Ware geschiedenis van Willem Farel
25
Het bleek spoedig, dat de doctors 'van Parus in geen geval bereid waren te erkennen dat de Bijbel genoeg was. Integendeel, zegt hij, de boeken der vaderen, die dikwijls evenzeer tegen de Schrift indruischen als het vleesch tegen den geest, worden door hen geprefereerd baven het Woord Gods. In plaats van genoegen te nemen met den Bijbel, volharden zij er in deze boeken aan Gods Wooind toe te voegen, even alsof de menschen probeerden goud en juweelen te versieren door mest en vuil er op te stikken.. In plaats te trachten het Woord te verstaan en te verklaren, vermengen zjj het met de l v d P s d Z roomen van menschen en holen achter Heiena's en stukjes out en drijven wat in Gods oord absoiuut niet voorkomt. Maar Wiltem Farel sprak teergeefs, hoewel het Woord aan ommiger hart geheiligd werd. U kunt zich nu wel voorstelen, dat met het voortschrijden an den tyd, de priesters en octors van de universiteit van arijs meer openlijke en bit*e'-e vijanden van meester Faber en arel werden. Hoewel zij bechermd en begunstigd werden oor prinses Margaretha en den isschop van Meaux, toch zou het voor hen onmogelijk geeest zijn, ten spijt van alle ppositie te prediken en te onerwijzen zooals zij deden, inien de Heere de deur niet open ehouden had en hen met Zijn terken arm beschermde. In Zyn liefde en genade had Hij beloten dat het Evangelie van ijn Zoon aan de onwetenden en blinde leiders van de blinden, zou gepredikt worden en niemand kon hen, die door Hem gezonden was, het zwijgen opleggen.
De doctors van Parijs konden m Willem Fare] niet anders zien dan een oneerbiedig jongmensch met zelfvertrouwen. Dat hij van een dorpje van de Alpen met een Bijbel in zijn hand kwam, om de pausen, de priesters en al de vaders tezamen uit te dagen, was een ongehoorde onbeschaamdheid. Om duidelijker te wezen: „de din-gen bij hun juisten naam noemen', zooals Willem zei, „was toen een even on-dragelijke gewoonte als nu. En om nu uitgedaagd te worden ai hun zeggen en hun daden aan den Bijbel alleen te toetsen, was inderdaad een doodelijke toetssteen voor één zoowel als voor allen onder hen. Die genadedag ging dus 'voorby. De eenigé tyd, m de geheele geschiedienis van Frankrijk, dat de Heere Zijn blijde boodschap aan de leiders en leeraren van het volk bekend maakt». De plechtige vraag rees nu of zij erin gelooven zouden of deze verwerpen. Die oude professor en die jonge man, die hen zeide: „Ons is met een stem des donders gezegd", kwamen in den naam des Heeren en hij die hen ' erachtte, verachtte Hem, Die hen zond. Daarom was het een verschrikkelijk oogenblik in de geschiedenis van die ongelukkige natie. Als we lezen van de moorden en van den St. Barthelomeüsnacht; van de verschrikkelijke slachting van de heiligen in de eeuwen die volgden, en van Gods geduchte oordeelen ovtr koningin en volk, dan kunnen wij wel aannemen, hoe een gansch andere geschiedenis wij hadden moeten schrijven, indien Parijs de boodschap, die Faber en Farel van Godswege brachten, aangenomen had. Nu moet ik u het antwoord, dat de universiteit van Parijs op de boodschap gaf, mededeelen. U zult zich herinneren, dat in den tijd van den ouden koning Lodewijk XII, de universiteit van Parijs partij gekozen had tegen een monnik, die zeide, dat de paus het hoogste gezag in de kerk behoort te hebben. Maar nu waren de tijden veranderd. Twee personen hadden sinds den dood van Lodewijk XII vooi zichzelf een groot deel in de zaken van de regeering opgeëischt. Deze twee personen waren de moeder van koning Frans, Louise van Savoye en haar gunsteling Anthonie Duprat, die kardinaal-aartsbisschop van Sens was en te> vens kanselier van Frankrijk.
(Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1946
De Banier | 4 Pagina's