S.G.P.-ERS HET VAANDEL GETROUW
Uiterst bange dagen hebben onze voorvaderen beleefd. Doch toen de vlammen der brandstapels tegen hen opgingen en het zwaard der vervolgingen tegen hen ontbloot werd, ontstak de Heer een heilig vuur der liefde in hunne harten en gaf Hij hun dit tweesnijdend scherp zwaard van Zijn Woord in hun handen, waarmede zij al hunne vijanden, hoe machtig en groot zij ook mochten zijn, verslagen hebben.
De historie meldt, dat Franciscus Junius eenmaal het Woord Gods in Antwerpen predikte in een huis, welks ramen bestraald en verlicht werden door den hellen gloed van het vuur, waardoor de martelaren aldaar op het marktplein verbrand werden.
Het waren dagen van groote benauwenis, maar ook van wondere uitreddingen, van zware beproevingen , maar tevens van blijde uitkomst, van vreeselijke vervolgingen, doch niet minder van heerlijke overwinningen, van harde onderdrukking en vooral van ongeveinsd geloof en oprechte liefde tot God en Zijn dienst.
Het was de tijd waarin de Heere krachtig betoonde wonderbaar en machtig te zijn in zijne heiligen en Hij zoovele eenvoudigen en geringen naar de Wereld Gode tot koningen en priesters gemaakt heeft.
Het was de tijd, dat door een heilige aandrift bezield, dit zoo eenvoudige en wonder schoone gedicht vervaardigd werd: „Noch de scherpte van het swaert, Maeckte doen U Kerk vervaert, Noch de hitte van de vlam, Haer den ijver doe benam. Graven hoog en Edel bloet. Vielen voor Due d'Alvaes voet; Daar noch in dit ongeval, Brack den dag door overal, Heere God, in machte sterk, Och hoe wonder is U werk! Uwe wegen zijn gewis. Waters daar geen grond en is."
Ja, gewis, Gods wegen zijn als waters, waar geen grond in is. Dat is keer op keer in het verholen bewaarheid en dat wordt nog in het heden dag aan dag bevestigd.
Hoe is dat ook, in het bijzonder gebleken in den tachtigjarigen oorlog, ten tijde dat Haarlem en Zierikzee in de handen der Spanjaarden gevallen waren en de zaak der waarheid zulk een ongunstigen keer genomen had, dat nergens meer uitkomst scheen. De Spanjaarden riepen luide victorie, zeggende, dat zij den geus hun voet op diens nek gezet hadden. Van de naburen beklaagde toen de een onze voorouders, belachte de tweede h«n en vond de derde hun ondergang als vanzelf sprekend, dewijl zij naar'zijn oordeel ook te driest en te overmoedig waren oogetreden door den strijd aan te binden tegen izulk een machtigen Potentaat als de Koning van Spanje was. En toen, ja, juist toen de Heere het allerverste weg scheen, was Hij het allerdichtst nabij.
Het was in die dagen, dat alles verloren leek, zoo zelfs, dat Prins Willem van Oranje den raad gaf om het land onder water te zetten en met vrouw en kinderen het land verliet om zich elders te vestigen, dat de Heere wonderlijk waar maak te, dat Hij de nachtschaduw in den morgenstond oogenblikkelijk kan veranderen en dat Hij zal eeren, die hem eeren.
Welk eene leering ligt er in bovenstaande regels voor ons! Wel een onoverwinnelijke sterkte komt daaruit naar voren! Welk een heerlijk voorbeeld hebben onze voorvaderen ons nagelaten! Indien de S.G.P. in hunne voetstappen treedt, dan heeft zij nimmer te desespereeren, nooit te wanhopen. De goede uitslag is alsdan bij voorbaat verzekerd.
Hoe zeer is de S.G.P. ook daartoe verplicht! Zij deelt toch met de voorouders dezelfde beginselen. Zij heeft toch met hen gemeen, hetgeen geen andere der staatkundige partijen met hen gemeen heeft, namelijk dit, dat zij gegrond is op en opkomt voor het ou4e onveranderde artikel 36 der Nederlandsche geloofsbelijdenis en dat zij met hen beoogt, dat het land naar den eisch van Gods Woord en Wet bestuurd zal worden, opdat God van een iegelijk geëerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt."
Dat de S.G.P.-ers zich als een eenig man rondom dat vaandel mogen scharen om het in vooren tegenspoed getrouw te volgen. Dat zij bij eenigen tegenslag niet diréctelijk daaronder vandaan mogen loopen, maar mogen bedenken, dat een deserteur den kogel verdient.
Een ieder, die met haar de overtuiging in zich omdraagt, dat Gods Woord de algeheele heerschappij in 's lands bestuur behoort uit te oefenen, blijve toch niet van verre staan. Hij late zich niet door valsche schaamte of gemakzucht weerhouden om met de S.G.P. op te trekken. Had men in de dagen van onze landsgeboorte eene lauwe houding aangenomen, nimmer was ons land van onder Spanje's dwingelandij en Rome's inquisitie bevrijd geworden. Het was er gelukkig heel anders mede gesteld en wél zóó, dat noch de scherpte van het zwaard noch de hitte van de vlam den ijver benam. Zulk eene gedragswijze moge een ieder voor oogen staan.
Alle gemakzucht en flauwhartigheid dienen afgelegd te worden, dewijl er zulk een hoog en heilig belang in het geding is. Heeft God zelf niet geboden, dat overheid en onderdaan in zijne inzettingen moeten wandelen? Heeft God zelf niet beloofd, dat het dien persoon of dat land wel zullen gaan, die Zijn Woord bewaren?
Dat men er dan ijver voor moge betoonen, tijd aan moge besteden, arbeid voor over moge hebben, offervaardigheid voor aan den dag moge leggen, opdat — gelijk dat zoo heerlijk in artikel 36 van de Nederlandsche geloofsbelijdenis is uitgedrukt; — „God van een iegelijk geëerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt". Helaas, dat zulks bij lange na niet altijd het geval is en meermalen het eene zoowel als het andere ontbreekt. Dat behoort toch allerminst zoo te zijn, daar het beginsel van te l^ooge waarde is. Ook behoort het evenmin zoo te zijn, dat men zich blind blijft staren op gebreken en fouten, die elk menschelijk werk noodwendig altijd zullen aankleven. Niet dat wij eenige fout of gebrek zouden willen verschoonen, maar toch zou men er wel aan doen, indien men den raad opvolgde, welken de kerkvader Augustinus eens gaf, toen hij aanried wat minder op de gebrelten en wat meer op het beginsel te zien.
Het is juist het beginsel der S.G.P., dat het meer dan waard is, dat daar alle aandacht op gevestigd blijft staan. Dan verslapt men ook niet zoo licht in den strijd. Dan bewaart men den goeden geest onder de partijgenooten: hetgeen niet het geval kan zijn wanneer - en zich van den morgen tot den avond druk maakt over gebreken van-dit of dat, of van dezen of genen partiigenoot. Met het beginsel voor oogen en bovenal indien men met de vreeze des Heeren bezield mag zijn, zal de S.G.P. groeien en bloeien.
groeien en bloeien. Hierbij zouden wij allerminst begeeren, dat de S.G.P. een door en door verpolitiekte partij zou worden, dat men welhaast voor niets anders oor en oog had dan voor politiek en politielce vraagstukken. Neen, neen, wat het zwaarste is, dient het zwaarste te blijven wegen. De ziel gered. is alles gered. Daarom houde men en blijve men elkander in de kringen der S.G.P. voor oogen houden, hetgeen Christus tot Nicodemus sprak: „Voorwaar, voorwaar zeg ik u, tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien". Doch dit doet geenszins te kort aan het feit, dat God evenzeer in Zijn getuigenis gebiedt, dat Zijn Woord voor het bestuur des lands de eenige geldende wet zal zijn en dat onze vaderen met ongemeenen ijver en met inspanning van alle krachten er voor geijverd hebben, dat zulks in hun landsbestuur alzoo ingericht zou worden.
JVIaar, oppert ge als een veelvuldig geuit bezwaar: „politiek is vuil." Gewis, velerlei politiek is vuil, doch niet alle. Dezulke, die naar Gods Woord is ingericht en zich dienovereenkomstig gedraagt, is dit ongetwijfeld niet. Die der vaderen was het allerminst. God zelf trok er met hen in ap, zoo zeer zelfs, dat zij mochten ervaren, dat ook al liep hun pad door de zee, hen geen golven hebben overstroomd. Uit hun strijd werd als een wonder van Gods alvermogen de Republiek der zeven geünieerde Provinciën geboren.
Meer nog. Aan hen, die huis en akker hadden moeten verlaten, meermalen in den vreemde als ballingen' hadden moeten ronddolen, op de zeeën hadden moeten zwalken en zelfs hun leven om Christus willen hadden moeten laten, werd Christus' woord en belofte heerlijk vervuld, dat daar zegt en belooft: „En zoo - wie zal verlaten hebben huizen of broeders of zusters, of vader of moeder, of vrouw of kinderen, of akkers, om mijns naams wil, die zal honderdvoud ontvangen en het eeuwige leven beërven."
Hoe zeer is het vaandel, waaronder de vaderen optrokken, het waard, dat de S.G.P.'ers het volgen en het ia voor-en tegen volstandig getrouw blij spoed ven.
Dat zij er toe verwaardigd mogen worden om dat te doen, dan toch zal Luther's gezegde: „Zoo ik voor Gods zaak mag staan, zoo zal God mij instaan, " gewis ook aan hen bevestigd worden.
Dan is, wat schade schijnt, in werkelijkheid voordeel, dan kunnen smaad en hoon, leugen en laster gemakkelijk gedragen worden, en daarbij is het wèl te leven en wèl te sterven.
Laat dat door de scherpte van het zwaard en door de hitte van de vlam zoo wèl beproefde beginsel der vaderen, hetwelk, dat der S.G.P. is, al hare daden en verrichtingen kenmerken.
Laat Gods Woord én Wet, gelijk als in dagen van ouds, het richtsnoer zijn en blijven voor de S.G.P.
Wat "is het land? Wat de zoo luide aangeprezen eenheid? Wat éene groote partij? Wat alle kracht en inspanning der menschen? Wat alle aardsche heerlijkheid? Wat alle aardsche ding — zonder Gods Woord?
Luther schreef in zijn zoo krachtige taal eenmaal terecht: „Welk een gansch groot èoed en dierbare schat Gods Woord is, kan geen hart begrijpen, geen mensch met zijne gedachten vatten. Dit Woord is het eenige en allerhelderste licht in de zeer dikke en diepe duisternis dezer wereld. Het is het Woord des levens, der vertroosting, en van alle heil en zaligheid. Daar dit niet is, daar is meer dan een helsche en verschrikkelijke duisternis en donkerheid, daar zijn dwalingen, secten; daar is de dood, ellende en wreede tirannie des duivels".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1945
De Banier | 4 Pagina's