Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN DONKERE AANBLIK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN DONKERE AANBLIK

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen de afgevaardigden van de S.G.P. voor den oorlog in de .Tweede Kamer de komst van de geduchte oordeelen Gods voorspelden, werden zij door velen in die Kamer als ook daarbuiten voor zwartgallige lieden aangezien. Niet zelden werden zij deswege over den hekel gehaald en uitgekreten voor pessimisten van 'de ergste soort, die nergens eenig lichtpunt konden ontwaren.

> Vroegt ge dan hen, Indien ge diegenen ontmoettet, die zulke min vriendelijke bedenkingen tegenover de afgevaardigden van de S.G.P. opperden, welk lichtpunt zij dan wel zagen, dan was gedurig het antwoord: — de iVolkenbond. Zulk een antwoord kondt ge niet alleen opvangen uit den mond van hen, die geenerlei prijs stelden op den naam Van christen, maar ook evenzeer uit dien van hen, die hoog opgaven van hun christelijkheid. SToor beiden was de Volkenbond als een lichtende ster aan den hemel.

Hoe bedrogen zijn zij daarmede uitgekomen! De voorspelde oordeelen Gods zijn over de wereld gekomen, zelfs in veel ergere mate dan menigeen ze nog verwacht had. Vijf jaren lang hebben zij in den vorm van oor­ log de aarde bezocht. En nu.... nu de oorlog ten einde is en de zoo vurig verbeide dag van den vrede is aangebroken, hoe is het thans onder ons gesteld.

Het mag een mensch wel bang om het hart worden, dat daarin de wondere goedheid Gods schier in bet geheel niet wordt opgemerkt. Het werk van den mensch, inzonderheid, dat van de militaire machten, wordt gemeenlijk alleen de eere van de bevrijding toegebracht. Dat alleen reeds is oor2aak genoeg om het ergste te vreezen, want de Heere is een God, die jaloers is op Zijn eere.

En dit is voorwaar niet het eenige, dat ons alle reden tot vrees voor de toekomst geeft. Er is nog al zoo veel meer, dat ons aanleiding biedt om de toekomst, ook van van ons eigen land, donker in te zien.

Letten wij op de groote gebieden, welke ten onzent door de Duitschers onder water zijn gezet, dan kan dat ons benauwen. Hoe is het van ouds zoo vruchtbare eiland Walcheren door het water geteisterd! Hoe worstelt men daar nog steeds met het water! Hoe zwaar is dat gebied, gelijk ons laatst nog eens weder medegedeeld werd in een brief, welken wij daaruit mochten ontvangen, toch wel bezocht! Hoe ook, om van andere streken nu maar niet eens te spreken, is de Wieringermeerpolder, door overstrooming in een jammerlijken toestand geraakt!

Vestigen wij onze aandacht bovendien no« eens op de vele verwoestingen, welke alom In den lande zijn aangericht, wat is er geen reden om met bezorgdheid vervuld te zijn. Alleen de wederopbouw van steden als Rotterdam, Den Haag, Arnhem, Nijmegen en Zutfen, om deze nu alleen maar eens "oij name te noemen, zal tonnen bij tonnen gouds vorderen. Daarenboven hoe vele streken en dorpen zijn ten plattelande door de aangerichte verwoestingen ontzettend zwaar getroffen! Voeg daar nog bij de talrijke personen, die geheel of gedeeltelijk hun vermogen door de vernielingen van den oorlog verloren hebben. En deze verwoestingen zijn niet alleen aangebracht in ons land, maar ook in Indië. "^ok daar zijn er zoo velen dakloos geworden. En laat ons in dezen vooral niet buiten beschouwing laten de ontzaggelijke waarden, welke door de Duitschers uit ons land zijn weggehaald en weggestolen. Wat al kostbare etenswaren en ook andere waren zijn in de vijf oorlogsjaren door hen naar

Dwitschland weggesleept! Verliezen wij ten slotte vooral niet uit het oog, dat de toekomst er daarom mede zoo donker uitziet, omdat de groote steden en het land, en ook menige kleinere stad en dorp onder een ontzaggelijke schuldenlast gebukt gaan. Hoe moeten al die schulden ten lange leste vereffend worden? ' t

Ach, toen de dag der bevrijding was aangebroken heeft men feest op feest gevierd, gedanst tot laat in den nacht, nog al veel meer dan men dat in de dagen der Fransche revolutie om den vrijheidsboom gedaan heeft en aan God niet gedacht, dat men Hem, gelijk dat zoo betaamlijk geweest ware, al de eere van onze verlossing gegeven had en Hem met een verbroken hart en een verslagen geest tegemoet getreden was.

Gewis, als wij daarop acht geven, hoe zullen wij de toekomst van ons land in blij vertrouwen en met eene gegronde hope tegemoet kunnen zien. En daar is nog al meer, dat ons ten aanzien van Neerlands toekomst velfcntrust, de zeden des volks zijn in allerlei opzicht zoo onrustbarend achteruit gegaan. Men liegt en bedriegt, zweert ijdelijk en vloekt driest-, weg, als nog nimmer in den loop aller eeuwen op onzen vaderlandschen bodem geschied is. De zwarte handel tiert er nog steeds. Corruptie is er aan de orde van den dag. Rechteloosheid en willekeur, haat en nijd woekeren er nog op een ontaarde wijze. Da zedeloosheid en de echtscheidingen komen er op eene ongehoorde manier voor. De ontheiliging van Gods dag neemt er weder hand over hand oe. Kortom, een stroom van zonde overdekt ons land. En dat, terwijl de Heere ons zoo beweldadigd heeft en Hij zoowel in oordeelen als in zegeningen ons zoo gewaarschuwd heeft.

En wat het ergste is, de oordeelen beginnen van het huis Gods: de rechtvaardigen worden onder ons weggeraapt voor den dag des kwaads en niemand merkt het op. Jakob is in den lande dun geworden. Sion gaat onder een wolk. De wijzen zijn met de dwazen in slaap gevallen. Hoe weinig worden als onder onze voorvaderen de nooden van land en volk aan den troon der genade opgedragen! Hoe weinig wordt er geijverd, gelijk eenmaal het geval was, dat de stem der waarheid in de verschillende regeeringscolleges gehoord zal worden!

Voorwaar, voorwaar, daar iS' van welken kant men 's lands toekomst ook beziet, alle reden om dezen donker in te zien. Hij biedt ons wel een heel donkeren aanblik.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1946

De Banier | 4 Pagina's

EEN DONKERE AANBLIK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1946

De Banier | 4 Pagina's