Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

God rechtvaardigen, ons zelf veroordeclen. en als een arme smeekingen spreken, dat . geschiedt wanneer Christus Zijn septer zwaait in ons hart. Ja. elk der Vorsten zt, l zich buigen. En vallen voor Hem neer. God moet er ons brengen. Zalig wie er liggen mag. Dan zou hij wel wenschen om er altijd te mogen blijven. Wat onmogelijk i-, bij de menschen. is mogelijk bij God. Nooit is op de wereld het woord capituleeren meer gehoord, dan in de laatste jaren. Hitler zou het nooit doen. toch heeft Duitschland het gedaan. Japan had er ook nooit over gedacht, toch is het op Gods tijd geschied. Doch uitwendig capituleeren. is nog niet inwendig, zich overgeven. De Japanneezen hebben geweend, toen zij de boodschap van hun Keizer hebben vernomen. O, 't is alles noodgedwongen. Ons bestaan capituleert nooit. God bracht ons vanwege Onze Zonde aan den rand van dten afgrond. Wat een leed. welk een ellende. welTc een verwoesting kwam er, op allerlei gebied. Helaas voor God is er niet gecapituleerd. Davids taal in dezen psalm wordt weinig vernomen. God gaf nog verademing om Zijn Zelfs wil. Wij kunitèn wel zeggen: Dit is van den Heere geschied, en het is wonderlijk in onze oogen. Dat wij met land en volk voor God in het stof mochten buigen. Zijn gerechtigheid erkennen en Zija goedertierenheid prijzen.

Wij zouden verre blijven van het feesten dat thans" aan de orde van den dag is Onze üogi.'n zouden tot God druipen: Keer wedei tot ons.

Oorlog is vreeselijk, wij weten er nu iets van. Hongersnood is ontzettend, wat heeft het grootste deel van ons volk, er veel onder geleden.

Pestilentie is verschrikkelijk, ons hart kan er van b£*> en. Doch de verlating Gods is het ergste van alles. Wee, wanneer Hij van hen Zal geweken zijn. Een zwijgende God: zwijgende oordeelen; zwijgende zegeningen. En dien tijd beleven wij. Met 't eindigen van den oorlog is het niet anders geworden. VVat een verharding: wat een uitleven van den menSch der zonde. Wat een verdeeldheid, wat een gekrakeel; wat een optrekken zonder C^iod. O. dat wij toch eens stil gezet werden; dat wij ons hart op onze wcgcQ mogen zetten. Laat ons wederkeeren tot don Heere. Jong en oud, klein en groot, rijk

Afscheid Dr. Steenblok

Zondag 2 Sept. j.l. heeft Dr. C. Steenblok afscheid genomen van zijn gemeente Poortvliet.
Sprekend over Deutr. 30 vs. 19: „Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen dend hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld; den zegen en den vloek. Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad.
De leeraar handelde over Mozes' afscheidswoord en wees
I op de betuigen/
II op de leering;
III op de opwekking, die Mozes in dit afscheidswoord geeft.
Te Poortvliet heeft Dr. Steenblok zich in 1943 met bijna geheel de Ger. Kerk ter plaatse die hij als emeritus predikant diende, tot de Ger. Gemeenten gevoegd. Thans heeft hij het beroep naar Rotterdam als tweede predikant aan de Boezemsingel aangenomen, waar Dr. Steenblok Donderdagavond 6 Sept. zijn intrede deed.

Dr. Steenblok deed Donderdag avond zijn intrede, sprekend over Deutr. 33 : 10: ,,Zij zullen Jacob Uw rechten leeren en Israël Uw wet; enz.
Dr. Steenblok handelde over: ,,Het ambtswerk van den D. d. W. door Mozes in den tegenover Levi aangewezen'' en wees op:
I den aard,
II den omvang.
III het doel van dit ambtswerk.
Ook voor dezen dienst bestond groote belangstelliiig en Dr. Steenblok werd namens den kerkeraad, de classe en de studenten toegesproken en hartelijk verwelkomd.

INENTING TEGEN TYPHUS

O'p hun verzoek tot vrijstelling van gewetensbezwaren tegen inenting is aan Deputaten der Ger. Gex eenten bij de Hoogi OvePheid bericht, dat devecplichting tot inenting, voorgeschreven bij de Verordening Reinigin^g en Inenting van den Chef van den Staf Militair Gezag ui'gegeven 28 Sept. 1944, ingevolge art. 1 vijfde lid dier verordening, niet geldt ten aanzien van personen die op grond van Godsdienstige motieven, overwegen.de bezwaren tegen inenMnig hebben.

en arm, aanzienlijke-^ en geringen, dat onze blinde oogen werden geopend door Gods Geest Dat het nog eens beleefd werde, wat het is God kwijt te zijn; en wat zal het wezen (ïod eeuwig te missen. Zijn toorn eeuwig te 'moeten dragen. O. ik bid u: Kust toch den Zoon, opdat Hij op u niet toorne, en gij op den weg vergaat. Dat wij wederkeeren mochten met smeeking en geween getrokken door de liefdehonden des Vaders.

God, doe ons breken met de zonde, en wandelen in Zijne wegen. Volk des Heeren. dat het in uw hart waar werd wat David ootmoedig voor God getuigde. God ontdekte ons aan alle leugen en bedrog in ons hart. Hij make ons oprecht en doe ons hidden met de Emmaüsgangers: Heere Wijf bij ons, het is bij den avond en de dag is gedaald. De morgenstond is gekomen, en .nog is het nacht. God mocht nog onbekeerden bekeeren, en bekeerden onbekeerd maken. Christus mocht een gestalte krijgen in onze harten. Door Hem mochten wij tot God gebracht worden, en Hij mocht Zich in genot tot ons wenden, met Zijn Vaderlijke liefde en toegenegenheid in Christus, opdat wij Gode tot heerlijkheid mochten wandelen, temidden van een krom en verdraaid geslacht.

Os. L.

NOOD-RADEN

IDe vraag, of de S.G.P. zal medewerken aan de vormmg van nood-gemeenteraden zou üc geneigd zijn bevestigend te beantwoorden. De A.R.P. adviseert onthouding; van verschillende zijden •vernam ik, dat de C.H. Unie tot medewerking bereid is. De Begeering wenscht deze nood-Raden. Men kan het er mede eens zijn of riet, maar zou om zoo min mogelijk beroering te wekken het niet gewenscht zijn in dezen te volgen? De verkiezingen zijn bovendien in uitzicht gesteld. Daarbij komt nog, dat indien de Chr. partijen zich onthouden, zij de gemeenten in het land gedurende den tijd, dat deze Nood-Raden besturen zullen, geheel overgeven aan hen, wier beginselen zij bestrijden moeten. Zou het niet goed zijn de plaats in te nemen, die wordt geboden en zijn invloed op het bestuur te oefenen, zooveel mogelijk is? Waie dit te beproeven niet beter dan na onthouding te komen met critiek?

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1945

De Banier | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1945

De Banier | 4 Pagina's