Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„EN ZIJ BAARDE HAAR EERSTGEBOREN ZOON"

Lucas 2:6 en 7

Het heerlijk Kerstfeest is nabij en Gods gemeente mag weer zingen: „Hij heeft gedacht aan Zijn genade. Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt.".

Want al zijn de-tijden donker, in geestelijk opzicht, Gods werk gaat door, en al wat Hij voorheeft te doen, naar 't welbehagen tot Zijn volk, kan niet worden afgesneden. Zijn beloften feilen niet. Wat uit zijn lippen ging, blijft vast en onverbroken. Daarvan gewaagt ook onze text.

Wij vinden daarin: Ie. Gods raad vervuld: „En 'i geschiedde als ze daar waren." Dat wordt gezegd van Jozef en Maria bij hun komst in Bethlehem. Zij waren eenvoudige menschen, uit een vergeten stadje, waarvan men zeide: „kan uit Nazareth iets goeds komen? " Toch waren ze koningskinderen, want ze waren uit het huis en geslacht van David, waaruit, naar de belofte, de Messias geboren zou worden. Ook behoorden ze tot de stillen in den lande, het overblijfsel naar de verkiezing der genade, dat met Zacharias en Elizabeth, de herders en Simeon en Anna, de vertroosting Israels verwachtte. De Heere had ook in dat verachte' Nazareth Zijn gekenden, en, ofschoon van elk vergeten, wist Hij waar ze woonden en Hij had ze bezocht met Zijn heil. De beloften Gods waren op hun hart gebracht en Maria was zwanger bevonden uit den H. Geest. De Heere zou, aan haar bijzonder, genade en eere geven.

Maar welk een diep 3 weg was daartoe noodig. Het bevel des keizers was uitgegaan, dat de" heele wereld zou beschreven worden.

Maar achter de raad des keizers stond de raad des Heeren.

Want nu lezen we: „En Jozef toog ook op, van Nazareth in Galilea, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, om beschreven te worden, met Maria zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was."

Welk een beproeving, vooral voor Maria, waar de tijd van hs^gr verlossing naderde. Hoe zwaar zal de reis haar gevallen zijn Hoe zal 't gestormd hebben in haar hart, waar ze niet begrijpen kon, waartoe dit alles noodig was.

Maar juist in dezen diepen weg moest Gods .raad worden vervuld: „Het geschiedde als ze daar waren", in Bethlehem, de stad van David. Daar toch moest naar 't profetisch woord de Christus geboren worden.

Aanbiddelijke raad des Heeren. ZiJD wegen, ho diep en donker ook, hebben een uitkomst van enkel Beerlijkheid. „De altoos wijze raad des Heeren houdt eeuwig stand, heeft altijd kracht.."

Welk een troost voor al het bedrukte volk. „Hoe donker ooit Gods weg moog' wezeq, Hij ziet in gunst, op die Hem vreezen." Eenmaal zullen ze zien, hoe al Gods wonderlijke wegen alleen aar dienen moesten tot vervulling van Zijn raad, en tot heil an Zijn volk. En in al hun nooden zal dat volk niet omkomen, aar a! hun vreeze en murmureerpn zal worden beschaamd op ijn tijd.

Want wij vinden in onzen text 2e. Gods tijd vervuld: „En het geschiedde, als zij daar waren, dat hare dagen vervuld werden ..." Gods tijd kwam voor Maria. Vele dagen waren verloopen, sedert zij de belofte uit den mond van den Engel had vernomen, en bij Elizabeth haar lofzang gezongen had, vervuld van hemelsche blijdschap. Onvergetelijke dagen had ze doorgebracht in \ et gebergte van Juda. Maar daarna was haar wachttijd begonnen, zoo vol strijd en beproeving. Maar thans waren haar dagen vervuld.

Lang kan soms het wachten uren. De Heere komt op Zijn ijd, geen uur te vroeg of te laat n die tijd is altijd de beste. el valt het wachten vaak lang, n de uitgestelde hope krenkt an 't hart. Maar éénmaal komt och de begeerte als een boom es levens. Wie daarom wacht n uitziet, geeft het wachten niet pt Het kan ook niet. Waar Gods beloften éénmaal op het art gebracht zijn, door den H. eest, daar ''an de ziel het wach-«; n niet opgeven. Daar is 't, hoe enigmaal ook teleurgesteld:

„Ik blijf den Heer' verwachten; Mijn ziel wacht, ongestoord. Ik hoop, in al mijn klachten, Op Zijn onfeilbaar woord."

En daar is het wachten niet vergeefs.

„Is Israël in nood. Er zal verlossing komen, Zijn goedheid is zeer groot."

Wij vinden in onzen text 3e. Gods beloften vervuld: „En zij baarde haar eerstgeboren zoon". De engel toch had tot haar gesproken: „Zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren, en Zijn naam noemen: Jezus, want hij zal zijn volk zalig maken van hun zonden." En als ze vol verwondering vroeg: „Hoe zal dat zijn, dewijl ik geen man beken? " was 't antwoord: „Zie, de H. Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen en dat heilige, dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden." En vol ootmoed had zij het hoofd mogen buigen: „Zie, de dienstmaagd des Heeren. mij geschiede naar Uw woord!"

Maar hoe zwaar is haar geloof beproefd. Welke stormen zullen in haar hart gewoed hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1945

De Banier | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1945

De Banier | 4 Pagina's