraad niet snel zal (moeten) oordelen dat zijn mogelijkheden uitgeput zijn, zolang hij geen partij geworden is in het geschil;
4. de kerkenraad te allen tijde advies en hulp kan vragen bij consulent, kerkvisitator en classis; betreffende voorstel 2, dat dit reeds besloten is op de generale synode van 2013;
is van oordeel
dat de voorstellen van de particuliere synode van het Oosten betreffende de wijziging van het reglement voor de commissie geschiloplossing niet overgenomen dienen te worden;
en besluit
1. de voorstellen van de particuliere synode van het Oosten betreffende de wijziging van het reglement voor de commissie geschiloplossing niet over te nemen;
2. daarvan mededeling te doen aan de particuliere synode van het Oosten.

5. Mentoraat beginnende predikanten

De generale synode heeft kennisgenomen van
1. de brief van de particuliere synode van het Oosten d.d. 28 september 2015 inzake mentoraat beginnende predikanten;
2. het desbetreffende rapport van haar commissie van onderzoek en rapport;
heeft gehoord
de bespreking op de vergadering;
constateert
1. dat de particuliere synode vraagt of het wenselijk is de kosten van het mentoraat bij de generale synode te laten vallen en niet bij de particuliere synode;
2. dat de particuliere synode van mening is dat de kerkenraad meer inhoudelijk bij het mentoraat moet worden en zich afvraagt of de kerkenraad niet mede de mentoraatovereenkomst moet ondertekenen;
overweegt
1. dat het mentoraat georganiseerd is per particuliere synode, zodat het logisch is ook de kosten daar te leggen;
2. dat, als de kosten bij de generale synode terechtkomen, dit zal leiden tot een navenant hogere bijdrage van de particuliere synode aan de generale synode;
3. dat de inhoudelijke betrokkenheid van de kerkenraad bij het mentoraat beperkt moet blijven tot wat de mentorant zelf aan zijn kerkenraad meedeelt;
is van oordeel
dat er geen duidelijke noodzaak bestaat om de vigerende regeling aan te passen;
en besluit
de particuliere synode van het Oosten overeenkomstig het bovenstaande te antwoorden.

6. Predikanten met psychiatrische problematiek

De generale synode heeft kennisgenomen van
1. de brief van de particuliere synode van het Zuiden d.d. 12 april 2016 inzake omgang met predikanten met psychiatrische problematiek;
2. het desbetreffende rapport van haar commissie van onderzoek en rapport;
heeft gehoord
de bespreking op de vergadering;
constateert
1. dat de classis Dordrecht een instructie bij de particuliere synode heeft ingediend inzake ‘het omgaan met predikanten met een psychiatrische problematiek’;
2. dat de particuliere synode geen vrijmoedigheid had om deze instructie door te sturen naar de generale synode, maar wel overtuigd was van het belang en de urgentie van de onderhavige problematiek;
3. dat er sprake is van het doorsturen van de inhoud van de instructie van de classis Dordrecht in de vorm van een brief aan de generale synode;
4. dat het maatschappelijke leven ter voorkoming van groter onheil op dit gebied wet- en regelgeving kent die het kerkelijke leven ontbeert;
5. dat de verschillende voorzieningen van het kerkelijke leven in geval van disfunctioneren van een predikant niet direct passend zijn voor dergelijke omstandigheden; 6. dat er onvoldoende inzicht is in de implicaties voor de zakelijke kant van de beroepsbrief;
overweegt
dat het goed zou zijn om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een kerkelijke regeling in het kader van art. 11 en 13 K.O., naar analogie van regelingen die in het maatschappelijk leven functioneren;
en besluit
1. deputaten kerkorde en kerkrecht de opdracht te geven in verband met het omgaan met predikanten met een psychiatrische problematiek de noodzaak en de mogelijkheden te onderzoeken voor een kerkelijke regeling in het kader van art. 11 en 13 K.O., naar analogie van regelingen die in het maatschappelijk leven functioneren, en bij gebleken noodzaak en mogelijkheden een voorstel voor een dergelijke regeling aan de generale synode van 2019 aan te bieden;
2. van dit besluit kennis te geven aan de particuliere synode van het Zuiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2017

Ambtelijk Contact | 76 Pagina's

VI Andere uitspraken

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2017

Ambtelijk Contact | 76 Pagina's